Ze lijken uit een tijdmachine te zijn gestapt. Alles voelt namelijk vintage aan: niet alleen de upbeat surfsound waarbij je als het ware al met je tenen in het zand staat te wroeten, ook de dromerige foto's op hun blog en de kledingstijl – nonchalant gesneden boblijnen, hoogwaterbroeken & polkadotblouses – passen in dit plaatje. Veronica Falls lijkt te slagen met deze geünificeerde drieslag.
Dat wil niet zeggen dat het een marketingtrucje of een gekunstelde stilering is. De band gaat af op haar eigen intuïtie, dat bleek toen ze door platenlabel Bella Union ergens in een ivoren toren in Schotland gestopt werden om het album op te nemen. Het resultaat was te oppervlakkig volgens zangeres Roxanne Clifford. En dus namen ze een risico en sloot het viertal zich voor drie dagen lang op in een kamertje. Zo ontstond het debuutalbum geheel op eigen initiatief. Veronica Falls mag dan wel voor een omweg hebben gekozen, ze staan vanavond mooi wel in Rotown.
Meteen bij het betreden van het podium begint de band het nummer ‘Right side of my Brain’ te spelen, zie het als een muzikale begroeting want veel gespreksstof heeft Veronica Falls niet. Het mooie aan dit nummer is dat er weinig woorden nodig zijn. Geroezemoes valt weg en de driestemmige vocalen van Clifford, gitarist James Hoare en drummer Patrick Doyle warmen de zaal goed op. Hoewel de muziek in eerste instantie klinkt als een feestelijke zomerdag in 1963, krijgt het publiek in feite zeer grimmige teksten voorgeschoteld. Clifford zingt over zelfmoord in ‘Beachy Head’ en over onbeantwoorde liefdes in ‘Found Love On A Graveyard’: “Clinging to a dream so true, falling for a ghost like you. ”Maar dat deert niet. Door de driftige downstrokes van Hoare in combinatie met de blije polyfone tonen is de obscure tekst verpakt in een vrolijk jasje, waar je van móet dansen.