Roosbeef in LantarenVenster: Schor maar allesbehalve schoorvoetend

Het zelfvertrouwen van Roosbeef groeit naarmate de tijd vordert

Tekst: Nisse Benhaddaoui Foto's: Wim Barzilay ,

Ze zeggen dat ze volwassener is geworden met het uitbrengen van ‘Omdat Ik Dat Wil’. Dat begrip, volwassen, vindt Roos Rebergen een beetje viesbah. “Ja, we zijn ouder geworden, maar een volwassen plaat? Dat klinkt zo dood!” Daar maakt ze een punt, ‘volwassen’ brengt associaties op als rijp, volgroeid, eindhalte, exit. En zo ver is het nog niet voor Roosbeef. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet gegroeid is. Roos ervaart het leven van een jongvolwassene en zingt over bijbehorende thema’s als rusteloosheid, reizen en liefde op de nieuwe plaat. Vooral dat reizen is bepalend voor de ‘volwassen’ toon van ‘Omdat Ik Dat Wil’; de veilige omgeving van het boerderijtje in Duiven is er niet meer. Het nomadenbestaan van een muzikant laat haar heel Nederland afreizen en vanavond brengt het haar in Rotterdam. LantarenVenster.

De zaal is al redelijk vol als het voorprogramma in de vorm van Duende Ariza Lora (ja, de helft van de band Death Letters) ten tonele komt. Deze one-man-show kenmerkt zich door subtiele Engelstalige en Spaanstalige liederen: gevoelig maar niet zeurderig. Lichtvoetig maar niet oppervlakkig. Het publiek vindt hem sympatiek, ze gunnen hem dat uurtje toe en luisteren muisstil naar zijn spel. Duende reageert verbaasd en bedankt de aanwezigen meerdere malen voor het stil zijn. Hij sluit zijn ogen en schenkt alle aandacht aan zijn gitaar. Compleet van de wereld, om vervolgens terug te keren en het laatste nummer te introduceren: “Dit nummer gaat over een roos.”

Toevallig draait deze hele avond om een roos. Een Roosbeef. In haar roomwitte babydoll nestelt ze zich achter haar keyboard en luidt ze de avond in met ‘Schone Schijn’. Ze klinkt eerst wat aarzelend en schor. Pas na ‘Iets teveel wij(n)’ legt ze uit waarom: “Ik zal eens iets verklappen: Ik ben verhouden. Ik hoop dat ik de rest van de avond haal.” Houdt het haar tegen om het onderste uit de kan te halen? Niet echt. Ze haalt de diepe uithalen van ‘Twijfelaar’ wel, zelfs als ze er moeilijk bij moet kijken en het zweet van haar gezicht af gutst. Bij wijze van grap laat ze tijdens de lage partijen (‘Nachtauto’ en ‘Onder Invloed’) de stem lekker laag doorklinken. Een tactiek om even te ontsnappen aan de vermoeiende hoge zang. Tijdens ‘Pulpo’ steekt ze haar hand vastberaden in de lucht als ze de tekst “Iedereen is, ziek, ziek” zingt. Zo van, ‘ik ben ziek verdomme, maar jullie Rotterdammers gaan vanavond nog eens wat beleven!’ Het zorgt voor gegrinnik in de zaal, haar natuurlijke charme pakt iedereen in.

Juist omdat haar stem vandaag niet optimaal is, pakt ze uit met theatrale verrassingen. In het hoogtepunt van ‘Niet Uitmaken’ stapt ze op een willekeurige man af en geeft ze hem een geestige serenade “Vraag het hemd niet van mijn lijf, maar trek het uit, maar trek het uit!” Precies op dat moment scant ze vluchtig de zaal. Op de voorste rij staat een kind van negen jaar oud. Verderop een grijze vrouw van in de vijftig. Twee uitersten. Beseft Roosbeef zich dat ze een breed publiek aantrekt? En dat een krakerige uithaal meer of minder er niet toe doet? De bandleden krikken haar zelfvertrouwen verder op.

Toetsenist/gitarist Wannes Cappelle en bassist Joram Tornij vallen Roos bij, op de plekken waar het nodig is. Terwijl drummer Tim van Oosten en gitarist Reinier van den Haak koeltjes en zelfverzekerd spelen, rammen, draaien en krassen. Er zijn geen woorden nodig.
‘Te Heet Gewassen’ is het populairste lied van de setlist. Er wordt geklapt en meegezongen. Als bedankje speelt de band het laatste pareltje, ‘Als je me zoekt’, extra lang door. Het gitaarwerk van Van den Haak in combinatie met de stem van Roos zorgt voor een outro die spookachtig in de ruimte van LantarenVenster blijft galmen.

Na een eerste toegift heeft Roos nog steeds het gevoel dat ze haar schorre zang moet rechtzetten. Ze pakt kordaat een gitaar en speelt solo verder. Dit gebaar én haar opbiechting dat ze “helemaal niet kan gitaarspelen”, charmeert de bezoekers. Niet omdat zij dat kan. Maar omdat zij dat wil.