Verdwaasde Baxter Dury geeft Rotown vermakelijke avond

Aanstekelijke muziek begeeft zich op het randje van de herhaling

Tekst: Lodewijk Hoebens Foto's: Jan Piet Hartman ,

Afgelopen donderdag stond het podium vol instrumenten en drank. Van dat laatste heeft Baxter Dury al heel wat van achter de kiezen wanneer hij op komt. Hij loopt een beetje dwazig rond, neemt een slokje bier en werpt een blik naar het publiek. Het begin van een sfeervolle avond.

De rest van de band staat er helaas een beetje verloren bij. Waar zijn vader, punklegende Ian Dury, de fameuze Blockheads had, wordt zoonlief gesteund door enkele jonge muzikanten. Ze lijken met weinig schwung te spelen. Daarentegen hebben ze volgens Baxter een leuk museum bezocht en zijn ze gaan lasergamen. Die ‘vriendschap’ wordt niet echt weerspiegeld op het podium. De eerste songs zoals ‘Isabel’ en ‘Claire’ worden dan ook wat afgeraffeld gebracht. 
 
Enkel de gitarist gedraagt zich als een goede sidekick. Hij zit vol energie en deelt dat met ons via zijn gitaar. Ondertussen werkt Baxter nog een glaasje whisky naar binnen. Bij hem zit eveneens de stemming er goed in. Hij voelt zich helemaal thuis op het podium. Na enkele biertjes en whisky’s en een stropdas minder, gaat halverwege ‘Happy Soup’ het tempo omhoog.
 
De titeltrack van hun laatste album Happy Soup uit 2011 is dan ook een boeiend en melancholisch liedje. Dit drijft de passie omhoog. De vrouwelijke toetsenist en tweede stem danst er zwoel op los en er verschijnt zelfs een glimlach op het gezicht van de onzekere bassist. De drummer blijft als enige stoïcijns naar zijn drumkit kijken, zijn werk is dan ook alles behalve gevarieerd. De schaarse blikken tussen de frontman en hem spreken boekdelen.
 
Baxter Dury is de hele avond in de weer met het draaien aan de knopjes van zijn keyboard. Gelukkig wordt zijn pianospel gecamoufleerd door de rest van de band. Hij zit er met zijn spel nogal eens naast. Zijn leuke accent lijkt niet alleen veel op die van zijn vader, het is daarbij ook regelmatig vals. Naar mate de set op zijn einde loopt valt er meer en meer te beleven. Na het uitdoen van zijn jasje, dient Baxter’s pianokrukje niet meer als onderzetter voor zijn whisky. De man kruipt namelijk zelf achter de toetsen en raakt ons met zijn ritmische pianopartijen.
 
De frontlinie met links de gitarist, centraal Dury en rechts de keyboardspeelster gaan lekker tekeer met een uptempo toegift als gevolg. Al wordt op één nummer na heel ‘Happy Soup’ gespeeld, het laatste kwartet songs dateert van langer geleden. Tussen de tweede en derde plaat zit immers een gat van zes jaar. De muziek blijft hoe dan ook aanstekelijk klinken maar begeeft zich regelmatig op het randje van herhaling. Achteraf is Baxter ons enorm dankbaar en zegt dat hij terug zal komen. Onduidelijk wat hier van waar is met zijn alcoholpercentage. Het concert was met een biertje in de hand daarom niet minder vermakelijk.