Zeventien is Stien den Hollander pas, en toch brengt ze vandaag als S10 de eerlijkste hiphop-plaat van het jaar uit. In gesprek over de stemmen in haar hoofd, de keer dat ze zeventien uur in de isoleercel zat nadat ze zelfmoord probeerde te plegen, waar het mis gaat bij psychiatrische zorg en hoe ze kinderen met dezelfde problemen wil helpen.

Een beetje verwarrend is het wel. De eerste indruk die Stien den Hollander (17) maakt wanneer ze het Vondelpark in struint, is vooral aanstekelijk enthousiast, goudeerlijk en bijzonder pienter. Ze geeft al meteen een oprechte knuffel. Op haar ene arm prijkt een tatoeage van zes streepjes (‘voor zes dingen van mezelf waar ik trots op ben’), op haar andere de naam van haar tweelingbroer Emiel en op haar t-shirt een groot Misfits-logo.

Waarom dat zo verwarrend is? Ze maakte bizar zware dingen mee in haar leven, zal ze zo vertellen. Zaken waar ze nog altijd mee moet worstelen en die ze de rest van haar bestaan zal moeten meedragen. Dingen die je geen enkele zeventienjarige toewenst, al helemaal niet als ze zo’n talentvolle muzikant is als zij. Ook als je die dingen probeert te vergeten, is haar vandaag via Noah’s Ark verschenen EP Lithium waanzinnig mooi. S10 rapt en zingt over wavey trapbeats, die onmetelijk veel gelaagder zijn dan je van hedendaagse Soundcloud-hiphop gewend bent. ‘FunX Hitje’ is een verleidelijke, gloedvolle dancehall-tune a la ‘Passionfruit’, opgenomen in de slaapkamer van een psychiatrisch hotel. In ‘Moskou’ rapt ze dan weer ijskoud door de autotune, en ‘Mysterie’ herbergt een bijna apathische triplet-flow. En dat alles voor zeventig procent opgenomen op GarageBand en met haar Apple-oortjes als microfoon.

S10

Eind vorig jaar bracht ze in eigen beheer haar debuut-EP Antipsychotica uit – die onvergelijkbaar is met elke andere Nederlandse hiphopplaat – waarop ze alles al op tafel gooit. Ze hoort stemmen in haar hoofd, heeft rond haar 14e een halfjaar in een psychiatrische kliniek gezeten en dacht er vaak over zichzelf van kant te maken. Nadat ze daadwerkelijk zelfmoord probeerde te plegen, is ze 17 uur in een isoleercel opgesloten. Een zwaar traumatiserende ervaring, waarover ze uitgebreid praat in ‘Positief’. ‘Ik weet de woorden nog precies die jullie zeiden tegen mij toen ik eruit kwam. “Nu gaat het zeker beter met je.” Nee man, je hebt me opgesloten in de ruimte voor 17 uur lang. Wie denk je wel niet dat je bent?’

Muzikale spons

Maar vandaag in het Vondelpark blijkt ze allereerst een hele enthousiaste muzikale spons die alles in zich opzuigt wat ze maar kan horen. Ze praat met tedere bewondering over de introverte folk van Nick Drake en Moses Sumney, bijvoorbeeld. ‘Ik was er zo op aan het viben dat ze net de verkeerde tram in stapte.' Over Bizzey: ‘Ik vind de moves die hij maakt superepic. Wat hij ook uitbrengt, het is poppin’.’ Over Ronnie Flex, bij wie ze freestylend op het podium sprong in Sexyland, over de keiharde beats van Jack $hirak en over stiekeme raves waar lijp enge muziek wordt gedraaid. ‘Het is misschien niet mijn ding, maar ik wil alles horen wat cool is. Ik zag laatst iets over Defqon, ik wil in ieder geval weten dat dat bestaat. Ik check letterlijk alles wat er uitkomt in Nederland.’

