F.A.R.T.: Artistieke gezelligheid in hotelkamers

Kunstzinnige ontdekkingsreis in het Scheepvaartkwartier

Tekst: Davey Hoppema Foto's: Michele van Vliet ,

Via een carrousel van trappen in Boutique Hotel Quartier du Port begeef ik me richting de vrolijke muziek in de nok van het gebouw. Kamer 31 is zo ongeveer de laatste hotelkamer op de creatieve route door het klassieke pand. Door een nauwe gang kruip ik over de grond naar de muziek. Met gejoel word ik verwelkomd in de met karton verbouwde kamer genaamd ‘tunnelvisie’. Iedereen in de ingekrompen suite hotst en klots mee op oude Top Pop hits. Het bed dient als springkussen. J’aime la vie!

Kunstzinnige ontdekkingsreis in het Scheepvaartkwartier

Via een carrousel van trappen in Boutique Hotel Quartier du Port begeef ik me richting de vrolijke muziek in de nok van het gebouw. Kamer 31 is zo ongeveer de laatste hotelkamer op de creatieve route door het klassieke pand. Door een nauwe gang kruip ik over de grond naar de muziek. Met gejoel word ik verwelkomd in de met karton verbouwde kamer genaamd ‘tunnelvisie’. Iedereen in de ingekrompen suite hotst en klots mee op oude Top Pop hits. Het bed dient als springkussen. J’aime la vie!

Rotterdam is in 2010 verkozen tot (middelgrote) festivalstad van de wereld. Rijdend richting F.A.R.T. (samensmelting van Fashion en Art) bij het Scheepvaartkwartier doet mij dat eens te meer beseffen. De tweede editie van dit interdisciplinaire kunstevent is het zoveelste bewijs van de diversiteit en kwantiteit aan festivals in de stad.
Buiten haal ik mijn rode polsbandje. Ik enter de lobby van het in 2005 geopende en gerenoveerde hotel. Twee parmantige sexy piccolo dames op hoge pumps wijzen me de weg. Onder de kroonluchters door verdwaal ik in de tijd. De sfeer is relaxt. Zoals we dat kennen bij de creatieve festivals in Rotterdam. Daar wel! 

Achter de draaitafel staan meneer Jansen en Milos Trakilovic. In een stief kwartiertje word ik getrakteerd op een ratatouille van electro, 80’s hits en gramafoonplaten jazz. De ideale mix in deze setting. Boven zijn de exposities. In elk van de 20 kamers is wat anders te beleven. Een van de eerste kamers op mijn pad heeft als thema: ‘Whatever happened to Hetty Bokhoofd?’ Een moordspel verzonnen door schrijver Raoul de Jong. Het is een creatieve speurtocht. Mijn detective-instict laat me in de steek. Ik doe een wilde gok naar de moordenaar. De waarheid blijft een raadsel. Ik gabber verder in de transpirerende nightmare-kamer van Joost Goudriaan. Alles naar de klote... !!

‘Sometimes all you want to do is take a shit on a piece of paper and sell it as such.’ Dat is “een boodschap” van kamer 27, hersenspinsels. Kunst in een oneliner. Tussen bruin crêpepapier baan ik mijn een weg de kamer in, langs schetsen van blote mensen.  De avond blijkt een beeldende reis in de wereld van de kunstzinnigen van Rotterdam.
In het nabij gelegen hostel ROOM is inmiddels J.C. Thomaz & The Missing Slippers begonnen met spelen. Als witte geesten met bloed op de lippen deinzen ze over het podium. Het geluid is akelig slecht in het backpackers hotel. De punk knalt door de bar. Ik versta de teksten niet. Het publiek in het hostel schijnt het niet te deren en danst mee op de gitaarklanken. De blauw roze gebloemde schemerlampjes aan de muur trillen mee met het gerammel... Bloederig hard. De afterparty is dan inmiddels ook begonnen in pakhuizen 15 en 17 van het Westelijk handelsterrein aan de overkant.  Het belooft een zwoel nachtje te worden.

Vol artistieke indrukken laat ik het Scheepvaartkwartier achter me. Bovenal was het ook gezellig. Het door Pietra Ligura verzonnen F.A.R.T., dit jaar medegeorganiseerd door Remco Beeskow, is wat mij betreft daarom nu al een begrip in Rotterdam. Een uniek concept dat volgend jaar hopelijk weer terugkeert.