Rob van der Wouw laat de electronica thuis

Luxe borrelavond op een willekeurige dinsdag in jazzcafe Dizzy's

Tekst: Joey Schaasberg ,

Muziek is voor velen een goede manier om in de borrelsfeer te komen: niet te aanwezig om je gesprekspartner te vergeten, maar wel genoeg om je linkerbeen een beetje te laten bewegen en je rechterwijsvinger te laten tikken op je bierglas. Vanavond werden de computers en synthesizers thuis gelaten, en werd een ouderwetse jazzset gespeeld waarbij je speciaalbiertje nog specialer smaakte.

Luxe borrelavond op een willekeurige dinsdag in jazzcafe Dizzy's

Alhoewel niet iedereen het met mij eens zal zijn, kom ik zelf het beste in de borrelsfeer met een lekker muziekje op: niet te aanwezig om je gesprekspartner te vergeten, maar wel genoeg om je linkerbeen een beetje te laten bewegen en je rechterwijsvinger te laten tikken op je bierglas. Dit maakte de loungemuziek van de jaren '90 zo populair: de niet te gecompliceerde melodietjes en warme stemmen waren prima om op een witte bank mee te converseren met je overbuurman.

Wellicht een rare intro voor een jazz muzikant. Maar, de experimentele aankleding van de trompetstukken waarmee Rob van der Wouw bekend is geworden hebben toch wel erg veel overeenkomsten met deze muziekstroming. Ook zijn derde en nieuwste cd genaamd Tunnelvision (met onder andere Spider's Dance Pt.1) is een dansbare mix van fusion jazz en broken beat. In de Maasstad Weekblad van december roept meneer van der Wouw zelfs luidkeels: "Laat Dance Valley maar komen!".

De verwachtingen van een verrassend optreden werden al snel onderuit gehaald. Ondanks de spannende ondernemingen van Van der Wouw was er vanavond niks te zien van zijn progressieve kijk op blaasinstrumenten: Voor deze gelegenheid werd er een degelijke maar ouderwetse jazzset neergezet als ondersteuning van een biertje op de dinsdag. Er werden vooral eigen versies gespeeld van bekende jazzhits. Dat deze werden gespeeld door gevestigde muzikanten was duidelijk. Van der Wouw, die nog gestudeerd heeft met grootheden als Jarmo Hoogendijk en Benjamin Herman, bewees tijdens zijn solo's dat hij alle ins en outs van zijn trompet (of nee: bugel) kende. De drummer en contrabassist wisten hun strakke groove vol te hangen met imposante versieringen zonder storend te worden, en de toetsenist vulde het muzikale badje tot een compleet geheel. De techniek waarmee werd gespeeld laat zien dat deze jongens heel wat uurtjes hebben geoefend op hun toonladders, vingerzettingen en ritmeoefeningen.

Ondanks dat de band stuk voor stuk professionele muzikanten kende, bleef de band ondergeschikt aan de avond. De bezoekers drinken en praten alsof de muziek niet bestaat. Maar niets is daarvan waar: de echte jazzliefhebbers komen juist naar de Dizzy's omdat ze weten dat er iedere dinsdag live muziek is en zien dit als een perfecte achtergrond voor een speciaal biertje en een goed gesprek. Als resultaat krijg je een luxe borrelavond waarbij je niet alleen wat hebt gedronken met wat vrienden, maar ook zelfs nog wat cultuur hebt gesnoven. Dat klinkt toch beter dan een avond voor de buis hangen?