En over Norah Jones, Coldplay en Red Hot Chili Peppers, acts waardoor ze zelf muziek wilde gaan maken en besloot een gitaar te kopen. ‘Ik was opgenomen in een psychiatrische inrichting en verveelde me dood: je bent al een half jaar soort-van uit de maatschappij, je hebt geen school en bent niets aan het doen behalve de hele tijd vechten tegen waar je in zit… Ik kon net zo goed IETS gaan doen. Ik had nog 100 euro op mijn spaarrekening dus heb een supergoedkope gitaar gekocht, in een gitaarshop in de buurt van Rembrandtplein. Ik ben op gitaarles gegaan, dat vond ik écht leuk.’

'Ik was zo fucking onzeker. Ik wilde niet dood zijn, maar ik wilde ook niet bestaan uit onzekerheid.'

Zo begonnen de stemmen te praten

De stemmen – een soort detective met lange jas en baard en een vrouw die spion is – hoort ze al sinds de brugklas. ‘Ik had hele nare dingen meegemaakt en moest naar de stad verhuizen. Ik was zo fucking onzeker. Ik wilde niet dood zijn, maar ik wilde ook niet bestaan uit onzekerheid. In de gangen duwen mensen elkaar, ze zijn gemeen, en ik werd daar gek van. Daarom ging ik me heel raar opstellen tegen anderen en onaardig doen.’ Op 6 december ontstond een chaos tijdens mentoruur, waarop Stien uit onzekerheid uitriep: ‘Als jullie me vervelend vinden of gek van me worden, kunnen jullie dat gewoon tegen mij en de mentor zeggen. Je weet toch, misschien kan ik mezelf dan verbeteren, ofzo?’

De mentor vroeg Stien even de klas te verlaten, en toen ze terugkwam lag er een papiertje op haar tafel met daarop geschreven: ‘We vinden Stien intimiderend.’ Daarnaast elf turfjes. ‘We hebben wel begrip voor Stiens situatie.’ Drie turfjes. Stien: ‘Dat waren mijn matties. Zo werden allerlei factoren van mijn gedrag geturfd. Zo lijp. Ik snap het ook wel, ik was ontzettend irritant omdat ik zo confused was. Ik was ook al depressief en overspannen, denk ik.’

Toen ze vervolgens haar arm brak in de gymzaal, zag iedereen dat ze snijwondjes op haar armen had, die ze bij zichzelf had aangebracht. ‘Zo humiliating. Als kind was ik heel blij, superzeker van mijn zaak. Zo kwamen ook mijn moeder en oma er pas achter dat ik me helemaal niet zo goed voelde.’ Ze werd drie weken intern opgenomen door de GGZ om een diagnose te stellen. ‘Omdat ik al overspannen was, ging het alleen maar steeds slechter. Het was zo traumatiserend, ik kwam uit een dorp en was niets gewend, en zag opeens jongens die zo psychotisch waren dat ze zichzelf niet konden verzorgen, meisjes met hele gaten in hun armen. De GGZ dacht dat ik autistisch was. Dat was ik helemaal niet, maar in die fucking setting wilde ik niet over mijn shit praten.’ Daarbovenop kwam een psychose. ‘Ik snapte niet meer dat de stemmen in mijn hoofd zaten, en dacht dat ze van buiten kwamen. Dan gaat de realiteit shiften met wat niet realistisch is.’

Gaan de stemmen ooit weg?

Ze hoort die stemmen nog altijd. ‘Ik heb het wel geaccepteerd. Wie weet gaat het ooit weg, maar eerlijk gezegd denk ik van niet. Totdat ik een groot mens ben geworden, misschien, die zijn shit helemaal together heeft. Maar het is wel kut, hoor, iedere move die ik maak wordt nageteld door mijn hoofd, daar wordt effe iets bij gezegd. Het is gewoon weird, en ergens wel interessant, dat mijn hersenen dat doen.’

