Kleine festivalletjes worden groot. Le Mini Who?, het recalcitrante zusje van Le Guess Who?, beleefde in 2017, in retrospectief, haar laatste editie aan bakermat de Voorstraat. Le Mini Who? 2018 zal dan ook de boeken ingaan als de editie waarin het festival de stap zette naar het ruimere Rotsoord. Wij waren benieuwd hoe dit zou uitpakken en gingen de sfeer proeven.

Rotsoord als nieuwe locatie

Omdat de locatie zeer bepalend is voor de sfeer, logistiek en dynamiek van een festival, is het een dappere stap voor Le Mini Who? om naar Rotsoord te verhuizen. Een stap vol onzekerheden maar ook van kansen. En tegelijkertijd onontkoombaar: de situatie aan de Voorstraat was niet langer houdbaar. Lange rijen voor kleine, overvolle locaties leidden tot toenemend gemor onder bezoekers. Daarnaast wil Le Mini Who? meebewegen met de stad en op zoek naar nieuwe plekken met een rauw randje.

Rotsoord is een van oudsher industrieel gebied aan de zuidgrens van de oude binnenstad. Het is sinds enige jaren in transitie. Het voormalige verdomhoekje rond de Hoogravense watertoren is in herontwikkeling tot woon- en werkgebied. Dit heeft als een injectie van jong leven en ondernemerschap geleid, waar gevestigde organisaties als podium De Helling en restaurant LE:EN volop in meebewegen. De nieuwe en jonge bewoners maken Rotsoord een levendige plek waar ruig en aangeharkt samenkomen, waar ontwikkelingen elkaar snel opvolgen en waar nieuwe dingen kunnen ontstaan. Kortom, een stukje stad waar een festival als Le Mini Who? zich thuis moet kunnen voelen.

Vanuit inhoudelijk perspectief valt alvast te constateren dat de muzikale identiteit van het festival ongeschonden uit de verhuisdoos komt. Net als andere jaren bevat de affiche een zorgvuldig samengestelde proeverij van het beste dat de vaderlandse underground te bieden heeft. Het kloppend hart van het programma zijn acts die zich laten omschrijven als rauw, energiek en bezwerend. Heen en weer pendelend tussen De Helling, De Pastoe Fabriek en NE:EL was een doorlopend programma van afwisselend new wave, shoegaze, punk en grunge te horen. Op de knussere locaties als Koffie Leute aan de Westerkade, Café Brutal in de Watertoren en Klein Berlijn was er ruimte voor het werk dat de aandacht van de luisteraar verlangt in plaats van opeist.

En werkte dat ook?

Ja, dat deed het! Dat was allereerst af te meten aan de grote belangstelling. Ondanks het donkere en druilerige weer was er van meet af aan een behoorlijke groep liefhebbers op de been waardoor vrijwel alle acts konden rekenen op warme belangstelling. Zowel T.S. Elliot Appreciation Society als Aestrid waren overweldigd door de omvang van het publiek in NE:EL. In de loop van de middag ontstonden er voor De Helling, Taplokaal Gist en Brutal zelfs kleine rijen, al zal dat niet tot grote teleurstellingen hebben geleid. De verschillende podia lagen op korte loopafstand van elkaar en omdat dit deel van Rotsoord autovrij is, was het een kleine moeite om snel naar een andere locatie te wandelen. Ook fijn: veel locaties zijn ingericht op het ontvangen van groepen en hebben ervaring met het organiseren van optredens, zoals LE:EN en Klein Berlijn. Het resultaat was vlotte logistiek, overwegend goed geluid en altijd een fatsoenlijke kop koffie, biertje of plek voor een sanitaire pitstop. Kortom, er kon weer zorgeloos nieuwe muziek worden ontdekt en daar was het allemaal toch om begonnen. Dat is met recht een knappe prestatie van de organisatie, die daarbij de bakens ook nog wat heeft weten te verzetten. Locaties als De Pastoe Fabriek, NE:EL en De Helling maakten het mogelijk om tot later in de avond door te programmeren en om met acts als het dansbare YĪN YĪN en het explosieve Pig Frenzy naar een bevredigende climax toe te werken.

De grote vraag nu is hoe lang Rotsoord Le Mini Who? kan huisvesten. Het gebied zal zich de komende jaren verder ontwikkelen, waarmee nieuwe groeikansen ontstaan. Als Le Mini Who? ook in dit tempo blijft doorgroeien, zullen de lange rijen op termijn weer terugkeren. Het werkspoorgebied en de Cartesiusdriehoek lonken, maar voor de komende jaren heeft Le Mini Who? op Rotsoord een passend onderkomen gevonden.

Clasine

We openen de dag in De Zagerij, waar de Utrechtse singer-songwriter Clasine optreedt. In het midden van het restaurant staat een soort hek waarmee het eetgedeelte wordt gescheiden van de lounge-achtige ruimte, die uitkijkt over het water van de Vaartsche Rijn. De laatkomers nemen achter het ‘hek’ plaats en kunnen daar doorheen kijkend de show nog steeds volgen. Clasine ziet veel bekende gezichten in de ruimte. Leuk, “maar ook een beetje eng”, deelt ze met de aanwezigen. Met een versterkte gitaar speelt ze melancholische liedjes waarin soms grunge-patronen te horen zijn. Haar stem is relatief zacht maar tegelijkertijd ook zelfverzekerd. En ook een wat fermere uithaal schuwt ze niet.

