Puur overleven bij Sick of It All

Hardcorelegendes breken Bibelot af

Tekst: Guido den Boer Foto's: Marc de Jong ,

Het gaat goed met de programmering van Bibelot. Speelden er op de gloednieuwe locatie eerder al succesvolle internationale bands als Korpiklaani, Finntroll en Less Than Jake, komt ook de legendarische hardcore punkband Sick of It All even buurten! Hardcore liefhebbers kwamen op woensdag 3 juli dan ook van heinde en verre om deze New Yorkers live te kunnen aanschouwen. Althans, aanschouwen… Overleven is misschien een beter woord. Want het gaat er bijzonder hard aan toe.

Het overleven begint al bij het bestijgen van de trappen naar het podium. Wie niet over een uitstekende conditie beschikt, zou zomaar eens halverwege af moeten taaien. De echte diehard survivalexperts weten echter tijdig binnen te komen om te zien hoe de Hengelose band Striking Justice de avond aftrapt.

Melodieuze hardcore met een rock ’n roll groove, zo omschrijft Striking Justice zichzelf. Dit hebben zij treffend weten te verwoorden. Er zit een behoorlijk tempo in de nummers en de riffs zijn erg sterk. Soms doet het bijna aan speedrock denken. De energie die van het podium spat krijgt het publiek nog niet echt los, hoewel er af en toe een voorzichtige driemanspit losbarst. Desalniettemin doet Striking Justice er alles aan om te laten zien hoeveel zin ze er zelf in hebben. Vooral een eervolle vermelding voor de bebaarde gitarist, zeg maar Techno-Viking-gone-hardcore, die in zijn net iets te korte broek als een bezetene over het podium schopt en stuitert. Misschien zorgde na afloop het ontknopen van alle snoeren voor extra ombouwtijd, spectaculair was het wel.

Het oorspronkelijk geboekte No Turning Back heeft moeten cancelen, wat voor de Rotterdamse band All For Nothing een kans biedt om het publiek goed op te warmen. Een taak die zij dankbaar uitvoerden. Belangrijkste wapenfeit van All For Nothing is frontvrouw (!) Cindy, een stoere, met tatoeages bedekte brulmachine met een hart dat puur hardcorebloed pompt. De muziek van All For Nothing is wat meer straight forward dan Striking Justice. De zaal is inmiddels ook een stuk drukker en het publiek heeft er ogenschijnlijk zin in. De pit is wat gegroeid en er wordt al gestagedived. All For Nothing geeft alles en dat pakt uitstekend uit. Hun taak is voltooid: Het publiek is warm voor Sick of It All.

Terwijl de roadies nog een paar laatste aanpassingen uitvoeren op het podium begint de zaal te rommelen. Eerst ver weg, maar snel naderend tot het de bierglazen bijna van de tap rammelt. Een alarm loeit boven het gerommel uit en eindelijk laten de helden van de avond zich zien.

Al sinds 1985 bestaat Sick of it All, dat voor een groot gedeelte verantwoordelijk was voor het typische New York hardcore geluid. Voor een band die al zolang bestaat zou je bijna verwachten dat je naar een stel saaie ouwe mannen gaat kijken. Niets is echter minder waar. Vanaf de eerste noot vliegen vooral de broers Lou en Pete Koller, respectievelijk op vocalen en gitaar, alle kanten op. Het publiek reageert aanvankelijk wat lafjes, maar wanneer Lou hen aanmoedigend toespreekt om de boel flink op stelten te zetten, gaat het behoorlijk los. Zijn broer Pete probeert zelfs de mensen op de balkons mee te krijgen, waarvan een enkeling zich moedwillig richting pit begeeft.

Sick of It All heeft vanavond een sterke set met een weloverwogen mix van oude en nieuwe nummers. Klassiekers als ‘Injustice System’ en ‘World Full of Hate’ doen het nog steeds zeer goed en de sympathieke frontman spoort het publiek aan om zo hard mogelijk mee te brullen. Als een jongeman door de beveiliging naar buiten begeleid wordt, volgens Lou Koller omdat hij aan het stagediven is, begint de band te roepen: “BRING HIM BACK! BRING HIM BACK!” Het publiek volgt hen hierin en de jongeman wordt weer binnengelaten. Of hij echt vanwege het stagediven is weggeleid valt te betwijfelen, maar het is een bewonderenswaardig gegeven dat de band zich zo bekommert om de jonge fan.

Sick of It All heeft het duidelijk uitstekend naar de zin. Drummer Armand Madjidi speelt met een constante glimlach op zijn gezicht, terwijl bassist Craig Setari zijn superieure bas-skills met veel vertoon ten gehore brengt.

Sinds jaar en dag zijn de liveshows van Sick of It All vooral berucht om één specifiek aspect: de wall of death. Hier hebben de diehards op gewacht. Het publiek splijt op instructies van Lou Koller in tweeën. Links voor het podium staan tot Koller’s groot vermaak een stel gigantische gasten, rechts staat een groepje iele tieners. Schrijver dezes had zich, onder het mom “alles voor de recensie”, aan de rechter zijde opgesteld. “SCRATCH THE SURFACE!” De twee zijden rennen onder de zware intro van deze deze überklassieker op elkaar af in een welhaast epische strijd, waarbij uw recensent tegenover een boom van een gast, zeker 3 bij 3 meter, bijna het onderspit moet delven. Het gaat er echter gebroederlijk aan toe en de band lacht tevreden. Na een ruim uur sluiten zij de show af, een zwetende, dampende zaal achterlatend. Blauwe plekken alom, en schijnbaar ergens een gebroken neus, maar dat hoort bij Sick of It All. Overleven. Puur en simpel.