Soms krijgt ze van anderen het advies: je moet die stemmen gewoon negeren, je moet het van je afzetten. ‘Als jij nare gedachtes hebt, kun je die parkeren en naar de supermarkt gaan om een zak chips en een fles wijn te halen, en even lekker te gaan chillen. Maar als ik in die rij ga staan voor de kassa, dan zeggen de stemmen in mijn hoofd: “Je hebt geen geld bij je.” Dan kijk ik in mijn portemonnee: ik heb wel geld bij me! “Nee, maar dat is nepgeld!” Maar het is geen nepgeld... toch? Dan sta je supershaky bij de kassa, rood te worden en faya te gaan. Daardoor ben ik de hele tijd in dubio als ik dingen doe.’

Steeds meer zelfmoord onder jongeren

Waarom ze het zo belangrijk vindt om deze verhalen te vertellen? Vanochtend in de krant las ze nog dat het aantal zelfmoorden onder jongeren in Nederland het afgelopen jaar bijna is verdubbeld, van 48 naar 81. ‘Het gaat om kinderen, hè, die een jaar eerder nog met Lego zaten te spelen? Ik kan er echt om huilen, dat ze dit leven en deze wereld en zichzelf zó niet meer aankonden. Ik was veertien toen ik probeerde zelfmoord te plegen, iedereen was net aan het zoenen met jongens, nepwijn aan het drinken en stiekem aan het blowen. Je kan dan niet tegen je vrienden zeggen dat je het moeilijk hebt, je wil ook een beetje trots zijn op jezelf. Ik wil nu echt andere kinderen helpen. Laatst kreeg ik van een jongen een berichtje in m’n DM dat hij stemmen in zijn hoofd hoorde, en het niet aan zijn psycholoog durfde te vertellen omdat hij bang was dat de psycholoog hem voor gek zou verklaren. Dat is echt kut, in je eentje hiermee zitten is het allerengste ooit. Het is heel belangrijk dat je een volwassene vertelt dat het niet goed met je gaat.’

Nog een reden om de noodklok te luiden over psychiatrische zorg voor jongeren in Nederland: een kind met een acute blindedarmontsteking wordt in Nederland meteen opgenomen, maar voor een kind dat gevaar loopt door acute suïcidale neigingen blijkt ‘na twee uur bellen geen enkele plek in het hele land beschikbaar’, zoals hoogleraar jeugdpsychiatrie Manon Hillegers het in februari verwoordde in NRC. ‘Dat is heel herkenbaar. Bij de kliniek waar ik een paar jaar geleden ben opgenomen, ben ik superslecht behandeld. Ik had helemaal niet zeventien uur in de isoleercel hoeven te zitten. Daarom werd toen al besloten dat ik naar een andere kliniek zou gaan als er weer wat zou gebeuren.’

Dat ging helemaal mis toen ze een paar maanden geleden weer een psychose kreeg. ‘Misschien wel de heftigste die ik ooit heb gehad. Ik dacht dat ik letterlijk in de hel was, dat ik dood was en daardoor onsterfelijk. Ik dacht dat ik alles kon doen, en wilde graag naar de hemel toe. Mijn moeder belde de crisisdienst op zaterdag, op zondag kon ik er pas heen. De mensen daar waren superjong. Dat hoeft niets te betekenen, maar je moet wel heel sterk in je schoenen staan om zo’n situatie op je 23e aan te kunnen. Ze zeiden doodleuk: dit is niet jouw regio, dus morgen moet je weer naar huis. Mijn moeder zei dus: “Stien, ik kom je morgen niet ophalen. Niet omdat ik niet wil, maar omdat het beter is als je hier blijft.” Ik had al helemaal in mijn hoofd zitten razen, dus wilde weglopen en van het AMC-dak springen. Gelukkig is dat niet gelukt, maar dat ze mij eigenlijk niet wilden opnemen terwijl ik zo heftig psychotisch was? Dat is belachelijk. Als je je been breekt, dan komt er wel direct een ambulance, en krijg je een rolstoel wanneer dat nodig is. Er is nu gewoon geen goede hulp voor kids met psychische problemen. Dat ligt ook niet per se bij de klinieken zelf, maar de protocollen zijn fucked up. Het gaat gewoon om geld. Er is me wel eens verteld dat je 800 euro per dag kost als je gedwongen wordt opgenomen. Nog zoiets: als je anorexia hebt en acuut hulp nodig hebt? Dan beland je op een wachtlijst en moet je nog vijf maanden wachten.’