KIEFF

KIEFF komt uit Oegstgeest en heeft humor, getuige de titel van hun eerste demo ‘Kieff Richards’. Het jonge viertal maakt theatrale hak-op-de-tak-postpunk waar de cavia onrustig van wordt. De stukken zijn  lang, experimenteel en vol abrupte overgangen maar ook consistent in de sfeer die wordt opgeroepen. De energie waarmee dat gebeurt is aanstekelijk en gezien de complexiteit van de nummers kun je niet anders concluderen dan dat KIEFF akelig goed op elkaar is ingespeeld.

The T.S. Elliot Appreciation Society

“Rain is beating steadily on the windowpane.” zingt Tom Gerritsen, alias The T.S. Elliot Appreciation Society, in het ingetogen ‘Tomorrow’. Goed, laat het vandaag een miezerbuitje zijn op het dak van NE:EL, maar we doorleven het gevoel allemaal. Gerritsen heeft de laatste hand gelegd aan een begin 2019 te verschijnen album en speelt vandaag samen met Lotte van Leengoed uitsluitend nieuwe songs. Die liggen op het eerste gehoor in het verlengde van het eerdere, door songwriters als Damien Jurado, geïnspireerde werk.

Price

Price begint de set in de foyer van De Helling met een song vol ijle gitaren en een diep pulserende bas op een motorik beat. De band roept met die cadans een lekkere eighties vibe op. En weet die in de volgende song vakkundig om zeep te helpen met een grungy gitaarmuur. Hallo nineties! We worden nog een aantal keren heen en weer geslingerd tussen die twee decennia. Ja, de band bewijst beide sounds goed in de vingers te hebben, maar laat na om ze bij elkaar te brengen. Het resultaat klinkt vrolijk en energiek maar ook als een gedesoriënterende trip in een op hol geslagen teletijdmachine.

Aestrid

Aestrid heeft een drukke dag. ‘s Avonds staat een Popronde-show in Deventer op het programma maar eerst deze show in een volgepakt NE:EL. Voor Le Mini Who? hebben de Utrechters een speciale set samengesteld: vier wat langere nummers waarvan er een aantal mooi opbouwen  van ingetogen en zacht naar snel en intens. Een aantal daarvan staat ook op het nieuwe album A Lake Inside, dat ergens in 2019 gaat verschijnen. Maar voor het zover is vertrekt de band eerst naar Canada, waar ze de komende twee weken tien shows spelen.

LEWSBERG

Het Rotterdamse Lewsberg heeft wat ons betreft één van de beste Nederlandse gitaarplaten van 2018 gemaakt. In het geluid van de band is de Velvet Underground  nooit ver weg, mede door de praatzang van gitarist Arie van Vliet. Ook hoor je  het rinkelende gitaarspel van The Feelies. Live heeft de band nog wat extra drive waardoor ze soms meer naar postpunk gaan. De solide basis van de drummer en bassiste zorgen ervoor dat Van Vliet en andere gitarist Michiel Klein (Bonne Aparte) alle ruimte krijgen voor hun gitaarspel dat soms in elkaar overloopt en op andere momenten weer lekker afstoot. Van Vliet is de ‘beheerste’ speler van de twee, terwijl Klein af en toe lekker uit de bocht vliegt. 

YĪN YĪN

Op papier is het Maastrichtse YĪN YĪN een tweemansproject van Yves Lennertz (Bounty Island) en Kees Berkers (Baby Galaxy), in de praktijk blijkt het een dampende vijfmansband te zijn die super dansbare Thaichedelische muziek maakt. Dat genre doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar de manier waarop Altin Gün muziek uit het Midden-Oosten in zijn geluid verwerkt, doet YĪN YĪN dit min of meer met muziek uit Zuidoost-Azië. Ze mengen niet-Westerse muziek met  disco, funk en elektronische geluiden tot een uiterst swingend geheel. In LE:EN maken ze er een mooi feestje van: de dubbele drummers zorgen voor veel dynamiek en Lennertz maakt met zijn twaalfsnarige gitaar een geluid dat soms op een sitar lijkt. Zelfs achterin de langgerekte zaal wordt gedanst. De band staan op de komende editie van Noorderslag en wij achten de kans heel groot dat je deze band komende zomer op een festival kunt zien.

Pig Frenzy

Voor de wildste show van de avond was Pig Frenzy verantwoordelijk. Wat er tijdens het optreden van de Rotterdamse zelfverklaarde ‘freak-show’ gebeurde is nauwelijks in woorden te beschrijven. Een korte bloemlezing: een verwoestende bak herrie met varkensmaskers, weinig kleren aan, moshen, tussen het drumstel vallende zanger, veel energie, crowdsurfende zanger en alles en iedereen proberen te slopen. Typisch zo’n geval van ‘je had erbij moeten zijn’. Gelukkig hebben we de foto’s nog...

Gezien: Le Mini Who? 2018, zaterdag 10 november 2018 @ Rotsoord