BEELDEN
Er ligt het nodige aan diggelen. In de ruige, gruizige muziek klinkt door dat vegen niet een-twee-drie zal helpen. Tegelijkertijd brengt muziek verlichting. Geen beter bewijs daarvoor dan de blije blikken die Dijkshoorn tijdens het gehele optreden wisselt met de Ocobar-leden. Zo kan-ie ook kijken als Matthijs het uitschatert op zijn woensdaggedicht. De krachtige teksten van Dijkshoorn roepen, hoe Nederlands ook, beelden op van onafzienbare highways met zo nu en dan een troosteloos tankstation.
TRIBUTES
De sfeer is rijp voor de tribute aan The Band met ‘It makes no difference’. Mooie samenzang bij “the sun don’t shine anymore”. Slepende jazzrockgeluiden introduceren vervolgens special guest Wilfried de Jong, hoedje op, bas tegen zich aangeklemd. Op goedgeplaatste basdreunen bewijst hij een andere grote klassieker eer. Miles Davis (1926-1991) met zijn priemende blik en zijn nog doordringender trompetklank. De zaal verhuist op De Jongs tekst zes minuten lang naar een rokerige jazzclub waar jazz cats als Thelonious Monk en Dexter Gordon een plek hebben. Miles moet een stukje van zijn lip missen - lip stuk, mond stuk - maar uiteindelijk blaast hij daarna een solo als nooit tevoren.
Na een dichterlijk tribute door Dijkshoorn waarin hij Lou Reed (1942-2013) jaarlijks als zijn persoonlijke vriend naar Nederland laat komen, met hilarische bezoekjes aan onder andere het Verkeerspark Assen, volgt Reed’s compositie ‘Rock & roll’ met het steeds terugkerende, bevrijdende “it was allright”. Het tien minuten lange dankwoord van Nico Dijkshoorn op de song ‘Fijn gruis’, met voor alle bandleden lekkere solo’s, vormt de kroon op een geslaagd optreden. Humor en tristesse, hartzeer en plezier, cynisme en bijna-sentimentaliteit wisselen elkaar in goed tempo af. De balans slaat nooit door, de zaal leeft mee, er wordt lekker stevige muziek gemaakt en veel gelachen. Een evenwichtige vorm van muziektheater.
CIJFER
8,5