Intieme kennismaking met nieuw talent

Nederland heeft de neo jazz folk mix van Becca Stevens Band nog niet ontdekt

Tekst: Chantal van den Berg ,

In de Verenigde Staten begint de Becca Stevens Band al geleidelijk aan grotere bekendheid te veroveren, voornamelijk onder andere artiesten en recensenten. Maar blijkbaar is dit talent in ons kikkerlandje nog niet ontdekt gezien het weinige publiek dat zich heeft verzameld in Jazz café Bird. Maar de goedlachse dame uit Noord Carolina en haar drie begeleidende heren laten de lage opkomst de pret niet drukken deze avond.

Het podium is gevuld met een verzameling snaarinstrumenten, akoestische gitaar, ukelele, en charango (een Zuid Amerikaanse minigitaar gemaakt van het schild van een Armadillo), die de multi-instrumentalist Stevens allemaal met het grootste gemak bespeelt. Dit dankzij de stimulerende opvoeding van haar muzikale ouders. Ook Liam Robinson (accordeon, piano), Chris Tordini (contrabas) en Jordan Perlson, (drums, percussie) draaien hun handen niet om als het gaat om meerdere instrumenten ter hand te nemen, iets wat de arrangementen alleen maar ten goede komt.

De eerste nummers van vanavond zijn afkomstig van het tweede album ‘Weightless’ en daarmee wordt er door de aanwezigen gelijk kennis gemaakt met de intieme zangstem van Stevens, die vocaal bijgestaan wordt door het warmere timbre in Robinson’s stem. De warme klanken, ingetogen arrangementen, inventieve akoestische structuren en eigenzinnige, ritmische en melodische elementen die in ‘I’ll Notice’ en ‘No More’ zijn de rest van de avond niet van de lucht. Het debuutalbum ‘Tea Bye Sea’ wordt simpelweg vertegenwoordigd door het op liefdesgebied waarschuwende ‘The Riddle’. Dat een kleine opkomst ook leuk kan uitpakken blijkt wel als de zaal getrakteerd wordt op de try-out van het nieuwe nummer ‘105’, waar een tekst van dichteres Jane Tyson Clement op muziek is gezet. Het is dan ook vooral in de songteksten en de intonaties dat de vrije stijl van het jazz genre naar voren komt.

Het eerste half uur van het optreden verloopt toch wel stroef, maar wanneer er fout ingezet wordt bij ‘Canyon Dust’ is de druk eraf. Als Robinson dan ook nog enkele flauwe grappen tapt over het bezoek aan Rotterdam is de sfeer in een klap een stuk beter en verplaatst het publiek zich eindelijk meer richting het podium. Becca’s vingers flikken hierna in rap tempo over de ukelele snaren in een arrangement dat zelden op dit instrument wordt gespeeld. Daarnaast wordt ook het hogere vocale segment van Stevens hier aangeboord en samen met het ritmische handgeklap van de anderen geeft het geheel een urgent gevoel.

Naast al het aparte originele werk weet de band ook een geheel eigen draai te geven aan andermans creaties. De covers ‘Thinking About You’ van Frank Ocean , ‘You Make Me Wanna’ van Usher en Joni Mitchell’s ‘Help Me’ worden door de inventiviteit van het muzikale kwartet positief onthaald. De drie covers zijn ondergedompeld in de bands eigen mix van jazz, pop en Appalachian folk met verrassende resultaten. Vooral Stevens zwaar aangezette gitaarsolo en het donkere snaarwerk en geroffel op de klankkast van Chris Tordini in deze versie van Usher’s lied heeft een positieve uitwerking op de luisteraars zodat de avond op een positieve noot eindigd.