El Pino & the Volunteers laten weer van zich horen met nieuw album

David Pino vertelt over The Long-lost Art of Becoming Invisible

Tekst: Marin van Campen ,

Drie jaar na de debuutplaat is er dan eindelijk de opvolger van El Pino & the Volunteers. 3VOOR12 Rotterdam neemt The Long-lost Art of Becoming Invisible door met frontman David Pino.

David Pino vertelt over The Long-lost Art of Becoming Invisible

The Long-lost Art of Becoming Invisible luidt de titel van het nieuwe album van El Pino & the Volunteers. De band zelf had de kunst van het onzichtbaar worden al eerder ontdekt. Drie jaar hebben we namelijk moeten wachten op de opvolger van debuut Molten City. Ook live zijn de Rotterdammers al een tijd niet meer actief geweest. Met The Long-lost Art of Becoming Invisible komt daar verandering in en wordt het wachten ruimschoots beloond. Voorman David Pino neemt de kakelverse cd door met 3VOOR12 Rotterdam 

“Een tweede Molten City is het niet.”, vertelt voorman David Pino, “Het vertrek van multi-instrumentalist Harm Goslink Kuiper en de toevoeging van toetsenist Job Roggeveen zorgen hiervoor. Ook een nauwere samenwerking tussen Ap, Tjirk en mijzelf heeft geresulteerd in een nieuw geluid. Ap en ik hebben het grootste deel van deze plaat op onze naam staan, maar ook Tjirk krijgt credits voor een aantal nummers.” 

“We hebben geprobeerd om meer uit deze band te halen. Dat kost tijd. Eerder dan drie jaar hadden we dit album ook niet kunnen maken, denk ik.” 

Tot zover het ontstaan van The Long-lost Art of Becoming Invisible. We laten David verder vertellen en doen dat track voor track. 

“Ap schreef het couplet van Wake Up op de piano bij mijn ouders, één van de eerste nummers die geschreven werd voor de plaat. Maar de bruggen en refreinen die er later bij werden verzonnen vonden we niet goed genoeg. Af en toe pakten we zorgenkindje Wake Up weer op omdat we het niet wilden of konden opgeven. Ap had intussen een akkoordenschema van mij uitgebouwd tot The Long-lost Art of Becoming Invisible. Dat schema werd uiteindelijk ook het refrein voor Wake Up. En Tjirk schoffelde dit nummer op het allerlaatste moment nog eens flink om tot één brouwsel.” 

“Dust and Doubts is echt zo'n liedje dat vanzelf is ontstaan. Het gaat over het 'onderweg zijn' en eindigt in één van de vele badhuizen in Budapest. Ik heb hem in vijf minuten geschreven en thuis de basis opgenomen, alleen gitaar en zang, en vrijwel meteen erna op de plank gegooid en vergeten. Totdat Ap hem een half jaar later vond, afstofte en de boel met Job arrangeerde, compleet met bas, drums en Mellotron. Toen zag ik pas dat het eigenlijk een heel sterk liedje was." 

“The Big, the Blind, the Undefined is er weer zo eentje van ons drieën. De eerste versie was een instrumentaal, elektronisch liedje van Ap met de naam Elevators. Later bouwde hij het om naar een speelbare, eerste versie voor de band. Tjirk heeft het toen opgepikt en het in een andere vorm gegoten en ik heb vervolgens de tekst geschreven. Heel anders dan ik gewend ben te schrijven maar juist daarom extra leuk. Dit is één van m'n favorieten.” 

“There's No Cure for Stupidity is de eerste single van deze plaat en is zeker anderhalf jaar geleden al ontstaan. Ik lag 's nachts te slapen toen ik een sms van Ap kreeg: “Volgens mij heb ik net de single geschreven!” En ja, meer catchy dan dit ging het niet worden, dat was duidelijk. “I want in when I am out. I want out when I am in”, hoe universeel is dat? Ik heb er in ieder geval weinig moeite mee om dit op mezelf te betrekken. En ik denk een hoop prutsers met mij.” 

“Hoe Here's to the Rescue ontstond weet ik niet precies meer. Ik schreef hem in ieder geval in zo'n periode van ‘totale onbegrip’ voor het andere geslacht. Volgens mij hebben we hem helemaal akoestisch in elkaar gesleuteld en hebben we pas ingeplugd toen ie zo'n beetje klaar was.” 

