Ted Langenbach: “Het lijkt wel alsof ik een creatief beroepsverbod heb gekregen”

Maar zit desondanks binnenkort met de wethouder rond de tafel

Fiona Fortuin ,

Na de fusie tussen de twee Rotterdamse poppodia Waterfront en Watt eind vorig jaar, kwam aandeelhouder Ted Langenbach op straat te staan. Sindsdien is het opvallend stil rondom de Rotterdams bekendste cultureel entrepreneur. "Ik ben verbannen", zeg hij. Toch ontvouwt hij binnenkort zijn nieuwe plannen aan de wethouder Cultuur.

Maar zit desondanks binnenkort met de wethouder rond de tafel

Bij de fusie tussen de twee Rotterdamse poppodia Waterfront en Watt eind vorig jaar werd de commerciële tak door de nieuwe stichting uitgekocht. Ted Langenbach, toen één van de aandeelhouders, kwam op straat te staan. Sindsdien is het stil rondom de Rotterdams bekendste cultureel entrepreneur. “Ik ben uit de stad verbannen”, zegt Langenbach zelf. Momenteel werkt hij als cultureel adviseur bij de gemeente Eindhoven. Maar hij zelf heeft zijn havenstad nog niet de rug toegekeerd. Volgende week zit hij rond de tafel met wethouder Grashoff van Cultuur. 

Het is niet voor het eerst dat Ted Langenbach zijn beklag doet over het culturele klimaat in Rotterdam. Al jaren is volgens hem de pluriformiteit in het uitgaansleven zoek, en heeft een mono-etnisch programmering het overgenomen. Tot nu toe is daar nog altijd niets aan verandert, ook door de hemzelf niet. Langenbach zegt graag iets te willen veranderen, maar dat hij wordt tegengehouden door de ‘extreme regelgeving’ in de stad en een gebrek aan visie op jongerencultuur vanuit het stadsbestuur. “Ondernemers kunnen zich daardoor niet meer met ons vak bezighouden. En zij aan het roer, de geïnstitutionaliseerden, kopiëren dat wat jaren geleden door onder meer mij is opgezet. Dat klinkt misschien arrogant, maar door de politieke keuzes komt het daar wel op neer.”

Met politieke keuzes doelt Langenbach op het samengaan van de twee poppodia. “Hierdoor is niet alleen oneerlijke concurrentie ontstaan, ik ben ook uit Watt gezet terwijl ik al mijn spaargeld erin had gestopt. Het  gaat om 150.000 euro, ik wacht er nog altijd op. Zonder dat geld kan ik niets, ik heb altijd mijn plannen verwezenlijkt met mijn eigen middelen. Het lijkt wel alsof ik een creatief beroepsverbod heb opgelegd gekregen.” 

Langenbach zegt ondanks de tegenwerkingen toch opnieuw een poging te willen wagen het uitgaansleven te ‘revitaliseren’, zoals hij het noemt. “Rotterdam bezit nog altijd potentie. Het is een van de weinige steden waar het aantal jongeren toeneemt, in plaats van afneemt.”  Mocht hij iets nieuws gaan beginnen, dan verwacht hij wel financiële zekerheid vanuit de gemeente. Vandaar ook het gesprek met de wethouder.

In zijn beklag vindt Langenbach steun bij de SP. In september schreef de oud Now&Wow directeur een brief naar het stadsbestuur waarin hij zijn verhaal doet. Voor de SP was dit aanleiding om het onderwerp op de agenda te zetten voor de raadsvergadering van 16 december. “Hij heeft wel een punt”, zegt SP fractievoorzitter Theo Coşkun. “Op ons aandringen is eerder de visie op jongerencultuur aangescherpt, toch is maar een gedeelte van de plannen uitgevoerd.  Waterfront en Watt zijn gered, maar is dat genoeg? We willen graag weten: is de situatie echt zo slecht zoals Langenbach hem schetst, of biedt de toekomst een positief perspectief?”