Exit kijkt De Dood in de ogen

Bier, tieten en geweld(ad)ige punkrock

Tekst: Renee Hartog Foto's: Roy van der Burg ,

Een zaterdagavond als deze, alwaar de vloer wordt aangeveegd met vrouwen, homo’s, lief-zijn-voor-elkaar en aanverwanten, behoeft enige voorkennis. Wie nietsvermoedend denkt een aantal leuke bandjes te gaan checken in de Exit, treft vooral een bak herrie.

Bier, tieten en geweld(ad)ige punkrock

Een zaterdagavond als deze, alwaar de vloer wordt aangeveegd met vrouwen, homo’s, lief-zijn-voor-elkaar en aanverwanten, behoeft enige voorkennis. Wie nietsvermoedend denkt een aantal leuke bandjes te gaan checken in Exit, treft vooral een bak herrie. Gelukkig bestaat het publiek grotendeels uit ‘vrienden, bekenden en diehard fans van’, want zonder eelt op je ziel ga je, vooral als lieflijk en onschuldig meisje, gegarandeerd gekwetst dan wel zwaar getraumatiseerd naar huis.

Exit is halfvol als een nogal kleurrijk gezelschap vrolijk richting podium banjert. De Sociale Werkplaats, zo blijkt, is een visueel spektakel. De zanger draagt een kek jurkje met een lekker dierenprintje, terwijl de rest van de band daarvoor nog even de verkleedkist van een plaatselijke carnavalsvereniging heeft geplunderd. Verder maken deze mannen Nederlandse rechttoe rechtaan punkrock, zoals het waarschijnlijk bedoeld is: in volle vaart, onvervalst hard. Zo hard, dat zeker driekwart van de teksten de gemiddelde bezoeker ontgaat. Heel veel verder dan ‘kutjes zijn zo lekker’, ‘ontstoken kutjes’, iets met ‘peepshow’ en ‘ze is een hoer’ komt ondergetekende in ieder geval niet. Maar hoewel er ook nog eens opvallend, zeg maar teleurstellend weinig met bier wordt gegooid tijdens het optreden, mag dit de pret niet drukken. Zeker niet voor de harde kern supporters vooraan, die ieder nummer wél woord voor woord meezingen. Dit soms letterlijk, door even aan de microfoon te gaan hangen, of, zoals twee blonde dames, door af en toe gezellig voor achtergrondzangeres te spelen.

Na een korte adempauze is daar band nummer twee: De Dood. Vincent Niks, die het tegenwoordig vooral druk heeft als gitarist van Elle Bandita, vond het de hoogste tijd om zijn eigen band weer eens bij elkaar te rapen. Dit, volledig terecht, tot grote vreugde van velen. Dus husselde men wat met de bandleden en stofte goede vriend en voormalig Vegas for Millions bassist Ruben af en ging los. En goed ook; scheuren en gaan. De ene na de andere klassieker, ook uit de tijd van toen Vincent nog de helft van Sanne en Ik was, wordt als vanouds weinig subtiel de inmiddels goed gevulde tent in geblazen. Dan, plots, na een aantal poëtische meesterwerkjes als ‘Ik Wil Aids’, ‘Ben Jij Wel Eens Naakt’, ‘Onraad In Pernis’ weet je het zeker: de bandnaam past precies. Waar De Sociale Werkplaats het vooral gemunt leek te hebben op de vrouw, maakt het deze band allemaal niets uit. ‘Of je een man bent of een vrouw’, Vincent Niks en zijn vriendjes ‘willen vechten met jou’. Alles kan kapot en alles moet kapot.

Ondertussen zou het best zo kunnen zijn dat het muzikaal gezien ook nog eens vernuftig in elkaar steekt. Maar alleen zuurpruimen die niet vooral erg hartelijk moeten lachen om de ronduit hilarische teksten of niet – bijna – zat zijn, houden zich vanavond daarmee bezig. Alle andere mensen lachen zich rot en bestellen er nog een. Want De Dood komt gewoon zijn belofte na: bier + tieten + wangedrag + geweld + zuipen = feest.