Rewire 2016: zondag

Magistrale laatste dag van het festival

Tekst: Joeri Gordijn & Frank de Jong | Foto's: Jan Rijk & Stephan Kaffa ,


Je had het kunnen verwachten: het beste is voor het laatste bewaard. Rewire 2016 sloot op zondag 3 april magistraal af in de Grote Kerk, maar op de middag ervoor waren er ook al kleine hoogtepuntjes. Drie dagen Rewire, conclusie? Rewire is het spannendste festival van het jaar, barst eigenlijk alweer uit zijn voegen en we kunnen niet wachten tot volgend jaar. Maar mag alsjeblieft volgend jaar het licht aan de de Prins27? Die meneer is toch geen bank.

In Paard II lijkt het alsof de Twin Peaks hommage van Xiu Xiu (later vandaag) al is ingeluid door Ensemble Economique, met zijn ambient/shoegaze brengt Amerikaan Brian Pyle het publiek in dromerige zondagmiddag sferen. Door de opstelling van draden, laptop en krakkemikkig stoeltje lijkt het net of we een kijkje krijgen in de zolderkamer van Pyle. Fijn ook dat we nu eens kunnen zien wat er allemaal op het scherm van zo’n muzikant gebeurd, veel dj’s staan met hun gezicht naar het publiek toe en dat is het toch een beetje gissen wat er nou allemaal afgespeeld wordt. Bij Ensemble Economique kunnen we zijn muis letterlijk volgen. Maar waarom speelt hij in godsnaam op een gitaar van de Haagse band The Levi’s?

Even later verschijnt het drumstel van The Levi’s op het podium. Zou James Welburn niet meer komen opdagen? Speelt The Levi’s nu experimentele sludge? Nee, het antwoord op de raadselachtige verschijning van de backline van The Levi’s blijft onbeantwoord. James Welburn staat namelijk gewoon op het podium, samen met drummer Rene Aquarius van Dead Neanderthals. Een flink brommende basgitaar klinkt uit de speakers. Drone vermengt met illustere metal. Klinkt lekker, maar gaat na enige tijd wat tam klinken. Iets meer variatie zou het goed doen.

De warme klanken van Colleen zijn een stuk aangenamer in vergelijking met het geweld van James Welburn. Bij ‘I’m Kin’ wordt de Viola Da Gamba als tokkelinstrument gebruikt. Een handvol effecten doen de rest van het werk. Lieflijk, rijk door de opstapeling van samples en qua uitvoering een stuk overtuigender dan op de plaat. Colleen bespeelt alle instrumenten zelf, zo drumt ze en komt eenmalig de melodica tevoorschijn. Het gevolg is wel dat Colleen door alle hectiek af en toe een sample te vroeg van start laat gaan. “Sorry”, klinkt het dan bescheiden.

“What the fuck are you doing?” vraagt een man ietwat paniekerig vanaf de grond, “Oh sorry, I thought you were a couch” is het antwoord van – een even verbouwereerde – mannenstem. Het is pikdonker in Prins27, en dat sommige mensen op de grond gaan zitten (en dat andere die schimmen voor banken aanzien) helpt ook niet echt. De zaal staat goed gevuld voor Poppy Ackroyd de Engelse componiste maakt met behulp van een looppedaal prachtige liedjes (met piano en viool). Ackroyd vertelt tussendoor een beetje verlegen over de liedjes en hoe die tot stand komen. Na een tijd gaan de atmosferische liederen wel wat op elkaar lijken, en gaat het meer op de openingsscore van een hippe indiefilm lijken.

Veel festivalgangers zijn voor Teho Teardo & Blixa Bargeld gekomen. De enorme rij voor aanvang spreekt boekdelen. In drommen gaat het publiek naar binnen. Klaarblijkelijk wordt er in de Grote Kerk gewacht tot de menigte eenmaal binnen is. Wanneer Teho Teardo en Blixa Bargeld het podium betreden worden ze bijgestaan door slechts één muzikante, het beloofde strijkerskwartet blijft uit tot het laatste deel van het optreden. Jammer. Wat opvalt, is de uitstekende akoestiek. Tracks als ‘Mi Scusi’ en ‘What If …?’ krijgen een heerlijke galm.

Blixa licht toe dat hij Mae West tegenkwam aan de keukentafel. De one-liners van de actrice waren een inspiratie voor ‘Come Up And See Me’, dat in een passend opgelichte kerk wordt opgevoerd. Een ander bijzonder feitje is dat de dierengeluiden van ‘Axolotl’ levensecht worden nagedaan door Blixa, dit en het helse geschreeuw komen hier beter uit de verf dan op de plaat. Kippenvel. De melancholische, doch voorzichtig positieve werken lenen zich perfect voor deze locatie. Vooral door de orkestrale aard van de nummers. Het optreden is magisch en zelfs een toegift blijft niet uit.

Als de onheilspellende tonen van ‘Laura Palmer’s Theme’ worden ingezet denken we met z’n allen terug aan de cultserie Twin Peaks. Op de achtergrond de gang van Laura Palmer. Xiu Xiu vertolkt de soundtrack van begin tot eind, met een flinke scheut eigen interpretatie. De basis staat overeind, de melodieën en herkenbare stukken worden grotendeels één op één gespeeld. Daarop heeft de band allerlei vormen van distortion en knettergekke instrumentatie op gebouwd. Het is herkenbaar en op momenten zelfs intenser dan het origineel.

De compleet gefreakte versie van ‘Audrey’s Dance’ is gedenkwaardig. Natuurlijk ontbreekt ook ‘Falling’ niet. Er is geen ziel in de zaal waar de spookachtige riff van dit nummer niets losmaakt. Frontman Jamie Stewart leeft zich volledig in. En dat is de zien, hij beweegt razend over het podium. Net een karakter. Nadat er wordt voorgelezen uit The Secret Diary Of Laura Palmer wordt het ineens duidelijk: Jamie speelt Leland uit de serie! Alles klopt, zo schijnt de op het scherm vertoonde ventilator door in de kerk. Een fantastische afsluiter van het festival. Helaas eindigt hier de driedaagse muzikale ontdekkingsreis dat Rewire heet.