Fanfarlo scoort een zeven plus

Sympathieke band beklijft net niet genoeg

Tekst: Edwin Borst ,

Ondanks dat dit Fanfarlo’s enige optreden is in Nederland en het optreden afgelopen januari in de bovenzaal van Paradiso op enthousiaste reacties kon rekenen, is er vanavond in Rotown ruimte genoeg om te bewegen op de dansbare folk van het Britse vijftal.

Sympathieke band beklijft net niet genoeg

Je zou het als Rotterdammer bijna vergeten: een beeld van een kabouter met een buttplug is helemaal niet zo gewoontjes. Cathy Lucas van het Londense Fanfarlo herinnert de toeschouwers er vanavond even fijntjes aan, en voegt er aan toe dat Rotterdam een fantastische stad is waar veel meer kan dan in Londen. Dat mag zo zijn, het vertaalt zich deze avond niet naar een volle zaal. Terwijl dit Fanfarlo’s enige optreden in Nederland is en het optreden afgelopen januari in de bovenzaal van Paradiso op enthousiaste reacties kon rekenen, is er vanavond in Rotown ruimte genoeg om te bewegen op de dansbare folk van het Britse vijftal.

Fanfarlo is in 2006 opgericht door de Zweed Simon Balthazar, die zingt en gitaar speelt. Hij heeft een aimabel viertal gerekruteerd voor zijn band, waarbij de ietwat Duits aandoende bassist en de drummer de enigen zijn die het hele concert hetzelfde instrument blijven bespelen. De dame en heer die het gezelschap complementeren bespelen tezamen een tiental instrumenten en wisselen daarbij zo vaak van plaats of instrument dat het af en toe niet meer helemaal te volgen is wat er gebeurt. Het leidt af en toe van de liedjes zelf af, liedjes die qua tempo en opbouw doen denken aan het inmiddels overvolle genre van Mumford and Sons en Arcade Fire, terwijl de uithaal die Balthazar aan elk gezongen woord meegeeft eerder refereert aan Clap Your Hands Say Yeah! Aangezien de meeste songs in wals- of uptempo zijn, wordt het nergens zeurderig of onnodig dramatisch, waarbij opvalt dat de singles Harold T. Winkins en The Walls Are Coming Down de beste liedjes zijn.

Het kleppende publiek blijft een veelvuldig aangedragen ergernis in Rotown, en het lijkt alsof de geluidsman van dienst dit vanavond van meet af aan probeert tegen te gaan door met name zang en toetsen snoeihard en schel de zaal in te sturen. Het doet helaas afbreuk aan de stem van Balthazar, die op plaat veel subtieler klinkt dan vanavond. De sympathieke uitstraling van de band compenseert de pijn in de oren gelukkig deels. Het gekwebbel tegen het publiek tussen de nummers door komt eerder oprecht dan plichtmatig over, en het pleit voor de bandleden dat ze zich na het concert tussen de toeschouwers mengen. Het maakt Fanfarlo  tot een alleraardigste folkrockband, maar beklijven doet het helaas niet genoeg. Net niet.