Feestende Bosjesmannen in Bibelot

Metsatöll en Korpiklaani mixen folk, polka met metal

Tekst: Lodewijk Hoebens Foto's: Sandra Grootenboer ,

Is er een tolk in de zaal? Afgelopen donderdag stonden namelijk twee authentieke folkmetal bands in het nieuwe Bibelot. Metsatöll zingt in Võro, een Estische taal terwijl noorderburen Korpiklaani vooral dialecten uit de Sami streek, standaard Fins en Engels hanteren. Vrij vertaald gaan de teksten over oude mythes, drinken en feest vieren.

Wanneer bij binnenkomst de vrolijke Deense drummers van Safri Duo door de speakers knallen zoeken wij ons heil bij de mainstage. De zaal is half gevuld met een merendeel aan tieners uitgedost in zwarte bandshirts, uiteenlopend van Guns 'n Roses tot Green Jëlly. De voertaal vanavond is Engels. Fans uit het binnen- en buitenland zijn afgereisd naar Dordrecht om met name Korpiklaani aan het werk te zien.

Support act Metsatöll, een oud Estisch eufemisme voor wolf, mag de boel opwarmen. Zanger/multi-instrumentalist Lauri "Varulven" Õunapuu heeft het meeste bekijks door het gebruik van diverse traditionele instrumenten (fluit, mondharp, kantele, torupill). De man blijkt eveneens met diepe stem een ware verhalenverteller. Zo gaat het nummer Muhu Ôud over een krijger die met één vuist tegenstanders neerslaat en met de andere hand biertjes naar binnen werkt. Frontman Markus "Rabapagan" Teeäär jut het enthousiaste publiek ondertussen op met zwaar gitaarwerk.

Het samenspel van vooral de fluit en de torupill (een Estlandse variant op de doedelzak) met de trash metal sound werkt aanstekelijk. Helaas staat de boog niet de hele set gespannen want Õunapuu laat hier en daar zijn bijzonder instrumentarium voor wat het is en rockt mee op gitaar. Jammer, de volstrekt onbegrijpelijke taal in combinatie met enkel gitaren en drums neigt de eentonige kant op te gaan. Het publiek is dan al lang aan het headbangen en krijgt zelfs een boodschap mee in het Nederlands wanneer Teeäär het volgende nummer opdraagt aan de 'mooie meiden'. Een boeiend debuut van het viertal op de Nederlandse planken.

De mist rukt op wanneer het bonte zestal van Korpiklaani, Fins voor bosmensen, onder warm onthaal de bühne betreedt. Nieuweling Tuomas Rounakari lijkt sprekend op Luke Skywalker, maar hij krijgt het publiek onmiddellijk op zijn hand dankzij fijn viool werk. Bassist op blote voeten Jarkkoo Aaltoonen heeft dan weer veel weg van Tolkiens Gimli. Toch is het frontman Janne Jörvelä die de aandacht naar zich toetrekt met zijn wilde dreadlocks en ondertussen rent, danst en zingt over met name alcohol en feestjes. De eerste helft van de show staat vooral in het teken van hun laatste album Manala (2012). Fans blijven even uitgelaten en gooien stevig de vuisten, duivelshoorns en zichzelf de lucht in. Circle pits en crowdsurfen zijn het gevolg. Toepasselijk om dan Motörheads Iron Fist in te zetten. Na een uur komen de bekende songs voorbij waardoor niemand meer kan stilstaan.

Titels als Vodka, Tequila en afsluiter Beer, Beer, wat sommigen verstaan onder 'meer bier' waardoor nog meer gerstennat wordt aangevoerd, spreken voor zich. Wat een vrolijke bende! Ondanks de heftige mosh pits helpt men elkaar weer overeind en blijft men loyaal richting de band. Rustige momenten zoals de intro van Metsälle of het viool intermezzo Husky Sledge gaan er net zo goed in als de jaren '30 traditional Ievan Polkka. In 2008 nog gebruikt voor een commercial van Eneco. De energie blijft door Bibelot vloeien maar aan alles komt een einde. Als men wil kan het feestje wel een vervolg krijgen, op 10 mei staan de collega's van Finntroll in het Energiehuis.