Op deze koude, witte wintermiddag krijgt het landhuis Silence du Monde meteen een soort Charles Dickens-achtige charme. Tessa Douwstra (23) woont hier sinds maart vorig jaar met gitarist Frank van Kasteren en multi-instrumentalist Viktor van Woudenberg. Het drietal speelt naast Orlando ook in nu-folk collectief Wooden Saints. Het is bijna dé perfecte locatie voor een groep jonge, ambitieuze muzikanten. "We kunnen 's nachts in de tuin rondom een kampvuur koortjes oefenen. En niemand die het hoort.", lacht Tessa. Afgezien van de wilde dieren die zich in het bos bevinden dan. "Er zit een uil in de tuin. Dat is echt ontzettend gaaf!", pronkt de zangeres, die vervolgens een speelse poging waagt de roep van de uil na te doen. "Maar ook vlaamse gaaien. Die zijn heel irritant! "
Zo'n omvangrijk, afgelegen pand is hele andere koek dan Tessa's vorige onderkomen: een klein kamertje in Rotterdam waar elke poging tot muziek maken werd beantwoord met gelazer van de buren. Tijdens het zoeken naar een ruimte om de studio te bouwen was dit huis volgens Tessa (wonderbaarlijk genoeg) de eerste optie die zich voordeed.
Bij binnenkomst treft 3voor12/zuid-holland vier bandleden van Orlando aan in de keuken, recupererend van de lange repetitie van gisteravond. Bassist Ralf Pouw oogt nog het meest fit. "Ik lag er al redelijk op tijd in", vertelt hij, zijn uitsmijter naar binnen werkend. "We hebben vanaf vanavond nog een repetitie staan, maar intussen blijft iedereen bezig met eigen dingetjes." Links van Ralf aan de keukentafel zit Viktor met slaapogen achter zijn laptop, basgitaar op schoot. Hij is de partijen van een Patrick Watson-nummer aan het uitzoeken. "We hadden het gister over een liedje dat een hele rare structuur heeft maar niet zo voelt.", legt hij tussen het pielen door uit. "Het is heel goed nummer. Meestal vind ik nummers met een vage structuur heel vervelend, maar deze juist niet." Terwijl Tessa thee zet vult ze Viktor aan. "Je wilde de vorm analyseren, zo van "Waarom vind ik het nu wél mooi, terwijl ik er normaal nooit voor zou kiezen deze vorm te gebruiken?." Viktor knikt: "Het is meer de compositie die ik wil analyseren."
Tessa komt over als een impulsief maar bovenal uiterst sympathiek individu. Ze spreekt vlot en valt tijdens gesprekken soms onbeholpen met de deur in huis met komische oneliners. "Frank en ik hebben allebei nog niet gegeten", verontschuldigt ze. "Dus wij zijn snel stiekem een broodje aan het smeren en hopen dat jij dat niet erg vindt!" Niet veel later floept ze er spontaan uit dat het "uniek" is een interview "gewoon in pyjama" te mogen doen. Als Frank vervolgens aanschuift kan het interview “officieel” beginnen.
Hoe lang heeft het proces rondom The Early Warning Company ongeveer geduurd?
Frank: “We hebben eerst een studio gebouwd. Daar zijn we drie maanden lang mee bezig geweest denk ik. Toen hebben we eerst een andere plaat opgenomen, van mijn eigen bandje. Vervolgens zijn we met Tessa's plaat begonnen. Die was nog niet uit en moest eigenlijk in een streep doorgetrokken worden. Van december tot half januari zijn we dus non-stop bezig geweest.”
Tessa: “We hebben vanaf november vorig jaar alles opgebouwd en klaar gezet. Vanaf begin november zijn we gaan opnemen. We namen ongeveer twee, drie dagen in de week op en dat vier weken lang. En in december wilden we beginnen met mixen. Toen hebben we de eerste twee weken van december...eh..ge-overdubt..overdubt…overdubben. Maar dat was voornamelijk zang, want we hebben eigenlijk niets over…dubt?”
