Een feestelijke chaos bij The Hot Stewards in het Dolhuis

de "Ambassadors of Love" presenteren zichzelf en hun CD

Tekst: Koen Wieringa Foto's: Maarten Teekens ,

Afgelopen vrijdag presenteerden The Hot Stewards hun nieuwste CD “Ambassadors Of Love” in het Dolhuis te Dordrecht. Al voordat voorprogramma Monomania het podium betrad, stond het al behoorlijk vol in de zaal. The Hot Stewards spelen covers van jaren tachtig nummers. Ze zijn echter de softe kant van dit decennium zat en dus spelen ze de hits uit dit tijdperk een paar tandjes harder.

de "Ambassadors of Love" presenteren zichzelf en hun CD

Afgelopen vrijdag presenteerden The Hot Stewards hun nieuwste CD “Ambassadors Of Love” in het Dolhuis te Dordrecht. Al voordat voorprogramma Monomania het podium betrad, stond het al behoorlijk vol in de zaal. The Hot Stewards spelen covers van jaren ’80-nummers. Ze zijn echter de softe kant van dit decennium zat en dus spelen ze de hits uit dit tijdperk een paar tandjes harder. Ze zijn naar eigen zeggen een explosieve mix van Samantha Fox, Paula Abdul en Jermaine Jackson. Dat belooft dus wat.

Eerst is het de beurt aan voorprogramma Monomania. De band begint energiek aan de set. De zang is hier en daar meerstemmig en in de refreinen wordt het grote gebaar niet geschuwd. De band, die ergens in het hardere emo/screamogebied opereert, speelt ongeveer een jaar in hun nieuwe samenstelling maar rockt zich strak door de set heen, waarbij opvalt dat het geluid in het Dolhuis goed staat afgesteld. In het derde nummer, dat meteen vanuit het tweede nummer doorloopt, horen we de eerste scream en ook dubbele gitaarloopjes. Daarna komt er een geheimzinnig introotje langs, waarna het nummer zich ontvouwt op een stampritme waar de voetjes wel bij van de vloer moeten komen. Dat gebeurt ook langzaam maar zeker en de bandleden worden stuk voor stuk minder verlegen en kletsen er rustig op los tussen de nummers door. Ook komt er een ballad voorbij, waarin halverwege gas wordt gegeven. Het valt op hoe goed de heren hun instrumenten beheersen. De bassist draait zijn hand niet om voor een lekker breakje, de drummer slaat hard maar toch subtiel, beide gitaristen spelen met gemak een dubbel gitaarloopje hier en daar en ook de solo’s zitten geramd. Het voorlaatste nummer van de band is een flink verbouwde versie van Britney Spears’ Crazy en er wordt afgesloten met een nummer dat je eventjes op het verkeerde been zet, maar je in het refrein toch terugwerpt op ouderwets moshen. Smaakt naar meer.

En de zaal stroomt voller en voller. De lichten gaan uit en de drummer stapt onder luid gejuich achter zijn kit. Gek genoeg klinken er daarna toetsen en zang, waarna de band uit de startblokken schiet met een cover van “Why Tell Me Why” van Anita Meyer, dat hier meer als een overstuurde versie van The Killers klinkt. De drummer stuurt de toetsen en elektronische beats aan. “Dare Me” van The Pointer Sisters moet er daarna aan geloven. Stilstaan op de dansvloer is er inmiddels al niet meer bij. De coupletten zijn funky, de refreinen rocken snoeihard en de breaks zijn superstrak. Hier wordt simpelweg les gegeven in publieksparticipatie. Ga er maar eens goed voor zitten, euh, springen.

Ieder nummer is het prijs. De met name in roze uitgedoste heren springen van disco naar funk naar glamrock naar keihard beuken – de bandleden komen niet voor niets uit rockbands als San Andreas en Face Tomorrow – en het maakt allemaal niets meer uit. Glowsticks in het publiek gooien helpt ook nog eens een extra handje. “Spin Me Round” (ook weer zo’n vergeten eightiesklassieker) eindigt driestemmig. Hier zijn jongens aan het werk die weten wat ze doen. De verjaardag van zanger Sopo wordt gevierd met een massaal meegebruld verjaardagslied, een stukske carnavalscover van Guus Meeuwis. Eigenlijk gaat het daarna pas helemaal los. Na het voorstellen van de bandleden is het tijd voor stagediven. Gastvocaliste Katy Steward is weliswaar nauwelijks te horen tussen het sonisch geweld van de rest van de band tijdens “When The Rain Begins To Fall”, maar dat dondert allemaal niet. “Don’t You Want Me Baby” wordt aan het einde nog eventjes geserveerd met een bubblingritme, de daaropvolgende foute klassieker, “Tell It To My Heart”, wordt zo hard mogelijk gespeeld en tijdens de ballad “Girl I’m Gonna Miss You” worden er rozen uitgedeeld. Gelukkig wordt dit glijerige nummer aan het eind nog even flink op z’n kop gezet. Er komen ballonnen uit de lucht vallen en ook de gekleurde snippers komen op gezette tijden naar beneden fladderen.

De CD “Ambassadors Of Love” draait om liefde, de avond draait om liefde en voor zo’n band kun je niets anders voelen dan liefde. Ook uw recensent moest tijdens het laatste nummer even het notitieblokje aan de deejay geven om nog even mee te hossen op Kylie Minogue’s “I Should Be So Lucky”, waarin iedereen nog eventjes en passant gerickrolled wordt. Deze band moet je gewoon zo snel mogelijk zien. Met dank aan feestneus Bobby, die ondanks de drukte en chaos zo vriendelijk was om nog even een setlistje op te snorren voor ondergetekende, want de heren staken niet zomaar de eerste de beste hitjes in een hagelnieuw hardrockjasje, nee, we hebben het over bijna vergeten klassiekers. Om zulke ongelooflijk foute nummers op zo’n geweldige manier weer terug te brengen is niets minder dan briljant: aha-erlebnis en Groot Feest Der Herkenning tegelijk.