Vers uit de Maas: As The World Burns

‘Onze muziek werkt het beste in kleine ruimtes, net als een handgranaat’

Tekst: Joris Telgen, Foto's: Robert Tjalondo ,

Het Rotterdamse As The World Burns heeft op 11 maart een nieuwe EP uitgebracht: ‘Enter The Pelican’. Op de achterkant van het hoesje beschrijft de band zichzelf als: ‘two man noise-machine, comprising of a drummer too fast for his own good and an egomaniacal bassist with way too many overdrive pedals’. Hier lijken ze de spijker zelf redelijk goed op de kop te slaan. As The World Burns bestaat dus uit bassist en drummer, naar het voorbeeld van Death From Above 1979. 3voor12 Zuid Holland sprak As The World Burns in Stalles.

Kunnen jullie iets vertellen over wie jullie zijn en hoe jullie begonnen zijn met As The World Burns?
Skipp: We kennen elkaar van school, niet bij elkaar in de klas gezeten. Lekker cliché.
Mark: Los daarvan. In 2004 kreeg ik ‘You’re A Woman, I’m A Machine’ van Death From Above 1979 in handen. Ik dacht, alleen bas en drums, dat kan nooit wat zijn. Na een artikel in de OOR te hebben gelezen heb ik toch die CD in de winkel gekocht. Nog voordat ik halverwege was dacht ik: dit is het, dit wil ik ook. Dus toen ben ik op zoek gegaan naar een drummer. Ik kwam Skipp dus tegen op school.
Skipp: Ik speelde toen in een andere band. Daar hadden we eigenlijk net een bassist nodig, en toen hebben we Mark gevraagd. Die ging akkoord. Ondertussen wilde hij wel een drums & basband beginnen. Ik zag dat wel zitten al was ik in het begin nog wel sceptisch.
Mark: Het had even tijd nodig om uit te kristalliseren, terwijl we drie jaar van ons leven vergooiden met die andere band. We hebben vier zangers versleten en uiteindelijk één show gespeeld. Daarna stopte de gitarist. Dus toen was het eindelijk tijd om As The World Burns te beginnen. We hadden binnen drie maanden shows staan. Het oude repertoire hebben we gestript en omgebouwd zodat het te spelen is met alleen drums en basgitaar.

Wat moet er met een nummer gebeuren om dit te bereiken?
Mark: Wat ik in ieder geval doe, is heel veel distortion op mijn basgitaar om het gebrek aan middentonen van een gitarist op te vangen. Dit gaat ten koste van de laag en dit vang ik dan weer op door belachelijk grote speakers te gebruiken. Zodat je nog steeds een breed geluid houdt.

Jullie hebben net vorige maand de EP ‘Enter The Pelican’ uitgebracht. Waar hebben jullie hem opgenomen en hoe kwamen de nummers tot stand?
Mark: We hebben opgenomen op een satelliet locatie van The Player, Katendrecht. Het was eigenlijk een oude gymzaal. We hadden de nummers van te voren geschreven. Een aantal nummers zijn ontstaan uit jams, die hebben we nooit uitgeschreven. We communiceren met knipoogjes en knikjes. Skipp: Ik speel een drumfill en dan weet Mark dat hij over moet gaan.

Met hoe minder man je bent, hoe makkelijker je dingen kan afspreken.
Skipp: Zeker. Mark: Ik moet er niet meer aan denken om in een band met vier of vijf man te spelen. Als nu iemand vraagt of we willen optreden dan hoef ik maar één keer te bellen. Dus dat is heel makkelijk inderdaad. Het is lekker overzichtelijk, we moeten alleen rekening houden dat we met minimale ingrediënten een compleet geluid produceren. Ik denk dat we daar goed in geslaagd zijn.

Ik heb de EP geluisterd, is jullie sound nog in ontwikkeling of is dit zoals het moet zijn?
Mark: We naderen het wel heel erg. Ik heb toevallig gisteren nog een oude Peavey speakerkast gekocht met twee 15” speakers. Ik zet ze aan weerszijden van de drums, als je dan drie meter voor de drums staat dan spuit het bloed uit je oren. Dat is ongeveer 165 decibel, daar adverteren we ook mee. Skipp: Ik heb goede gehoorbescherming.

En qua composities, de nummers zelf?
We horen af en toe dat nummers nog niet helemaal af klinken. We zijn ook nog bezig met nummers, die veranderen af en toe. We zijn ook bezig met meer zang, cleaner ook. We hadden hiervoor ook een cdtje: ‘Rock & Roll EP’ en daar staat een nummer met meer zang op. We zijn bij de nieuwste EP voor meer experiment gegaan. Wat betreft de sound; we mikken op Lightning Bolt en Motörhead. Als we horen dat het daar op lijkt dan hebben we een goede show gespeeld.

Het laatste nummer heet LBJ, waar staat dat voor?
Dat houden we in het midden. We gaan een videoclip opnemen van dat nummer. We hopen ergens in de zomer klaar te zijn. Daniel Baggerman werkt eraan mee. Dus dan heb je een scoop te pakken.

En verder?
We treden volgende week op in Het Wilde Weten (Rotterdam, red.) op De Derde Dinsdag. De volgende maand op een festival. Verder hebben we nog een aantal dingen in de pijpleiding. Skipp: Het is moeilijk om met dit bandje locaties te vinden die bij ons passen, waar ze ons kunnen waarderen. Mark: Het krakerssegment, daar doen we het goed. We spelen vrij vuig en ronkend. Mensen met dreadlocks lopen er echt mee weg. Skipp: De muziek werkt het beste in kleine compacte ruimtes. Mark: Net als een handgranaat. Het kunstpubliek loopt er tot op zekere hoogte ook wel warm voor, dan passen we wel onze set een beetje aan. Het culturele segment zegmaar.

As The World Burns – Enter The Pelican 7” [2012]
Het is een korte EP, vijf nummers lang, geperst op een 7” vinyl. Het eerste nummer is titeltrack ‘Enter The Pelican’. Het nummer is volledig instrumentaal met heftige drums en een compleet fuzzed-out basgitaar. Op tweede nummer, met toepasselijke titel: ‘Just The Two Of Us’ is ook zang te horen. Hier laat As The World Burns zichzelf helemaal zien. De zanglijn is zwaar en neigt tegen grunten aan. Verder beukt het album lekker door. Het laatste nummer ‘LBJ’ heeft de meeste power van de EP. De band klinkt als een explosie. Het is heftig met een keiharde scheurende sound. Toch zitten er ook een paar lekkere hooks in die in je hoofd blijven hangen. Daarnaast wordt goed gewisseld met tempo en ritmes waardoor de intensiteit nergens verslapt. As The World Burns klinkt als de soundtrack van een frontale treinbotsing, keer vijf. Iedereen die van een lekkere bak herrie houdt moet zeker een keer naar As The World Burns!