Paard van Troje te klein voor Limp Bizkit

Wall of Death-moshpit grootste sensatie van de avond.

Niels van den Bergh l Foto's: Jan Rijk ,

Na optredens in Tilburg, Groningen en enkele tatoeages te hebben laten zetten in Amsterdam, sloten de heren van Limp Bizkit hun Hollandse theatertourtje af in de mooiste stad achter de duinen. De afgelopen jaren waren ze al diverse keren te bewonderen in de Heineken Music Hall. Dat er nu gekozen werd voor kleinere zalen, bevestigde het vermoeden dat de hoogtijdagen van de Amerikaanse numetalband definitief voorbij zijn. Voor de echte fans bood dit echter wel de kans om in een uitverkocht Paard van Troje afgelopen donderdagavond weer eens een stevig potje te moshen.

De zaal is nog niet half gevuld als plotseling, terwijl menig bezoeker nog even aan de bar staat om een drankje te halen, zanger Fred Durst half sjokkend het podium op loopt. De aanwezigen bekijken hem aandachtig en vragen zich af of de frontman van Limp Bizkit tegenwoordig zelf z’n soundchecks doet. Als vervolgens ook de overige bandleden het podium oplopen wordt het al snel duidelijk dat het optreden nu elk moment kan beginnen. De zaallichten doven en er wordt afgetrapt met ‘Full nelson’ en ‘Rollin’. De dranghekken voor het podium om stagediven te voorkomen staan er niet voor niets, want er wordt meteen al begonnen met duwen en beuken. Voor de hit ‘My generation’ weet de inmiddels  op Bob Ross lijkende Durst zonder enige moeite het publiek te bespelen met “When I turn around I want to see this place going up!”. De toon is gezet en er wordt massaal gesprongen.

Bekende hits zoals ‘My way’ en ‘Nookie’ volgen. Het meest recente materiaal dat vanavond gespeeld wordt, is het nummer ‘Gold cobra’ van het gelijknamige album uit 2011. Daar waar de fans de teksten van elk nummer zonder enige moeite kunnen meebrullen, is Durst zelf zijn eigen materiaal inmiddels aan het vergeten, gezien zijn vluchtige blikken op de monitor met autocue voor hem op het podium. Zo staat zijn performance in schril contrast met de altijd bizar geschminkte en vol overtuiging spelende gitarist Wes Borland. Met name tijdens de uitvoering van Rage Against The Machine’s ‘Killing in the name’ laat hij horen de beste muzikant van het stel te zijn. Gedurende de uitvoering van een andere door de band toegeëigende cover (‘Faith’) krijgen drie meiden uit het publiek de kans om op het podium te grunten en te dansen voor het Haagse publiek.

Zoals Mozes de rode zee deed splijten, zo beveelt Durst tijdens `Look around’ het publiek om de vloer op te delen in een 'Good side' en een 'evil side'. Er wordt direct gehoor aan gegeven door de zaal die zich nu opmaakt, voor wat later blijkt, het absolute hoogtepunt van de avond. Zodra drummer John Otto het startschot geeft knallen beide kanten met een rotgang tegen elkaar, tot groot vermaak van iedereen die dit schouwspel vanaf de balkons aandachtig bekijkt. Bij het te verwachte `Break stuff’ als afsluiter gaan bij zowel het publiek als de geluidstechnici alle registers nog één keer open.

Zonder een toegift te spelen, zit het optreden er na ruim anderhalf uur op. Ondanks dat Limp Bizkit recentelijk geen grote hits heeft gehad, en het blijft teren op het succes van de eerste drie albums, staat een optreden van deze voormalige festivalkraker nog steeds als een huis.