Mona Lisa Overdrive in uitgeklede vorm op Jazzpodium

Door onvermoeibare inzet geen gebrek aan dynamiek

Tekst: Hans Zirkzee ,

Ondanks het vertrek van één van de bandleden, weet Mona Lisa Overdrive te overtuigen. Door de inzet van de band is er geen gebrek aan dynamiek en laten ze zien waar het in de jazz om gaat: expressie, persoonlijkheid en improvisatie.

Door onvermoeibare inzet geen gebrek aan dynamiek

Vlak voor aanvang van het optreden van ‘Mona Lisa Overdrive’, de band van de Rotterdamse bassist Stefan Lievestro, zei de toetsenist Arno Krijger: ‘Doe je T-shirt eens aan, Jasper.’ Men zou denken dat invaller/tenorsaxofonist Jasper Blom halfnaakt zou beginnen aan zijn concert op het Jazzpodium in Watt en eigenlijk was dat ook zo. Koud een week te voren had de gitarist Jesse van Ruller, een van de belangrijkste pijlers van de groep, de band verlaten en kon Mona Lisa Overdrive in een uitgeklede vorm het podium op. Aan de beweegredenen van Van Ruller moeten geen woorden vuil gemaakt, maar Jasper Blom kreeg ineens een pittige klus voor zijn embouchure en misschien kan heel het concept van Mona Lisa Overdrive op de schroothoop en kun je de huidige band beter het Stefan Lievestro Kwartet noemen, dus het S.L. sextet zonder saxofonist Mette Erker en in plaats van pianist Harmen Fraanje de ‘The Butcher’, de bijnaam van Arno Krijger, op hammondorgel.

Het concert viel ontzettend mee. Voor de band betekent het vertrek van Jesse van Ruller een muzikale aderlating, maar de Mona Lisa Overdrive ritmesectie met slagwerker Hans van Oosterhout is zo energiek dat de goedgevulde zaal geen moment last had. Het altijd kritische Rotterdamse publiek was zichtbaar aan het swingen, de hoofden bewogen ritmisch op en neer. Mona Lisa Overdrive in deze vorm gaat de richting uit van Robert Walter of  Stanton Moore: een super groovy orgeltrio dat alle ruimte biedt aan elke solist. Jasper Blom had er dan ook geen moeite mee. Alleen bij het openingsnummer van het album ‘Picknick at Bikini’ waren zijn vingers nog niet warm genoeg voor het stevige thema. Eenmaal opgewarmd kwamen de unisono gespeelde melodieën beter uit de verf en ondersteunde hij met goed geplaatste elektronische soundeffecten het pulserende ritmetandem.

De stuwende beat kan door critici weinig subtiel genoemd worden, maar daaraan hebben Lievestro c.s. geen boodschap. Door hun onvermoeibare inzet is er geen sprake van een tekort aan dynamiek. Sterker nog, hun ‘het-gaat-maar-door-muziek’ legt een fundament voor waarom het gaat in jazz: expressie, persoonlijkheid en improvisatie. Na de pauze werd iets gespeeld van de nog te verschijnen cd ‘Beat Me Up’, die zonder gitaar een totaal andere richting uitgaat. Toen deed Jasper Blom ook zijn T-shirt aan. De saxofonist, die niet vies is van gadgets, had voor de gelegenheid een T-shirt met daarop een op volume reagerend elektrisch display geplakt. Het zal niemand verbazen dat toen zijn T-shirt eenmaal aan was de ledjes op zijn borst de rest van de set continu in het rood stonden.