Het was het onbetwiste hoogtepunt van Amsterdam Dance Event: STOOR, een acht uur durende live techno-jam met vijf ervaren producers en een grote tafel voor hardware. De sessie werd geleid door Rotterdammer Speedy J, die graag een en ander vertelt over het bijzondere project. ‘Elke handeling moet maximaal effect hebben.’ De hele sessie is nu integraal terug te zien.

Het is maar goed dat Jochem Paap toch al vrij genomen had na Amsterdam Dance Event. En niet zomaar een weekje of wat, maar tot begin februari. Hij miste de zeeën van tijd in de studio die hij had in de lockdown. Een verademing was het, na al die jaren van onafgebroken touren. Hij had zijn agenda dus al vrijwel leeg geruimd… en toen brak hij zijn enkel. Wie tijdens ADE bij de STOOR-avond of een van de andere gigs van Speedy J was, vond misschien al dat ie er zeer relaxt bij zat op zijn bureaustoel, maar dat was dus bittere noodzaak. ‘Dan kom je er ineens achter hoe hard je zo’n enkel eigenlijk nodig hebt’, lacht Paap, ‘Om te draaien ja, maar eigenlijk overal voor. Maar in Paradiso was alles goed geregeld voor de kreupele dj.’

Het stond eigenlijk niet zo heel raar, die avond. Het straalde rust en vertrouwen uit. Speedy J zat aan de kop van de tafel, links en rechts van hem Dasha Rush, Benny Rodrigues/ROD, Surgeon en RØDHÅD, elk gebogen over hun meegebrachte apparatuur. ‘Het is een letterlijke vertaling van de sessies die we in mijn ruimte - mijn bunker - in Rotterdam gedaan hebben. Die ruimte had ik al net voor de pandemie begon, ik wilde er projecten starten, dingen die in een kleine studio niet kunnen. David Vunk zit er, Stranger, Benny Rodrigues. Het is geen collectief, maar je komt elkaar wel constant tegen. Het is geen hang-out, er wordt constant gewerkt. Het is een plek waar veel samenwerkingen ontstaan. En er hing al een robot-gestuurde camera-setup, dus toen de pandemie ons overviel hadden wij direct op de dag dat alle gigs gecanceld werden onze eerste livestream.’

Vechten om aandacht

Het zag er in Paradiso uit als de natte droom voor de dance liefhebber, als de ultieme techno live-set. Het is natuurlijk een ongekende luxe, om over de apparatuur en de creativiteit van vier zulke ervaren collega’s te kunnen beschikken. Je zou zelfs kunnen stellen dat Speedy J met deze set-up iets kan maken dat hem in zijn eentje niet lukt. Maar dat nuanceert hij direct. ‘Het is ook in je eentje best te doen, echt live techno spelen, maar je moet je instrument zo instellen dat je genoeg bereik hebt. Sommige producers denken daar niet over na, die willen reproduceren wat mensen van de plaat kennen. Of ze maken het juist te ingewikkeld, waardoor er geen expressie ontstaat. Je moet zo werken dat elke handeling maximaal effect heeft. Je moet dingen doen die merkbaar zijn, die spanning laten ontstaan.'

Zo bezien is het eigenlijk heel ingewikkeld wat Speedy J in Paradiso deed. Met input van vijf muzikanten ligt immers het gevaar op de loer dat het te veel wordt, dat de ideeën vechten om aandacht. Zeker als je bedenkt dat de input van die vijf muzikanten constant open staat. ‘Alle lijnen komen inderdaad samen bij mij, maar dat is meer een technische overweging. In de praktijk haal ik geen input weg, iedereen staat constant open, ik houd het alleen technisch in de gaten, als een front of house engineer. Maar ik nodig natuurlijk wel mensen uit die jaren ervaring hebben met spelen. De sleutel met dit soort samenstellingen is dat je heel goed moet luisteren. Soms denk je: ik sta voor open doel, ik moet schieten. De andere momenten draag je bij aan het geheel.

Gearfreaks

De communicatie tijdens de jam-sessie vindt eigenlijk vrijwel zonder woorden plaats. Echt praten lukt sowieso niet, want de muzikanten staan vol in het geluid, dat van alles kanten op ze af komt. Vooraf is ook niet echt gerepeteerd. ‘Een beetje opbouwen en soundchecken, meer was het niet. Iedereen neemt zijn eigen collectie spullen mee. Het is een beetje een autoshow: ah vet, heb je die, hoe klinkt het laag daarvan? Maar gearlust is geen doel op zich. Je moet gewoon apparatuur meenemen die je in staat stelt te maken wat je wilt. En het moet praktisch zijn. Het moet allemaal wel mee kunnen in het vliegtuig, zo simpel is het.’

Belangrijk aan de setting in Paradiso is dat podium in het midden van de zaal. Ook dat is primair een praktische keuze, natuurlijk wel spectaculair uitgevoerd met een projectiezuil boven het podium, ontworpen door Karl Klomp. ‘Maar het effect van die podiumopstelling was belangrijker dan we gedacht hadden. De zaal liep omhoog, tot boven op het podium van Paradiso. Dat heeft als gevolg dat je altijd en overal iemand recht in het gezicht kijkt. Dat is intiemer. Vrijwel iedereen heeft zicht op het podium, je ziet de chemie tussen de performers.’

Het gekke is, hoe goed hij ook kijkt: ook als regisseur heeft Jochem Paap de hele avond lang geen flauw idee wie nou wat aanlevert. ‘Op een gegeven moment herken je misschien een bepaalde synth van Benny of een typische Surgeon kick, maar waar het geheel uit bestaat, dat weet niemand. Zelfs als ik het na afloop terug luister, weet ik het niet. Het zijn vijf mensen die werken op intuïtie, die luisteren naar het geheel en proberen in te schatten wat het geheel nodig heeft. Soms levert dat een wow moment op, soms denk je: shit, dat had je er beter niet bij kunnen gooien. Maar je moet vooral niet twijfelen, je moet vol overgave werken.’