Nostalgie en frisse verwachtingen gaan hand in hand bij Arctic Monkeys in Ziggo Dome. Niet zelden zie je een band na zoveel jaren nog een compleet nieuwe fanbase aan zich binden.

Wat vliegt de tijd toch. Ze zijn niet bepaald uit beeld geweest, en toch moeten we helemaal terug naar 2011 voor de laatste clubshow van Arctic Monkeys in Nederland. En dat was ook nog eens een underplayed show in een veel te kleine Paradiso. Na die tijd speelde de band uit Sheffield alleen nog maar festivalshows, dus deze twee ram-uitverkochte Ziggo Dome shows zijn echt iets om naar uit te kijken. Dat geldt al helemaal voor de vele opvallend jonge fans die er vanavond zijn, die de band vanavond waarschijnlijk voor het eerst zien. Voor de Arctic Monkeys fan van het eerste uur doen hun liedjes denken aan de tijd dat ze nog jong en zorgeloos waren, maar de kracht van dit concert is dat minstens de helft van het publiek dat ook daadwerkelijk nog ís.

Waar komen al die superjonge fans vandaan? Ja, sommige komen met hun ouders mee - zo lang zijn de Monkeys er inmiddels al - maar veel meer nog zijn ze er met elkaar. Het antwoord is tweeledig: TikTok en AM. De populaire muziek-app heeft Arctic Monkeys een nieuwe slinger gegeven, zoals de band dat bij zichzelf deed met album nummer vijf, uit 2013. Het is echt opvallend hoeveel enthousiaster liedjes van dat album vanavond ontvangen worden. Niet een beetje, maar twee keer zo enthousiast als al het andere. ‘Do I Wanna Know’ bijvoorbeeld, maar ook een relatief onopvallende rocker als ‘Arabella’ heeft duidelijk harten veroverd. Ze spelen er vanavond zes songs van, meer zelfs dan van het vorig jaar verschenen album The Car.

Tot AM was Arctic Monkeys een branievolle britpopband, een stel straatschoffies met een talent voor supergoeie melodieën. Intelligent, maar ook ongepolijst. Vanaf AM voelde frontman Alex Turner zich comfortabel in de rol die hij tot de dag van vandaag vertolkt, die van ongenaakbare rockster met een licht ironische twist. Slick en sexy. Tongue in cheek, kuif vol in het vet. Extravert in plaats van introvert, al voelt dat nog altijd meer als een rol die hij speelt, getuige de mompelde praatjes tussen de liedjes door. Op Lowlands afgelopen jaar - toen The Car nog niet uit was - dook de band erg in de slicke vibe, nu is de balans met de wervelende energie van weleer wat beter op orde. Al vroeg ontploft de zaal met ‘Brianstorm’ en ‘Teddy Picker’, waardoor ruimte ontstaat voor geliktere meezingers als ‘Snap Out Of It’ en ‘Four Out Of Five’. Ook goed: ‘Crying Lightning’, een song die met zijn tempowisselingen de ultieme transitie is tussen de jonge Arctic Monkeys en de volwassen versie.

De vraag is natuurlijk: hoe passen de nieuwe liedjes in de set. Vier spelen ze er vandaag. De set opent met ‘Sculptures Of Anything Goes’, een sierlijke song met veel laagjes. Meteen valt op dat het oorspronkelijke viertal is uitgebreid met maar liefst drie toetsenisten en een percussionist. Maar deze opener heeft het probleem dat het hele zesde album Tranquility Base Hotel & Casino al parten speelde: het arrangement, de sound, is prachtig, en toch blijft het liedje niet plakken. Het blijft te veel zweven. Dat geldt in iets mindere mate ook voor ‘There’d Be A Mirrorball’, een song zonder die trademark Arctic Monkeys hook. Uiteindelijk is dat liedje toch wel een winnaar door de onwaarschijnlijk mooi synth-strijkers in de laatste minuut.

Maar het zijn ‘Big Ideas’ en vooral ‘Body Paint’ die het meeste indruk maken. In het melancholische ‘Big Ideas’ horen we de oude rocker vanaf zijn scharlaken troon terugblikken op de grote ideeën die hij als jongeling had, toen de band pas net bij elkaar was. Niks rusten op de lauweren: ‘The ballad of what could’ve been’. De zaal vult zich spontaan met telefoonlichtjes. ‘Body Paint’ heeft als slotstuk van de reguliere set een sleutelplek, net na de oude favoriet ‘505’. Twee songs achter elkaar die kalm beginnen maar die eindigen in een prachtig geconcentreerde climax. Hier komt de uitgebreide bezetting het allerbest tot zijn recht. Dit is de nieuwe klassieker, die waarschijnlijk nooit meer van de setlist zal verdwijnen.

Setlist

1. Sculptures Of Anything Goes
2. Brianstorm
3. Snap Out Of It
4. Crying Lightning
5. Teddy Picker
6. The View From The Afternoon
7. Four Out Of Five
8. Big Ideas
9. Cornerstone
10. Do I Wanna Know?
11. Pretty Visitors
12. Arabella
13. Why’d You Only Call Me When You’re High?
14. Suck It And See
15. Fluorescent Adolescent
16. There’d Better Be A Mirrorball
17. 505
18. Body Paint


19. I Wanna Be Yours
20. I Bet You Look Good On The Dancefloor
21. R U Mine?

Levend en urgent

De toegift opent met ‘I Wanna Be Yours’, een hyperromantisch nummer, gebaseerd op een gedicht van de noord-Engelse punkpoëet John Cooper Clarke. Fascinerende man is dat, een soort Jules Deelder en Herman Brood ineen, stijlvol en afgeragd door het leven. Turner viel voor het eenvoudige idee van Cooper, die zichzelf reduceert tot een gebruiksvoorwerp van zijn love interest. Laat me je teddybeer zijn, je koffiepotje. Dit is duidelijk ‘het liedje’ van een heleboel jonge stelletjes, die elkaar nog maar eens stevig vastpakken of gelukzalig in elkaars oor fluisteren dat ze een stofzuiger willen zijn die de stofjes voor elkaars voeten wegzuigt. Dan volgt nog doorbraakhit ‘I Bet You Look Good On The Dancefloor’, nog altijd de meest energieke knaller, en ‘R U Mine’.

Zo bewijst Arctic Monkeys zich andermaal als veruit de belangrijkste Engelse gitaarband van hun generatie. Vrijwel alle britpopbands uit de golf waarin ook zij debuteerden teren inmiddels op oud succes of zijn zelfs helemaal verdwenen. Arctic Monkeys voelde vanavond levend en urgent. Het spel met energie en dynamiek klopte, en de zaal hing aan Alex Turner’s lippen. Four stars out of five.