PP25: Korn unleasht de freak in Pinkpop
Nu-metal-pioniers na dertig jaar nog springlevend
Woahhhhhh, wat een brute muur van geluid bouwt Korn op als afsluiter van de North Stage van Pinkpop! Woedende salvo’s van die dubbele kickdrums. Zwaar omlaag gestemde riffs en dissonante akkoorden. En die stem van Jonathan Davis, die van kleur verschiet als een kameleon. Nog altijd kan hij van dat nasale, maffe zangstemmetje in een micro-seconde omschakelen naar diep geblaf, naar monsterlijke scat-vocals en meer grungey gezongen refreinen. Slechts een enkele keer moet hij even zoeken naar de juiste toon, of komt hij moeilijk boven al dat geweld uit, vaker klinkt het echt onvoorstelbaar goed voor een zanger die al zo lang al zijn ellende eruit kotst.
Al 31 jaar bestaat de band, zegt hij dankbaar, echt een onvoorstelbare lengte. Begin jaren negentig zouden ze de basis leggen van nu-metal. Zij waren er nog voor Slipknot, System of a Down, Limp Bizkit, hun debuutalbum uit 1994 legde de blauwdruk voor hele generaties aan bands die hun woede en anxiety wilden kanaliseren in de generatie MTV. Om dat nog eens extra aan te stippen, openen ze met ‘Blind’, de albumopener van die eerste plaat., en even later ook nog ‘Shoots and Ladders’, met een stukje van Metallica’s ‘One’ in de mix.
Het is niet alleen maar bulldozer-muziek. De virtuoze bassist Ra Díaz (die tegenwoordig Fieldy vervangt) neemt even plaats op een krukje om technisch complexe vinger tapping-arpeggio’s voor zijn rekening te nemen, Davis komt met zijn trademark doedelzak on stage. En ook de podiumproductie is indrukwekkend, met een vijftal bewegende lichtpanelen die als een benauwend plafond omlaag komen (om de claustrofobische sfeer van die riffs nog eens extra te benadrukken), en vervolgens blauwe en rode lasers beginnen te schieten. ‘Pinkpop, are you having a good time?!?!?!?!?’ Hell yeah, de beste tijd van vandaag!
HET MOMENT:
Nu-metal is springlevend, Korn is voor alle generaties outsiders en freaks. Er staan Gen Z-meiden met septum-piercings en Iron Maiden-shirts (en een Nijntje aan de leren tas gehangen) te headbangen, gastjes die het Korn-logo trots op hun borst dragen en heel overtuigend regel voor regel Davis nadoen, piepjonge festivalbezoekers met schedels op de arm getatoeëerd die de tijd van hun leven hebben, en daarachter: hun ouders, die de muziek uit hun jeugd nu eindelijk met hun kids kunnen delen. En ook de normies zijn vanavond even freak. Allemaal samen: ‘FUCK THAT SHIIIIIIIIT!’ Wie had dat gedacht, Korn als band die de generaties zou verbinden?