Authentieke rock ‘n roll troubadour Fred Eaglesmith bezingt zijn nomadische bestaan

Mathijs Leeuwis verklaart zijn liefde aan ‘ons mam’ en Noord-Brabant

Maarten de Waal ,

Bands en trends komen en gaan, maar een aantal artiesten slaagt erin om in de loop der jaren een trouwe fanschare op te bouwen, die alle tours van hun held tracht te bezoeken en al lang van tevoren reikhalzend uitkijkt naar een optreden. Zo’n artiest is Fred Eaglesmith, die zeker in Nederland (het land van zijn verre voorouders) altijd weer de nodige mensen op de been weet te brengen. Zo ook deze kille februariavond in de Kleine Zaal van 013, die aan het begin van een nieuwe werkweek toch behoorlijk vol gelopen is. Volkomen terecht, zo zal blijken, maar eerst is het de beurt aan de lokale singer/songwriter Mathijs Leeuwis om het publiek op te warmen.

MATHIJS LEEUWIS

Bescheiden als hij is, weet Mathijs dat het publiek deze avond voor het merendeel waarschijnlijk niet voor hem gekomen is. Niettemin is dit voor hem natuurlijk een uitgelezen kans een breder gehoor met zijn muziek kennis te laten maken, een kans die hij met beide handen aangrijpt. Met liederen over schuchtere meisjes met rode vlekken op de wang, het kanaal bij Waalwijk en zijn beste vriend, houdt Mathijs het het liefste klein en dicht bij huis. Zijn gitaarspel mag er zeker wezen; dat hij soms een beetje moeite heeft zijn teksten soepel in het metrum te passen, zij hem vergeven – wanneer je je liedjes in het Nederlands schrijft, vallen dit soort kleine schoonheidsfoutjes sowieso meer op dan wanneer je je van een vreemde taal bedient. Zijn stem is hier en daar wat dik aangezet, maar wat op ons lichtelijk overdreven en geaffecteerd overkomt, zal menig dameshart sneller doen kloppen, dus ook dat doet hij goed. Zijn slotnummer, een eerbetoon aan de provincie Noord-Brabant in het algemeen en Valkenswaard en zijn mama in het bijzonder, moet alle moederharten in de zaal wel vertederd hebben. Al met al een heel aangename introductie van de avond, door Mathijs goed en professioneel aan elkaar gepraat, die wellicht enige bezoekers heeft weten te verleiden zijn plaatwerk aan te schaffen.

FRED EAGLESMITH

Of Fred erg van zijn moeder houdt en of dat deze überhaupt nog leeft, komen we tijdens zijn optreden niet aan de weet – erg honkvast is hij in elk geval niet, want reeds op jonge leeftijd verliet hij de boerderij op het platteland van Canada waar hij opgroeide, om meeliftend op goederentreinen het hele land te doorkruisen. Fred is een van de weinige mensen in het huidige tijdsgewricht die het romantische drifter & rock ‘n roll bestaan nog echt verwerkelijken; als we hem op zijn woord mogen geloven, is hij al sinds 1996 zonder onderbreking aan het touren. Veel centjes heeft hem dat niet opgeleverd (een blik op zijn gitaar is voldoende om je daarvan te overtuigen), maar wat hij wel heeft is een gevoel voor vrijheid dat tegenwoordig helaas een absolute zeldzaamheid is geworden. Zijn harde opvoeding in een arm zwartekousenmilieu is hier wellicht debet aan – hij weet wat het is om met weinig te moeten rondkomen, en weet daarom ook nog welke vrijheid een relatief lege buidel aan een mens kan geven. Denk overigens niet, dat hij het leven van de muzikant rooskleuriger voorstelt dan het is: Liederen als ‘Alcohol And Pills’ en ‘Johnny Cash’ getuigen vooral van de donkere kanten van dit bestaan. Ook hartzeer komt in voldoende mate voorbij, vele mislukte liefdes passeren de revue, hoewel Eaglesmith daar meesterlijk de komische kanten van kan belichten (met name een nummer over een adolescentenrelatie met een veel oudere vrouw springt er wat dit betreft uit).

Humor is sowieso een essentieel onderdeel van dit hele optreden: Eaglesmith is een rasentertainer, en zijn show biedt naast het nodige muzikale vertier ook lange gesproken intermezzo’s, gevuld met melige grappen over zielige zeehondjes (die men in Canada nog steeds doodknuppelt), sterke anekdotes over politieachtervolgingen met een voor de vluchters gunstige afloop (“in die tijd had men nog geen politiehelikopters, een achtervolging was een eerlijke strijd van man tegen man, zoals het hoort,” – en zo is het), beschouwingen over het karakter van de inwoners van Estland, een alcoholhoudend drankje uit het Drentse Spijkerboor dat volgens Eaglesmith ook LSD moet bevatten, zijn ervaringen met LSD, enzovoort, enzovoort.
Wat echter het meeste treft, is de eerlijkheid van een man die staat voor zijn muziek en de levensstijl die daarbij hoort. Wanneer de show is afgelopen, spoedt hij zich meteen naar de merchandise-stand om zijn fans de hand te schudden en na te praten over de show. Niks geen sterallures, gewoon rock ‘n roll zoals rock ‘n roll ooit was. Een voorbeeld voor de jeugd.