Zaterdag 8 oktober trapte het Paard van Troje in samenwerking met Dag In De Branding, het vierjaarlijkse festival voor eigentijdse muziek, de eerste van een reeks middagconcerten af. De serie is Daydreaming gedoopt, en programmeert muziek die balanceert op de randen van klassiek, pop, elektronisch en experimenteel. De Amerikaan Peter Broderick beet met zijn dromerige composities het spits af.
Brodericks muziek past in het rijtje Bon Iver, Sufjan Stevens en Nils Frahm: instrumentaal, breekbaar, harmonieus, gelaagd. Daarnaast is hij beter bekend als sessiemuzikant bij de Deense indierockgroep Efterklang. Ook droeg hij zijn steentje bij op de albums van onder andere M. Ward en Zooey Deschanel. Naast al deze inspanningen heeft Broderick, die pas 24 is, ondertussen al meer dan een dozijn (!) andere albums op zijn naam staan. Deze jongen uit Portland, Oregon, is een onvervalste poli-instrumentalist vanwege de manier waarop hij binnen één nummer moeiteloos van instrument wisselt. Het woord wonderkind is al eens in de pers gevallen. Voor Broderick is het inmiddels de derde keer dat hij in het Paard speelt. Onlangs stond hij in Paradiso en bespeelde hij het Incubate festival in Tilburg.
Broderick opent zijn optreden staand met een stukje a capella zang van ‘Sideline’. Na de eerste paar regels gaat hij zitten achter zijn piano en start ‘Pulling the rain’ in. Deze instrumentale pianocompositie doet denken aan de Italiaanse neoklassieke componist Ludovico Einaudi. Gedurende het hele concert is het doodstil en luistert het publiek ademloos mee. Het is zo stil in de zaal dat je de krachtige weerslag van de pianotoetsen door de melodie heen kunt horen.
Koning van het samplen, dat is Broderick. Bij ‘Not at home’ speelt hij de eerste akkoorden op elektrische gitaar, waarna hij bij de laatste noot razendsnel op een pedaal trapt om met het volgende instrument, een elektrische viool, over de zojuist opgenomen akkoorden heen te spelen. Broderick maakt zijn eigen orkest. Zijn timing is perfect. En passant zingt hij ook nog. Als zijn stem de falsethoogte in schiet, is het nog net zo zuiver als wanneer hij ‘gewoon’ zingt. Doe het hem maar na, wij zijn onder de indruk.
Soms is het onduidelijk of hij bepaalde instrumenten als intermezzo of als inleiding voor een volgend nummer gebruikt. Zo trommelt hij ritmisch met zijn handen op de bovenkant van de piano voordat hij overgaat op een instrumentaal nummer, en pakt hij ook een zingende zaag erbij voordat hij doorstart op viool. Humor misstaat Broderick ook niet. Hij verhaalt over zijn verblijf op een boerderij in Hilvarenbeek eerder dit jaar, waar hij een nieuw liedje schreef. Het begint ingetogen en breekbaar met de woorden ‘mooooh’ en dan ‘baaaah’. Onvermijdelijk volgt gelach in de zaal.
Met ‘Hello to Nils’, een liedje over zijn nomadenbestaan (hij reist de wereld rond met al die samenwerkingen), sluit hij af. Hij heft zijn gitaar langzaam op dramatische wijze boven zijn hoofd en fluistert de laatste zin in de microfoon. Een staande ovatie volgt, die hij haast achteloos in ontvangst neemt. Dan: “Wat zeggen jullie ervan, nog een piano- of gitaarliedje?” Iemand brult wat, Broderick stemt toe en speelt nog twee songs. Echte afsluiter is ‘With the notes in my ears’. Na afloop worden Brodericks cd’s binnen no time verkocht, en moet hij nog lang drommen mensen te woord staan en handjes schudden. Eerste editie meer dan geslaagd.