WATT: waarom wil het maar niet lukken?

“De geluidsproblematiek is de bijl aan de wortel van het nieuwe businessplan”

Fiona Fortuin ,

Anderhalf jaar na de opening van WATT in Rotterdam dreigt het poppodium voorgoed te verdwijnen. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. In 2006 ging op diezelfde plek het ooit zo geroemde Nighttown failliet. Het lijkt erop dat WATT nu hetzelfde staat te wachten. Op dit moment kampt WATT met een tekort van twee miljoen. Hoe is het mogelijk dat het weer fout lijkt te gaan?

“De geluidsproblematiek is de bijl aan de wortel van het nieuwe businessplan”

Anderhalf jaar na de opening van WATT in Rotterdam dreigt het poppodium voorgoed te verdwijnen. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. In 2006 ging op diezelfde plek het ooit zo geroemde Nighttown failliet. Het lijkt erop dat WATT nu hetzelfde staat te wachten. Op dit moment kampt WATT met een tekort van twee miljoen. Hoe is het mogelijk dat het weer fout lijkt te gaan?

“Het was voor mij geen verrassing dat Nighttown in 2006 failliet ging”, zegt Pim van Klink. Hij is hoogleraar kunsteconomie. Als extern adviseur was hij nauw betrokken bij Nighttown en is dat nu in dezelfde rol bij het huidige WATT. “Gekozen was voor een hybride constructie, waarbij een bv en stichting moeten samenwerken. Dat werkt niet. En toch werd besloten om met WATT op dezelfde voet voort te gaan. Alleen was de insteek ditmaal anders. Ten tijde van Nighttown wist de club goodwill te kweken met hun pionierspositie in de dance, dit keer gebeurde dat met duurzaamheid.”  Het idee van ondernemers Aryan en Willem Tieleman was om van WATT de eerste duurzame club ter wereld te maken, met een sustainable dansvloer en een milieuvriendelijke klimaatbeheersingssysteem. Van Klink: “Het klonk zo mooi, de gemeente gaf wederom een akkoord.”

En zo kon het dat WATT met hetzelfde model als Nighttown van start ging: commerciële ondernemers runden de horecatak in het poppodium, voor de programmering werd een gesubsidieerde stichting binnengehaald: What’s Live? Van Dick Pakkert (bekend van Rotown). Maar na drie maanden werd de eerste noodklok geluid. Een anonieme financier had zich teruggetrokken vanwege de komst van het Urban Culture Podium in de stad, zo luidt de officiële lezing, waardoor er een ernstig geld tekort was ontstaan. Om WATT te kunnen behouden, werd met goedkeuring en hulp van de gemeente overgegaan op uitkoop van de Tieleman bv. Er kwam tevens een akkoord tot fusie van WATT en een ander Rotterdams noodlijdende poppodium: Waterfront. De exploitatie kwam in handen van een nieuw gevormde stichting Culturele Activiteiten Rotterdam (CAR).

Het was de beste oplossing die voor handen lag. Sterker nog, volgens Van Klink kon de toen verantwoordelijke wethouder Rik Grashoff niet anders. “De gemeente had bij de start toezeggingen tot rugdekking gedaan. Daarbij stond het Jongerenjaar voor de deur. Hij kon WATT niet laten vallen”, vertelt hij. “Maar er lag ook echt een redelijk plan”, voegt Van Klink daar aan toe. “Met een evenwichtig programma, geïnspireerd op dat van de Amsterdamse Melkweg, met theater, educatie, dance en optredens.”

Maar de problemen waren daarmee niet direct verdwenen. De voorheen gezonde stichting kwam na de fusie in de min terecht. Oorzaak: de stichting kreeg de erfenis van Waterfront en de bv op zijn bord. Tot tweemaal toe was er meer subsidie nodig om de begroting sluitend te maken. Daar komt nu de 1,5 miljoen euro nog bovenop. Dat geld is hard nodig om de geluidsproblemen op te lossen. Geluidsproblemen die grotendeels veroorzaakt worden door het klimaatbeheersingsysteem. Van Klink: “De geluidsproblematiek is de bijl aan de wortel van het nieuwe businessplan geweest.”

