Net als Tom Waits, Nick Cave, Leonard Cohen of Johnny Cash, grote namen waar hij al veelvuldig en met recht tussen geplaatst is, weet de Rotterdamse zanger-liedjesschrijver zo puur geconcentreerd zijn teksten en melodieën te schrijven en te spelen dat het je diep in de ziel raakt. Gedurende de tien tracks dompel je dan ook met gemak onder in de diepe donkere warme stem van Lotterman en zijn akoestische gitaarspel. Enkele keren maar wordt hij bijgestaan door zijn gastmuzikanten, waaronder zangeres Tessa Douwstra (bekend van Orlando en Wooden Saints), gitarist en zanger Bas van Holt (Wolf in Loveland), toetsenist Leon den Engelsen en trompettist Teus Nobel. Een duidelijk verschil dus met zijn vorige studioalbums.
‘Year Without Summer’ is gevuld met stuk voor stuk sterk verhalende, en in sommige gevallen licht autobiografische, songs. De melancholie in de melodieën en Lottermans doorleefde stemgeluid worden uitgebalanceerd met goed geplaatste nuancerende komedie in de teksten. Zo is er de eerste single, het uptempo ‘Indie’ waar Lotterman en Tessa Douwstra in een duet de draak steken met de muziekpers en het gebruik van de genreterm Indie. Ook in ‘Rolling Stones’, waar Bas van Holt vocaal bijvalt, neemt de nuchtere Rotterdamse zanger-liedjesschrijver zichzelf ook niet al te serieus. Samen bezingen ze de onzekerheid van het leven en zet Lotterman zichzelf weg als niet betekenisvol en ervan dromend een simpele tamboerijn speler bij de Rolling Stones te zijn.
Het maakt niet uit of Mark Lotterman zijn teksten laat voortkabbelen in twee krappe (‘Scenes From My Childhood’) of zeven ruime minuten (‘Brighton’), hij weet net als Hank Williams of Neil Young levenswaarheden te verweven in elk van zijn tracks. Zelfs dan is er niets triester of weemoediger dan een seizoen af te sluiten door aan het einde komen van een fantastisch album. Waarbij het mooie bugelspel van Teus Nobel in het laatste nummer ‘Watch The Season Change’ de domper zeker verzacht.