Rustiger vaarwater

Gelukkig is Stien nu in rustiger vaarwater gekomen. De lithium helpt tegen haar manische depressiviteit, nu ze haar middelbare school-diploma op zak heeft (‘een wonder met alle shit waar ik doorheen ben gegaan’) en naar de Herman Brood Academie gaat heeft ze echt zin in de toekomst. Ook probeert ze nu negativiteit te vermijden, niet teveel boze muziek te luisteren. ‘Het is superraar om uit mijn mond te horen, maar ik zou mensen die depressief zijn of zich helemaal niet goed voelen aanraden… nou ja, mijn muziek kan wel triggering zijn, daar ben ik me bewust van. Daarom klinkt de nieuwe EP ook wat blijer. Als je stemmen in je hoofd hoort, luister dan mijn muziek om je niet alleen te voelen, maar gooi er ook een beetje Ronnie Flex of Bizzey bij. Maak een soepje dat je aan kunt. Toen ik een paar jaar geleden superslecht ging, luisterde ik alleen maar Yung Lean, Bring Me The Horizon en Lana Del Rey. Allemaal heftig en negatief, daar ging ik zo slecht op.’

Ze voelt sowieso heel snel allerlei emoties en gevoelens bij muziek. ‘Als je op straat loopt en Bizzey luistert, dan voel je je fucking goed. Maar als ik Lil Peep luister, voel ik me altijd super op m’n tenen lopend. Dat mijn muziek ook een emotioneel effect heeft op mensen? Dat vind ik het… op een na hardste van muziek maken.’

En het hardste? ‘Ik wil er geen diep ding van maken, en het is totaal niet suïcidaal bedoeld, maar als ik dood ga, kunnen mensen voor eeuwig naar het internet gaan om mijn muziek te luisteren. Zo blijf ik voor altijd bestaan, zoals je nu ook nog naar Ramses Shaffy of Nick Drake kunt luisteren. Maar het is niet dat ik nu dood wil, juist niet, ik ben supergelukkig.’

'Ik probeer nu van mezelf te houden. En ik ben pas zeventien, dus ik hoef nog helemaal niet van mezelf te houden.'

Ze bezweert het, en ondanks al deze heftige verhalen komt ze in anderhalf uur praten in het Vondelpark ook écht over als een gelukkig zeventienjarig meisje – dat toevallig hele mooie muziek maakt. Ze kan al gelukkig worden van popcorn (‘zout, natuurlijk!'). Van ’s ochtends in de trein zitten, van hele foute series als Crazy Ex-Girlfriend op Netflix, of voetbal kijken: ‘Ik ben niet echt voor een club, maar kies er vooraf eentje uit en speel dan ook niet vals door halverwege van partij te switchen. Dan word ik fanatiek, hoor: HEUYYYY BARCELONA!’

Ze lacht nu graag naar mensen op straat, vertelt ze. ‘Doe dat gewoon wat vaker, dan hebben we in ieder geval drie of vier keer per week het gevoel dat we ertoe doen. Van oorsprong haatte ik mezelf niet, maar door de buitenwereld werd ik zo onzeker dat ik mezelf ging haten. Als ik zie dat iemand op straat naar me lacht? Dan heeft in ieder geval één iemand mij geaccepteerd als mens. Ik probeer nu van mezelf te leren houden. En ik ben pas zeventien, dus ik hoef mezelf nog helemaal niet te omarmen, ik mag mezelf nog superkut vinden. Toch probeer ik het, van mijn hersenen, van hoe ik ben en doe, hoe zwaar dat ook is. Het is zo belangrijk dat we elkaar daarin respecteren, want kijk, weet je wat het is? Het enige dat je hebt, dat ben je zelf. Als je jezelf gaat opfocken, dan heb je niets meer.’