Van deze problemen was de organisatie echter al langere tijd op de hoogte, zo beweert Dick Pakkert. Hoewel hij voorstander was van een fusie tussen WATT en Waterfront, vertrok hij kort nadat het nieuwe team aantrad. “In 2008 wist men al wat de verbouwing zou gaan kosten, maar ze hebben er nooit geld aan uit willen geven. Ze zullen hebben gedacht: dat geld komt over twee jaar wel, laten we eerst een grote organisatie neerzetten. Maar als het huidige niet goed is, dan is het over vijf jaar ook niet goed.” Pakkert over zijn vertrek: “Ik stond zeker achter de fusie, maar daarna werden er deals gesloten waar ik niet achter stond. De huur ging gigantisch omhoog. Er werd vanuit allerlei hoeken gezegd dat de frictiekosten gedekt zouden worden, maar niemand durfde dat zwart op wit te zetten. Ook gingen er slechts twee bestuursleden van het oude What’s Live mee naar de nieuwe organisatie. Ik voelde dat het alsnog niet de goede kant op ging.” 

Vlak na hem vertrekken ook kort achter elkaar de twee programmeurs Philip Powel en Joey Ruchtie. Ruchtie: “Pakkert zag uiteindelijk dat hij niet met een schone lei verder kon gaan. Hij kon geen kwaliteit meer garanderen. Dat is ook de reden voor mijn vertrek. Je wilt artiesten goed kunnen ontvangen, maar veel dingen zoals het loading dock waren nog niet op orde. Ook facturen werden niet op tijd betaald. De ernst van de problemen werd wel onderkend, maar er werd in mijn beleving te weinig naar gehandeld. De focus lag niet meer op de inhoud, maar op hoe te overleven. De bedrijfscultuur veranderde in die mate, dat ik me er niet meer thuis voelde.”

WATT had in deze woelige periode niet alleen zijn financiën niet op orde, ook de bezoekcijfers in 2009 vielen tegen. De organisatie zegt inmiddels wel rendabel te zijn. Sinds begin dit jaar maakt WATT binnen de subsidiekaders winst, laat CAR voorzitter Christian Jongeneel weten. Het is dus afwachten in hoeverre de gemeente de recente positieve ontwikkelingen meeneemt in diens besluit.
Het college heeft al laten weten niet die 1,5 miljoen euro te zullen betalen. Het oplossen van de geluidsproblematiek is een taak voor de pandeigenaar, zo redeneert betrokken wethouder Antoinette Laan. Maar de eigenaar, waar WATT het pand van huurt, heeft het geld niet. Een alternatief plan is nu door WATT bij de gemeente ingediend. Het voorstel is om de eigenaar de helft van het pand gratis af te staan aan de stichting. Voor de verbouwing vraagt WATT van de gemeente een lening, die naar eigen zeggen over twaalf jaar is terugbetaald.

Adviseur Van Klink over dit voorstel: “Het pleit voor de organisatie dat ze op eigen initiatief een nieuw plan hebben opgesteld. Het is een culturele onderneming die zich hard maakt voor de zaak. Een half jaar geleden ben ik voor het laatst door de gemeente ingehuurd, toen om een tussenbalans van WATT op te maken. Ik was bepaald onder de indruk van de ontwikkelingen. Ik kan me voorstellen dat de gemeente niet verder bereid is om te investeren, maar dit plan is een realistische optie. Eindelijk zijn ze af van de ingewikkelde constructie tussen een bv en stichting. Er is nog één horde te gaan en dat is ervoor zorgen dat de gemeente of de instelling eigendom wordt van het pand. Daarom is ook mijn advies: ga hier mee door.”