Ondanks de grote bekendheid in het buitenland is de band in Nederland enigszins onopgemerkt gebleven. Met het laatste album ‘Who Needs Who’ heeft de band zich wederom gemanifesteerd met een onvergelijkbaar geluid en lijkt het de aandacht van het Nederlandse publiek te hebben getrokken. Vanavond staan ze in een halfvol Rotown, een dag voordat ze spelen op het door TV On The radio samengestelde festival ATP. Ze worden ondersteund door North America, een duo uit Brooklyn dat met behulp van drum, gitaar en samples instrumentale nummers produceert.
Vol afwachting staat het handjevol mensen te luisteren naar de eerste klanken van North America. De instrumentale nummers kunnen de aandacht van het publiek perfect vasthouden, een enorme prestatie voor een voorprogramma. Het zijn lange nummers die onder virtuoos gitaarspel en drum tot een climax komen. De nummers hebben een simpele melodie als uitgangspunt, die wordt uitgebreid, afgekapt en opnieuw herhaald gedurende de nummers. Af en toe creëren ze een sfeer á la Ennio Morricone, om dan vervolgens radicaal om te slaan naar vuige shoegaze. Het is een mooie opwarmer voor Dark Dark Dark, zonder echt te behoren tot het genre van de hoofdact.
Snel daarna komt Dark Dark Dark het podium op en begint meteen te spelen. Het is een merkwaardige, maar prachtige keuze om te beginnen met het laatste nummer van het nieuwe album, ‘The Great Mistake’. Met het langzaam opbouwende nummer lijkt het alsof ze het publiek willen overrompelen nog voordat de bekende nummers worden gespeeld. Toch wordt meteen daarna ‘Who Needs Who’ gespeeld, het bekendste nummer van het laatste album. Een prachtig begin van het concert, waarmee iedereen wordt ingepakt en meegevoerd door de rest van het optreden.
Het gevaar bestaat er echter uit dat de nummers vaak stiltes hebben. De rust die nodig is om de muziek naar voren te laten komen lijkt op sommige momenten onbereikbaar doordat een enkeling in het publiek er doorheen praat. Dan lijkt het alsof de bandleden, die ingetogen luisteren naar elkaar, op het podium enkel voor elkaar spelen.
Het publiek veert zichtbaar op bij nummers als ‘How it Went Down’, waarbij Nona Marie Invie schuchter achter de piano vandaan komt en aan de rand van het podium gaat staan. Ook de single ‘Daydreaming’ van het vorige album is halverwege de set een goede afwisseling. De band lijkt perfect op elkaar te zijn ingespeeld en de nummers komen volkomen tot hun recht, zoals je alleen maar durft te hopen dat ze klinken.
Het zijn voornamelijk nummers afkomstig van ´Wild Go´en ´Who Needs Who´ die worden gespeeld en het eerste album, dat enigszins afwijkt wat betreft stijl, wordt vrijwel genegeerd. Ook het prachtige ´Bright Bright Bright´wordt niet meer gespeeld. Wellicht een logische keuze omdat het niet op een album staat, maar het heeft de band toch enige bekendheid opgeleverd.
Gedurende het hele concert blijft de band veelal in zichzelf gekeerd en neemt applaus bescheiden in ontvangst. Toch wordt de sfeer op het podium naar het einde toe langzaam ontspannen en lijkt de band meer met het publiek bezig te zijn. Wanneer de band na het slotnummer ‘Tell Me’ nog terugkomt voor de toegift, krijgt de vrolijkheid de overhand. Als laatste speelt de band het beste nummer ooit volgens zangeres Invie: ´Running Up that Hill´van Kate Bush. Een mooie uitvoering met de jazzy, folk twist á la Dark Dark Dark. Rotown danst, de band lacht, het feest der herkenning heeft zijn hoogtepunt bereikt. Het feest der melancholie blijft immers altijd bescheiden. Het is een concert van een band die men het liefst niet op grote podia ziet spelen, maar het is ze zo gegund.