Saint Vincent and the Grenadines rockt de Machinist aan gort

"Deze band straalt en heeft meer charisma dan Nelson Mandela en Mahatma Gandhi samen"

Tekst: Eelco Schippers Foto's: Dennis van der Velden ,

Het lukt de Machinist met enige regelmaat om bijzondere bandjes te programmeren. Ook zaterdag 29 oktober is dat weer gelukt: de officieuze koningen van de regiorock, het Ottolandse Saint Vincent and the Grenadines, is bereidt gevonden af te reizen vanuit de provincie naar Rotterdam!

"Deze band straalt en heeft meer charisma dan Nelson Mandela en Mahatma Gandhi samen"

Het lukt de Machinist met enige regelmaat om bijzondere bandjes te programmeren. Ook zaterdag 29 oktober is dat weer gelukt: de officieuze koningen van de regiorock, het Ottolandse Saint Vincent and the Grenadines, is bereidt gevonden af te reizen vanuit de provincie naar Rotterdam!

Het Amsterdamse Fallow Deer heeft de eer de zaal op te warmen voor de Saint Vincent and the Grenadines. Als de band aftrapt is de publieke belangstelling nog bescheiden, maar de jaren ’70 psychedelische grooverock zorgt wel voor enthousiasme. De band is nog jong en mist wat uitstraling, maar de muzikanten zijn vaardig en met de afsluiter ‘Make up your mind’ zou de band in het alternatieve circuit zomaar een kleine hit kunnen scoren.

Hoewel hun naam anders doet vermoeden, is Saint Vincent and the Grenadines afkomstig uit het bepaald niet tropische dorpje Ottoland in Zuid-Holland. Daar waar The Cats en BZN de grondleggers zijn van de Volendamse Palingsound, daar is Saint Vincent en the Grenadines aanvoerder van de Ottopop. Deze lokale muzikale stroming heeft zowel raakvlakken met de alternatieve rock van de jaren '90 (Sonic Youth, Smashing Pumpkins) als met modernere post-rock/new wave (Mogwai, Explosions in the Sky). Saint Vincent and the Grenadines combineert dit alles met een vleugje absurdisme, vooral de verwijzing naar Rembo&Rembo in openingssong ‘Hee Hank 't is je vrouw’ (waarvan de band inmiddels zelfs een clip opnam) zorgt voor glimlachende gezichten bij de kleine doch fanatieke fanschare. De band zet hierna sterk door met ‘Falling into winter’ en ‘Gangster’ en wanneer gitarist/zanger en podiumbeest Ronnie meldt dat de band met nieuw werk komt (een nieuwe EP binnenkort!) wordt dit met luid gejuich ontvangen.

Genieten geblazen is het verder met ‘Quite alright’ en ‘Weekend rush’, werkelijk formidabel uitgevoerd. Sfeer en samenspel voeren de boventoon in het resultaat, maar worden steeds in toom gehouden door de zoektocht naar pakkende melodieën; slepende instrumentale composities worden afgewisseld met puntige indie-achtige composities. Deze band straalt en heeft meer charisma dan Nelson Mandela en Mahatma Gandhi samen! Enig minpunt is de enigszins korte setlist; wanneer het laatste nummer ’You can’t fall of a mountain’ wordt aangekondigd blijkt dat de mannen geen plaats hebben ingeruimd voor hun hit ‘Boy’s don’t cry’ (een cover van The Cure). Maar toch, dit was een ongekende topshow! Aan het eind van het majestueuze optreden rest slechts één vraag: Waarom reageert drummer Jan Willem G. Van Leussen (alias ‘De Achterlijke Gladiool’) niet op het gegil en geflirt van het publiek om zijn bezweten shirt uit te trekken?

Als laatste betreedt Senor Sandor de buhne. Aan hen de ondankbare taak het publiek te vermaken bij het napraten over de hoofdact. Dat de basgitarist er bij loopt als een look-a-like van Spike van Direct is natuurlijk geen pré, maar de rauwe garagepop is niet onaangenaam als afterparty. Een waardige afsluiter!