Na regen komt Twilight Sad

Grijze wolken boven Rotown

Tekst: Lodewijk Hoebens Foto's: Wim Barzilay ,

Woensdagavond begon het Schotse the Twilight Sad in Rotown aan hun Europese tour. Gelukkig geen Edward of Jacob in zicht maar vampieren zijn er wel. Op het shirt van de toetsenist prijkt Cristopher Lee’s Dracula. De muziek is al even onheilspellend als zijn bloeddoorlopen ogen. Met een combinatie van shoegaze, post punk en industrial krijgen we een zware hap te verwerken.

De man achter de synths is geen vast lid van de band maar wel essentieel voor het creëren van dikke soundscapes. Hij wordt gesteund door de ritmesectie achterin bestaande uit een drummer en basgitarist die behoorlijk repetitief doch effectief klinken. Deze drie zijn niet echt de blikvangers van de band. Ze kijken vrij nors en focussen zich op hun prima spel. Ieder heeft somber een flesje water bij de hand. Toch blijven het Britten en komt halverwege de set de alcohol naar boven.
 
Mijn aandacht gaat uit naar gitarist Andy MacFarlane en zanger James Graham. De twee songschrijvers hebben ieder hun kwaliteiten. MacFarlane zorgt de hele avond voor huilende gitaarpartijen en een waaier aan noise die zijn snor lekker strak houden. Terwijl oudere songs zoals ‘Cold Days from the Birdhouse’ en ‘I Became A Prostitute’ een opbouwend karakter hebben zijn de songs van de nieuwe plaat No One Can Ever Know veel meer in balans. De muziek vult elkaar goed aan met op de juiste momenten een flinke sneer links of rechts.
 
De man die in een soort twilight tussen het publiek en de muziek beweegt is frontman James Graham. Vanaf de eerste seconde gaat hij op in de sound en verdwijnt in een trance dankzij zijn eigen teksten gebracht met een dik schots accent. Met zijn ogen dicht zingt hij nog al eens naast de microfoon om vervolgens door zijn knieën te zakken. Het lijkt van diep te moeten komen. Soms schrikt hij wakker en dankt dan het publiek. De zanger kijkt in het rond en verdwijnt vervolgens weer in zijn eigen wereld.
 
Hij zingt over ‘’the people are downstairs’’ in ‘Reflection of the Television’ en kijkt á la Thom Yorke richting de weinig spannende spots. Er valt wel enige hoop te bespeuren op zijn gezicht. Radiohead horen we terug in ‘Sick’, de eerste single van hun laatste album. Het nieuwe album laat een andere sound horen. Dat zorgt voor een gevarieerde show die voelt als een wandeling door de duistere, verontrustende Highlands bedekt met een dikke wolkenpak.
 
Met het fraaie ‘At the Burnside’ komt er een einde aan het concert waarin alle registers een laatste keer worden opengetrokken. Tijd voor James Graham om te ontwaken. Hij heeft het nog altijd lastig, kwaad kijkend en nee schuddend naar zijn microfoon. Met een glimlachje verlaten hij en zijn mannen dan toch het podium. Een encore krijgen we niet en dat zou ook niet passen. Caught in the moment heet dat. De Schotten laten met hun eerste Rotterdamse show een degelijke en ingetogen indruk achter.