Danceveteranen willen jeugd redden met nieuwe club

Hoofdstedelijke broedplaats voor elektronische muziek helpt dance de winter door

Duncan Stutterheim, Dick Koopman en Gert van Veen willen een platform scheppen voor nieuwe ontwikkelingen binnen de dance-scene. Studio 80 moet een vergaarplaats van talent en inspiratie worden, compleet met radioshows, muzieklessen en clubavonden. Zo hopen zij de bestaande kloof tussen underground en mainstream te dichten.

Hoofdstedelijke broedplaats voor elektronische muziek helpt dance de winter door

De Nederlandse dance-scene kan wel een oppepper gebruiken. Vernieuwende initiatieven in de undergound krijgen zelden kans tot de mainstream door te dringen. Enerzijds wordt het clubcircuit afgeschermd door een selecte groep deejays en promoters, anderzijds hebben illegale feesten door de strenge reguleringen steeds minder kans van slagen. Studio 80 in het voormalige VPRO-gebouw (Rembrandtplein, Amsterdam) moet een einde maken aan deze Catch 22. Initiatiefnemers Duncan Stutterheim (ID&T), Dick Koopman (Nachtwacht) en Gert van Veen (Quazar) willen van Studio 80 een broedplaats maken voor al wat met elektronische muziek te maken heeft. Zij hopen zo de kloof tussen underground en mainstream te dichten. “Zonder goede voedingsbodem kan dance niet verder groeien”, zegt Gert van Veen. Van Veen, frontman van Quazar en brein achter de Welcome to the Future - avonden, verzorgt samen met Dick Koopman de programmering van Studio 80. Zij willen een platform scheppen voor ondergrondse ontwikkelingen. Van Veen: "Er borrelt genoeg in de underground, maar je moet het wel de kans geven naar buiten te treden." Dick Koopman, voormalig eigenaar van de strandtent Solaris in Bloemendaal, ex-programmeur van de Haarlemse Club Stalker en lid van de Amsterdamse commissie de Nachtwacht, voegt daaraan toe: "Niet om negatief te klinken, maar Nederland was vroeger een koploper in de wereld op het gebied van dance. Tegenwoordig streven landen als Duitsland ons voorbij. Dat zet je aan het denken." Een broedplaats moet het van meer hebben dan een paar clubavonden in de week. Studio 80 heeft dan ook een uitgebreid dag- en nachtprogramma in de planning, met ruimte voor zowel deejays, producers en promoters, als radiomakers, geluidstechnici, lichtmannen en andere geïnteresseerden. Een scene-omvattend geheel waarin sprake moet zijn van uitgebreide kennis-overdracht tussen oudgedienden, beginners en aspiranten. “Je ziet tegenwoordg veel kids, die alleen maar hun voorbeelden imiteren, zonder enige muzikale bagage.”, aldus Koopman, “Laatst vertelde een jonge deejay me over hip-house. Deze baanbrekende nieuwe stroming had hij zogezegd zelf uitgevonden… En ik maar denken, dat we dat station vijftien jaar geleden waren gepasseerd.” In het dagprogramma moet dus plaats komen voor lessen in muziekhistorie. Technolegende Dave Clarke heeft zich al aangeboden voor een masterclass. Ook zal Studio 80 een nauwe samenwerking aangaan met het Amsterdamse SAE instituut (School for Audio Engineering). Zo willen zij curses ontwikkelen voor licht- en geluidstechnici die toegespitst zijn op de dance-scene. Bovendien moet de productie van Studio 80 uitgevoerd worden door stagiaires met verschillende specialiteiten. Want ook de organisatie van toekomstige evenementen moet door een nieuwe generatie gedragen worden. Maar niet alleen kennis-overdracht in de vorm van scholing zal plaatsvinden in Studio 80. Bezoekers moeten vooral van elkaar leren. Koopman: “Loop naar binnen, sluit je laptop aan en broedt er maar op los.” In de avond gaan jonge radiomakers hun shows online streamen via de website. Van Veen: “We hebben al een gitaarpop- en waveshow van Kid Goesting in de planning, er komt een urbanprogramma en ook de minimale techno is vertegenwoordigd.” Op vrijdagavond host Van Veen zijn eigen “Welcome to the Future” – show, die hij samen met Olaf Boswijk presenteert. Hierin zal vooral aandacht worden besteed aan Nederlandse artiesten, maar ook de internationale ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. In de late avond is er ruimte voor nieuwe organisaties om hun avonden te promoten. “Er mogen dingen misgaan.”, aldus Koopman, “Je hoeft niet meteen de skills te hebben om het perfect te doen. Van je fouten leer je.” De website moet een grote rol gaan spelen in het geheel. Naast het streamen van de radioshows en de nachtoptredens moet er een community van jong talent ontstaan met Studio 80 als thuishaven. Het geheel wordt gefinancieerd door ID&T topman Duncan Stutterheim, die Studio 80 beschouwt als een privé-project. Een welkome afwisseling op de doorgaans winstbeluste ID&T-projecten. Want Studio 80 wordt geen vetpot. De meerwaarde in het project ligt niet in geld maar in het ontstaan van geschoold talent. Toch vindt Koopman het geen overheidstaak om hier geld in te steken, dus van gemeentelijke subsidies zal geen sprake zijn. Een deel van het geld zal met de horeca worden terugverdiend, maar de prijzen moeten laag blijven. Bierprijzen mogen de twee euro niet overstijgen en entree voor avonden zal rond de vijf euro liggen. Als het echt storm gaat lopen met aanmeldingen, is een gratis lidmaatschap denkbaar. Op de avond van 8 juli opent Studio 80 om half negen haar deuren. De eerste avond wordt gehost door Welcome to the Future. In de zomermaanden is Studio 80 alleen ’s avonds geopend. De dagprogrammering laat nog tot september op zich wachten. Koopman: “We gaan rustig van start, zonder al te veel bombarie. Je moet jezelf niet meteen overschreeuwen voordat je iets hebt neergezet. Anders ontstaat er een hype en dan trek je het verkeerde publiek.” Alleen de echte liefhebber moet worden aangetrokken. Amsterdam is een dance-sociëteit op straatniveau rijker.