PP25: Inhaler is ook een band.
Galmende poprock mist onderscheidend vermogen
Het is niet moeilijk om je voor te stellen waarom Inhaler de harten van zoveel meiden doet smelten, toch? Kijk dan naar frontman Eli Hewson, met z’n witte wifebeater, z’n krullenbol en simpele tatoeages. Hij is echt een knapperd, maar toch ook niet te gevaarlijk. Dat geldt ook wel voor hun galmende poprock: over het couplet van slotsong ‘My Honest Face’ zou je ook gerust ‘Sex On Fire’ kunnen zingen. Máár er zit nog een stuk meer vuur in Hewson dan we de afgelopen drie Pinkpop-shows bij Kings of Leon hebben gezien. Inhaler heeft echt een vrolijke fancommunity, meiden die vandaag vanaf de eerste maat al hups hups hups meespringen. Eentje facetimet lachend een vriend bij ‘Who's Your Money On’: kijk dan, ze spelen je favoriet!
Maar er zijn nog niet genoeg Inhaler-fans in Nederland om de Ziggo Dome mee te vullen, dat bleek eerder dit jaar nog een maatje (of twee) te ambitieus. In die zin is dit slot halverwege de dag op de mainstage ook een tikkie ambitieus. De fans vermaken zich kostelijk, maar je ziet de niet-fan bijna hardop mijmeren: godver, wat zijn deze liedjes corny en inwisselbaar. Waar Kings of Leon nog wat southern rock-bangers had, slaat de galmrockschaal hier vaak door richting…. Kensington! In die zin is het niet verkeerd dat Inhaler op laatste album Open Wide net even een nieuwe koers insloeg: ‘Billy (Yeah Yeah Yeah)’ en ‘A Question Of You’ voelen in deze set zelfs een beetje funky, lichtvoetiger, richting de no nonsense-songs van The 1975.
HET MOMENT:
Maar wat is er nou precies gebeurd in het afgelopen uur? ‘Make some noise for yourselves!’, roept Hewson. ‘I want to see you!’ Veel meer actie hoef je niet van ze te verwachten, en echt onderscheidend vermogen hebben ze ook niet. Er is kortom geen liedje dat echt als Inhaler klinkt. En da's toch een beetje jammer.
Kijk het hele optreden van Inhaler HIER terug.