Frank: “Overgedubt!” (Frank en Tessa lachen hardop)
Tessa: “Eigenlijk hebben we alles live opgenomen behalve van gitaren en claps. Maar het is dus wel een soort puur natuur-album geworden. We speelden deze liedjes natuurlijk al een tijdje live voordat we de plaat gingen maken.”
Je bedoelt onder andere tijdens de Popronde?
Tessa: “Ja precies, dus het was heel snel duidelijk wat we precies de plaat wilden vastleggen. We hebben niet heel veel extra dingen toegevoegd.”
Ik las dat het idee begon bij het betrekken van een blazerssectie.
Tessa: “Klopt! Ja! Ik had een heleboel liedjes klaarliggen en het leek me leuk daar een bandje bij te halen, maar daarnaast iets met geluid wat ik niet vaak hoor. Of wat ik nog nooit heb gebruikt. Toen dacht ik: "Ik ken best wel wat mensen die blaasinstrumenten spelen." Wat als je dingen die je normaal op piano schrijft zou benaderen vanuit een soort begeleidende partij? Ik had Morris (Kliphuis, van o.a. Kyteman Orchestra, Kapok) gevraagd of hij mij wilde helpen. En toen zei hij na een tijdje: "Ik wil eigenlijk ook wel meedoen..." En toen dacht ik…"Nou...leuk!" (lacht). We hadden daarna samen besloten om de partijen voor trombone, trompet en hoorn te schrijven. In november 2011 begonnen we voor het eerst met repeteren.”
Je broedt dus al een tijdje op deze liedjes...
Tessa: "Ja, zeker! En toen ik bij de eerste repetitie de blazers hoorde dacht ik: “Ja! Dit is te gek! DIT is de bedoeling...”
Frank: “We hebben ook vrij lang daarvoor samen die liedjes gespeeld. Dat moment is al heel mooi, wanneer je een band erbij gaat vragen moet je ook een visie of een reden hebben. Zo van, "Waarom dan een band?" Die blazers voegden daadwerkelijk iets extra's toe aan de muziek."
Toen jij het songmateriaal aan het blazerstrio voorlegde, hoorden zij weer nieuwe dingen die jou verraste?
Tessa: “Het was voor mij de eerste keer in mijn leven dat ik echt ging arrangeren. Dat had ik nooit eerder gedaan. Ik had nooit echt "les" gevolgd ofzo, ik deed gewoon maar wat. Ik kreeg wel wat tips van Morris en Jan Teertstra, de bassist van Wooden Saints. Maar goed…dáár ging ik mee aan de slag! Zij vonden het in eerste instantie best een beetje vreemd wat ik had gemaakt. Dat ze dachten van , "Leuk, maar dit is niet echt normaal of zo." Ik heb natuurlijk geen idee wat "normaal" voor hen precies inhoudt, Maar bijvoorbeeld bij The Early Warning Company, de titeltrack van de plaat, daar hadden ze zoiets van “Ik begrijp er geen réét van!”. Achteraf vind ik dat nummer juist een van de vetste! Het heeft iets heel spannends. Ik had geen flauw idee wat ik deed, maar ik vind het mooi. Morris, Coos (Zwagerman) en Bernadette (Evers) vinden het nu heel fijn nummer om te spelen! Het was een grappig proces."
De titel Early Warning Company, dat klinkt een beetje alsof je je voor iets behoedt.
Tessa: (lacht) Ik vind best wel veel dingen spannend in mijn leven, laat ik het zo zeggen. Ik had het idee in mijn hoofd dat The Early Warning Company een bedrijf was dat mij gaat waarschuwen voor alle verkeerde keuzes die ik zou - kunnen - maken in mijn leven. Stel dat dat bestaat: wat doet het dan met je? Daar komt het hele idee van de artwork ook vandaan. Een bedrijf met mensen die de toekomst kunnen voorspellen. (lacht).
