PP22: Joost hakt zijn trauma’s aan gort
Friese artiest eert zijn overleden ouders
Het ene moment sta je in een wall of death zo groot als het eerste vak, gniffel je om ‘Crazy Frog’ (‘ik heb een tatoeage van een kikker’, roept Joost zelf) of rap je zijn domste slimme lines mee (‘ik ben fly net een meeuw, het is de blanke Paul de Leeuw’). En het volgende sta je keihard mee te janken met de Friese rapper Joost. Echt waar, het is nogal een wervelwind van emoties bij de opener van de Noord-stage op zondag. ‘Ik vind jullie echt lief’, grinnikt hij. ‘Vroeger op mijn kinderfeestje kwamen er niet twee of een, maar nul vrienden. En nu sta ik hier.’
Altijd al schuilde er onder zijn absurdistische humor een groot verdriet, altijd al waren de knipogen naar internetcultuur zijn manier om een superzware jeugd een plekje te geven. Maar zoals hij zelf op het podium zegt: ‘Pas de afgelopen twee jaar heb ik de weg naar zelfontwikkeling echt ingezet.’ Want het ging niet goed met Joost, hij had een keiharde psychose, werd bij de GGZ van het kastje naar de muur gestuurd, om uiteindelijk in traumacentra geholpen te worden. Hij zingt het in het verwarrende Tiktok-fähige nieuwe ‘Wachtmuziek’: zelf staat–ie keihard mee te hakken op het happy hardcore-liedje over de verdrietigmakend lange wachtlijsten voor de GGZ. ‘Als het echt teveel wordt, als je groen en geel wordt, en je hebt een hoop verdriet…’, zingt een versneld kinderstemmetje over een vrolijke gabberbeat. Even later volgt een mal Doe Maar-liedje over ‘PTSD’. Het is tegelijkertijd vrolijk en diepverdrietig, en je zíét gewoon dat Joost live op het podium die shit nog staat te verwerken.
Tijdens het 80s synthpop-liedje ‘Papa en Mama’ breekt hij echt, en lukt het hem niet meer om mee te zingen. Al tien jaar geleden is het dat zijn beide ouders overleden. Op het scherm komen foto’s van een piepjonge Joost Klein met zijn ouders voorbij. ‘Ik wist gewoon dat ik ging huilen. Elke repetitie moest ik huilen. Ik kwam de afgelopen twee jaar mijn kamer niet uit. Ik was het leven zat.’
HET MOMENT
Echt tijd heb je niet om erbij stil te staan, want Joost is alweer grapjes aan het maken, hij vraagt om een gigantische wall of death (en krijgt die natuurlijk ook). Maar hij eindigt met een oprecht, klein liedje over de crematie van zijn pa. Hij zingt het op de rand van het podium, gewikkeld in een Friese vlag. En het hele veld geeft hem hartjes, het hele veld overlaadt hem met liefde.