“Tjirk kwam met Black and Blue aanzetten in de korte periode dat hij uit de band was. Hij had z'n fuzz-pedaal uit het vet gehaald en de basis gelegd van het nummer dat toen nog All Ahead of Us heette. Het was oorspronkelijk een stuk langer, tot ik er flink de schaar in zette en de boel door elkaar husselde. Daarna kon ik er mijn eigen woorden op los laten.” 

“Right On is het pareltje van Ap dat over de schoonheid en waardigheid gaat die schuilt in ieder falen. Over hoe je dat niet uit schaamte moet wegmoffelen, maar juist in moet lijsten, liefst in een lijstje met een gouden randje. Spreekt verder voor zich, denk ik. Had ik het zelf maar geschreven!” 

“Not Jealous heb ik samen met Janne Schra geschreven. Ik liep haar tegen het lijf in de tijd dat Room Eleven en El Pino beiden een Essent Award wonnen. Janne en ik hebben daarna vaak samengewerkt. En een flink aantal liedjes geschreven. Wij speelden het nummer al toen zij besloot om het op te nemen met Dayna Kurtz. Not Jealous en ook Swimmer, dat ik met haar schreef, zijn uiteindelijk allebei op het album Mmm… Gumbo? van Room Eleven terecht gekomen.” 

“De vreemdste eend in de bijt is Don't Look at Me 'Cause I Don't Know, maar misschien juist daarom ook het leukst om te spelen. In eerste instantie wisten we niet goed wat we er mee aan moesten, het leek niet echt een speelbaar nummer. Reyn (de producer) heeft ons in de studio overtuigd om hem toch op te nemen. We zijn hem daar ter plekke gaan spelen en ik heb de tekst onder handen genomen. Een dag later stond ie op tape.” 

“The Minute I Let Go is een liedje over rondzwerven op Vancouver Island, de plek waar ik het meest in mijn element ben. Ik hoop er ooit nog eens naar toe te verkassen. Of er moet weer zalm gaan trekken op de Hollandse rivieren. Dan blijf ik gewoon hier.” 

“Het laatste liedje dat ik geschreven heb voor we de studio indoken was White on White. Ik speelde de openingsriff op een oude Hofner die ik in een pawnshop op Vancouver Island kocht. Weer thuisgekomen ontstond uit die riff in de oefenruimte een spontane jam, dus de vibe was eigenlijk gelijk al goed. Tekstueel gaat deze song over het thema en de titel van de plaat, het van kleur verschieten en vanuit de anonimiteit opnieuw beginnen." 
 
“Er is veel veranderd sinds Molten City uitkwam. Dit geldt zowel voor de nieuwe sound als voor ons persoonlijk. Leuke, heftige maar ook aangrijpende veranderingen. Het werd onderduiken en opnieuw beginnen. De instrumentale afsluiter The Long-lost Art of Becoming Invisible sluit daar op aan. De riff in dat liedje is gelijk aan het refrein van Wake up, maar dan groots opgezet. De vioolpartijen zijn gespeeld door Sietse van Gorkom (Kyteman). Ik heb ooit eens met hem samen op een feestje gespeeld. Ondanks het feit dat hij me daarna zó dronken heeft gevoerd, dat ik daar heel gênant in de tuin over stond te geven, wilde ik dit nummer heel graag met hem opnemen. En daarmee is het cirkeltje rond en kun je Wake Up weer opzetten.”
 

Wat kan een recensent daar nog aan toevoegen? Misschien dat de sound van The Long-lost Art of Becoming Invisible doet denken aan Johan, Room Eleven en Radiohead. Vooral het titelnummer lijkt of het van de hand van Thom Yorke komt. De vergelijking met Room Eleven is door de medewerking van Janne Schra makkelijk gemaakt, maar het is niet direct Not Jealous dat de link met haar band lijkt te leggen. Here’s To The Rescue lijkt juist zo’n typisch Room Eleven-nummer. Ondanks dat The Long-lost Art of Becoming Invisible geheel op zichzelf staat, gaan je gedachten bij het luisteren ongewild uit naar het werk van Johan ten tijde van Pergola. Mijns inziens de beste plaat van Jacco de Greeuw en kornuiten. Drie keer raden wie het gat dat Johan achterlaat makkelijk kan en mag vullen! 

Alle vergelijkingen opzij gezet, mag gezegd worden dat El Pino & the Volunteers met The Long-lost Art of Becoming Invisible een plaat geproduceerd die over anderhalve maand waarschijnlijk hoog in de vaderlandse eindejaarslijstjes zal eindigen. 

Donderdag 12 november zal deze band het nieuwe werk ten gehore brengen tijdens de officiële releaseparty in Rotown.