LL19: KOKOKO! danst op het schroot van de tweede wereld
Geupcyclede danceband uit Congo klopt aan de deur
Klop klop, wie is daar? ‘KOKOKO KOKOKO! KOKOKO KOKOKO!’ Met een schreeuw komt de zingende drummer van de vijfkoppige band het podium op rennen, gekleed in een gele overall die doet vermoeden dat hij een kliko in zijn kielzog zou hebben, zijn drumstokken in de lucht gestoken, zijn gezicht uitgestreken in een wijde grijns. De bandnaam vertaalt zich naar een drievoudige klop aan de deur, en met die dringendheid komen ze ook naar Lowlands.
De Congolese band werd in 2016 gevormd nadat de Franse producer Débruit naar Kinshasa kwam om daar meer te leren over de muziek van de plaatselijke community. Daar stuitte hij op allerlei muzikanten die hun instrumenten zelf vervaardigen uit het schroot dat ze om handen hadden: geupcyclede wasverzachterflessen gebruikt als conga’s, een gitaar gemaakt van een stel blikjes, hout en een stuk ijzerdraad, een drumstel gemaakt van staalschroot en vuilniszakken, enzovoort. Om maar zoveel te zeggen als: de rauwe materialen uit Congo zijn weggenomen en worden in andere landen gebruikt. ‘Wanneer de wereld klaar is met onze producten, komen ze hier weer terecht, verteerd en versleten,’ vertelt de band. En wat doe je dan? Roeien met de riemen die je hebt. Afgelopen maand kwam hun debuut Fongola uit, een opruiende, experimentele danceplaat waarin de attitude van de no wavescene in polyritmische dancepunk wordt gegoten.
Hartstikke dringend, maar laten we wel wezen: geen hond verstaat vandaag een woord van wat ze zeggen. ‘C’est le bidon!’ probeert de drummer even als hij over de congo’s van de voorkant van het podium roffelt. Maakt niet uit trouwens, want de Lima staat in no-time op zijn kop. Terwijl Débruit zijn drumcomputer laat klappen en de synths piepen en kraken, roffelen drie, soms vier bandleden een polyritmische kluwen aan elkaar, dan weer buitelen ze over elkaar heen alsof ze aan het apenkooien zijn. Hun opzwepende grommen en kreten worden meteen naar ze terug gescandeerd.
HET MOMENT:
Die zingende drummer, met zijn gigantische grijns van oor tot oor, is nog wel het leukst om naar te kijken. Het ene moment springt hij met wijdgespreide armen op een verhoging als een messias, het volgende moment hinkstapt hij met de boogie in de benen over het podium. Op het einde heeft hij zichtbare moeite om zich los te scheuren van het gretige publiek, en blijft dus nog maar even KOKOKO! naar het publiek te gillen terwijl hij met zijn voet achter het drumstel nog een opruiende kick verzorgt, terwijl de stagemanager van achter de coulissen staat te kijken. Dat scanderende publiek zegt meer dan genoeg: KOKOKO! heeft de deur wijd opengezet.
Meer #LL19 in ons dossier vol voorpret, interviews, recensies, en sfeervideo's!