Pien Feith overtuigt, Alamo Race Track voldoet niet aan verwachting

Dubbel gevoel na dubbel concert in LantarenVenster

Tekst: Sanne Poot Foto's: Sandra Grootenboer ,

Pien Feith en Alamo Race Track geven een dubbel concert in het LantarenVenster. Pien Feith speelt heel sterk vanavond terwijl ART wat steken laten liggen.

Dubbel gevoel na dubbel concert in LantarenVenster

Pien Feith begint de avond, een echt voorprogramma kan dit optreden niet worden genoemd, daarvoor is het te sterk. De beats van drummer Pim Verleak, strakke baslijnen van Peter Akkerman en fijne synthklanken van gitarist en toetsenist Melvin Wevers, in combinatie met Feiths zwoele hese stem maken dat de halfvolle zaal stil staat te luisteren.
Al gelijk vanaf de eerste tonen ('What Pleases You The Most') is te merken dat Feith een echte artieste is.  Ze heeft een geluid dat met zoveel andere artiesten kan worden vergeleken dat dat eigenlijk niet nodig is. Ze speelt gewoon sterke popnummers.

Het wordt steeds drukker in de eerst nog half lege zaal. De schokkende felle knipperlichten tijdens het nummer 'Blind Eyes' nodigen uit tot dansen.  Dit wordt niet echt heel uitbundig gedaan, maar er is niemand die stil kan blijven staan. Iedereen deint mee. Wanneer hitje 'Dance On Time' wordt ingezet wordt er wel echt gedanst en meegezongen. Tot Feith aankondigt dat ze “Iets heel stils” gaat doen. Ze speelt het prachtige 'Honestly' en weet ook hiermee iedereen te boeien. Ook de muzikanten zelf lijken het erg naar hun zin te hebben. Tussen de afsluitende nummers 'Dirty Laundry' en 'Painting By Numbers' door raakt Melvin Wevers zelfs zijn bril even kwijt, zo gaan ze op in hun muziek. “Pien Swag!” Klinkt het vanuit het publiek. Ze heeft het publiek goed opgewarmd voor Alamo Race Track. Helaas volgt er een pauze.

Na ongeveer een half uur staat dan de Amsterdamse band op het podium. Dit keer met z’n zessen, wat zorgt voor een extra stevig geluid. De band start met 'Lindyhop' wat gelijk laat horen waar de band goed in is: warme samenzang, gelaagdheid en bijzondere geluidjes. Zanger Ralph Mulder heeft een stem die zeker deze winter heel fijn gaat zijn. Het meest recente album 'Unicorn Loves Dear' wordt bejubeld en dat is niet voor niks. De songs klinken goed en worden door een deel van het publiek letterlijk mee gezongen. Helaas lijken de muzikanten daar niet zo veel mee te kunnen. Interactie met het publiek ontbreekt, wat echt heel jammer is. De band lijkt er steeds minder zin en te krijgen en spelen op de automatische piloot. Een beetje slordige automatische piloot.

Dan lijkt er toch nog iets van interactie te komen. Mulder kondigt de bands “enige hit aan”, dit gaat gepaard met veel ironie. Gelukkig klinkt 'Black Cat John Brown' wel echt goed. Het lijkt hier om te kunnen slaan tot een goed optreden. Totdat er ineens harde piepen door het geluid heen komen. Zonde! Deze technische fout lijkt het humeur van de bandleden er niet op te verbeteren. Er volgen nog wat songs waar niets meer over te zeggen is dan dat het wat teleurstelt. Wanneer de mannen 'Unicorne Loves Dear' beginnen te spelen slaat de stemming dan eindelijk weer een beetje de goede kant op. Er volgt dus wel een hard applaus nadat de band hun ‘laatste’ nummer heeft gespeeld.
Dan volgt de toegift, alleen zit het ook nu de band niet mee, de gitaren moeten worden gestemd. Dit zorgt voor ongeduldige blikken van het publiek. “Lul maar gewoon door, doe alsof je thuis bent!” Roept de band nog. Dan zet de band de fijne cover van Judas Priest, 'Breaking The Law' in en laat nog even zien wat ze kan. De toegift is oké, maar Alamo Race Track had hier meer kunnen laten zien en horen.