Een beetje zoals in de film Minority Report bedoel je?
Tessa: “Ja precies! Ik houd daar dus heel erg van! (Maar dat is ook het idee geworden van de plaat). En dat is eigenlijk typerend voor alles wat er op het album staat. Het is ook een soort 'volwassen worden'-plaat, hoe cliché dat ook klinkt.”
Pieker jij vaak over de toekomst?
Tessa: “Nee, helemaal niet. Het is meer zo: het is moeilijk om iets te kiezen, omdat je niet weet wat de uitwerking zal zijn. Het moment dat iemand tegen je zou zeggen,"als je dit doet ziet het er zo uit, maar op dit moment weer zó”...dat zou dingen een heel stuk makkelijker maken. Maar dat kan natuurlijk gewoon niet. Het album gaat denk ik niet eens zozeer over volwassen worden. Meer over het leren verantwoordelijkheid nemen voor de dingen die je doet. Dat is toch wel iets waar ik heel erg mee bezig ben.”
Wooden Saints is een grote bandbezetting waar jij een belangrijke schakel bent binnen de som der delen. Nu ben jij het opeens hét middelpunt.
Tessa: “Ik denk dat dát de reden is waarom alles NU gebeurt en niet vier jaar geleden: Omdat ik al die dingen heb mogen afkijken bij andere bandjes. En dat ik vervolgens ‘zelf mag’. Ik ben blij dat ik gelukkig al in een bandje zat. Het traject dat ik met Wooden Saints aflegde - en nu opnieuw met Orlando - is vergelijkbaar. Je leert steeds weer dingen bij. Het is ook leuk, want met Wooden Saints zijn we alweer bezig met een nieuwe plaat. Dus terwijl we druk spelen met Orlando in maart zitten we hier in de studio met Wooden Saints. Het album komt na de zomer uit. Maar bij (Wooden Saints) zijn we ook weer aan het opletten hoe dingen bij Orlando gaan. Zo leren we hoe we het met beide bands in de toekomst kunnen aanpakken.”
Ik bedoel meer dat men nu Tessa Douwstra als persoon onder de loep neemt. Er wordt Dokter Bibber met je gespeeld.
Tessa: (grinnikt) "Dokter Bibber! Dat is een leuke…"
Dat had ik dus bij de songtekst van opener "Put Me On The Lightbox". Het lijkt alsof je een dwarsdoorsnede van jezelf bekijkt om te checken of alles goed komt.
Tessa: "Zo van, "Kijk er eens even naar!". (lacht) Grappig…"
Daar gaat het dus niet over?
Tessa: “Daar gaat het juist wél over! (iedereen lacht)…daarom vind ik het goed verzonnen!”
Bij “Show Me Where The Bullets Go” klinkt het juist alsof je een beetje de draak steekt met een potentieel pijnlijke afloop.
Tessa: “Bij heel veel van de liedjes zitten ideetjes afkomstig uit films. Ik ging een keer naar de film met Viktor, The Next Three Days…met Russell Crowe? (pauzeert) Het was best wel een middelmatige film eigenlijk. De hoofdpersoon koopt op een gegeven moment een geweer en zegt: "Show me where the bullets go." Toen bedacht ik dat in een liedje te stoppen, omdat ik dat een intrigerende zin vond. Het liedje gaat er wel over: “Laat me iets heel gevaarlijks zien, dan doe ik net alsof ik het niet eng vind”. (pauzeert) Ik vind het wel moeilijk om over teksten te praten, want het is juist fijn als andere mensen - zoals jij net - het uitleggen. Te gek dat jij dat dan vindt...dat mag. Liever dat dan "Nee, nee, je hebt het verkeerd! Het gaat - hier - over!" Dat is echt heel suf, dat is niet de bedoeling van de muziek.”