Carmen Souza: elke dag opnieuw beginnen

"Ik bezit de muziek niet, de muziek bezit mij"

Mark Bink ,

In Amsterdam vind je meer verschillende culturen dan in New York. Muzikanten van over de hele wereld komen naar onze stad om te laten horen wat ze in huis hebben. In de nieuwe rubriek ‘Mokum Meltingpot’ aandacht voor een keur stijlen, van jazz en funk tot niet-westerse muziek. En dat het liefst allemaal door elkaar, tot je niet meer weet waar je precies naar luistert, maar voelt dat het te gek is. Dit keer praten we met de Kaapverdische Carmen Souza. Zij staat garant voor een warmbloedige mix van stijlen, waarbij de vrijheid die jazz biedt een belangrijke rol speelt.

Je muziek bestaat uit verschillende stijlen. Hoe zou je het willen omschrijven?
Twee stijlen liggen aan de basis ervan; traditionele Kaarpverdische muziek en jazz. De eerste vormt mijn wortels en door de tweede word ik sterk beïnvloed. Ik luister elke dag naar jazz. Er valt veel in te ontdekken, vanwege de improvisatie. Het geeft de muziek de ruimte om elke dag anders te klinken.

Maar in je muziek klinken nog veel meer invloeden door, toch? Ik hoor bijvoorbeeld ook Maracatu.
Ja, dat komt doordat Kaapverdische muziek zelf beïnvloed wordt door talloze stijlen. Het maakt deel uit van de Lusophone cultuur. Toen ik opgroeide in Lissabon kwam ik in aanraking met de culturen uit al die verschillende landen; onder andere Brazilië, Angola en Mozambique. Vooral Braziliaanse muziek heeft veel invloed gehad op Kaapverdische muziek. Dat hoor je bijvoorbeeld als je luistert naar de grote Kaapverdische saxophonist Louis Morais

Waarom heb je het album Kachupada genoemd?
Cachupa is een traditioneel Kaapverdisch gerecht dat bestaat uit veel verschillende ingrediënten. Zo zie ik mijn muziek ook en daarom heb ik die vergelijking gemaakt.

Je hebt twee Cabo Verde awards gewonnen. Wat betekent dat voor je?
Dat betekent veel voor me. De ene award is voor beste vrouwelijke stem en de andere voor de beste morna. Dat is een traditioneel Kaapverdisch ritme. Je hoort het bijvoorbeeld in de muziek van Cesária Évora. De manier waarop ik de morna zing is niet de traditionele manier. Het winnen van de award betekent voor mij dat het Kaapverdische publiek openstaat voor nieuwe ideeën en stijlen. Dat maakt me blij.

Zie je jezelf als de muzikale kleindochter van Cesária Évora?
Haha, we zijn allemaal kleinkinderen van Cesária! Zij heeft Kaapverdië op de kaart gezet. Overal waar je komt hoor je de muziek van Cesária en het liedje Sodade. Het hoort bij de identiteit van Kaapverdië. De Kaapverdische artiesten van nu waren nog kinderen toen Cesária de wereld rondreisde. Ze is onze ambassadeur. Ze heeft ons allemaal geïnspireerd en beïnvloed.

Wat is de belangrijkste boodschap die je de luisteraars van Kachupada, je laatste album, wilt meegeven?
Het belangrijkste idee dat ik wil overbrengen, is dat je moet proberen van het leven te genieten. Dat je elke dag moet knokken voor datgene waar je in gelooft. En dat je probeert alle uitdagingen waar je in het leven mee te maken krijgt, met een lach op je gezicht en kracht tegemoet te treden. Op die manier ben ik ook met muziek bezig. Ik probeer iedere dag iets te maken uit niets. Ik begin elke dag opnieuw, dat is mijn uitdaging als muzikant. Er zijn dagen dat het lukt en er zijn dagen dat er niets uit mijn handen komt, maar ik moet erin geloven, om nieuwe muziek te kunnen blijven maken.

Als ik goed naar je oudere werk luister, hoor ik dat die gedachte daarin ook al een rol speelt. Het is niet een boodschap die specifiek samenhangt met Kachupada, toch?
Het klopt dat het altijd een rol heeft gespeeld in mijn werk. Het maakt deel uit van hoe ik in het leven sta, maar ik ontwikkel het nog steeds. Ik wil mijn hele leven blijven leren. Elk album is als een foto van de situatie waarin ik me op dat moment bevind. Op dit moment ben ik erg bezig mijn eigen stem te vinden als muzikant. Ik denk dat ik ‘m min of meer gevonden heb, maar ik wil open blijven staan voor nieuwe invloeden. Ik hoorde Ron Carter, die nu 75 is en nog bas heeft gespeeld in de band van Miles Davis, zeggen dat hij nog steeds op zoek is naar zijn eigen geluid. Ik ben nu 32, dus het zou nogal onvolwassen zijn om over mezelf te zeggen dat ik al op mijn bestemming ben aangekomen en alles onder controle heb. Ik bezit de muziek niet, de muziek bezit mij. Ik weet nooit precies wat er gaat gebeuren als ik achter de piano ga zitten, of probeer iets te schrijven op de gitaar. Ik ben altijd op zoek naar dat speciale moment, dat het plotseling allemaal klopt. Het kan elf maanden kosten om die vijf speciale minuten te kunnen maken. Ik weet nooit wanneer het komt, maar ik herken het meteen.

Hoe voelt dat?
Het geeft een heel positief, energiek gevoel.

Zijn er ook van die momenten op Kachupada?
Ja, meerdere. Theo Pas’çal, mijn producer, en ik proberen die momenten zoveel mogelijk vast te leggen. Daarom zetten we de muziek in zo min mogelijk takes op de plaat. Op die manier behoudt het zijn oorspronkelijke energie en karakter.

Heb je een favoriet nummer op de plaat?
Dat vind ik moeilijk te zeggen, want het is alsof je een moeder vraagt een van haar kinderen te verkiezen boven de anderen (stilte). Een van mijn favorieten is wel ‘Luta’. Dat heeft de boodschap waar ik je eerder over vertelde. Het liedje heeft een drive, het is als een machine. Voor mij is het speciaal, omdat de muziek en de boodschap echt samenvallen.

Te zien: Carmen Souza, North Sea Jazz Club, donderdag 4 april 2013, 21:00 uur