ESNS18: Iguana Death Cult verdient een systeemplafond om te laten sneuvelen
Rotterdamse rockers kunnen vanuit elke positie nog meer gas geven
Het best is Iguana Death Cult als frontman Jeroen Reek probeert zijn kettinkje op te eten en tegelijk zijn tong laat bungelen als een dolle hond. Echt waar. Zie je dat, dan weet je dat het menens is. De Rotterdamse band bracht hun debuutalbum zelf uit, ze speelden tijdens de Popronde overal en nergens en zijn in de tussentijd uitgegroeid tot een van de beste Nederlandse garagerockbands. En internationaal moeten ze in hun eigen hoek toch ook echt wel potten kunnen breken.
Maar wat gebeurt er dan ‘Als het menens is'?
Ze laten de vlam keihard in de pan slaan. Meestal gebeurt het als ze plotsklaps gas geven. Vanuit een repetitieve, psychedelische groove laten ze dan de boel opeens ontploffen met een enorme tempoversnelling, een razende riff of simpelweg door keihard te schreeuwen. Aan schijnbewegingen doen ze niet. Als het kan, gaan ze voluit.
En dus is er dit jaar weer eens een systeemplafond gesneuveld?
Helaas, ze stonden in de foyer. Als ze op een iets wat betere plek hadden gestaan, was het ongetwijfeld een grote zwetende bende geworden. Nu struikelden de dronken idioten, die normaal gesproken de tent/het systeemplafond slopen, het gangpad op als hun dronken idiote vrienden ze een enthousiaste rotbeuk verkochten. Zonde.
Meer Noorderslag? Check hier ons dossier.