De nostalgische rock-'n-roll van The Disciplines

Twisten, touwtjespringen en jumpen met Ken Stringfellow

Tekst: Maurice Dielemans ,

Op een herfstige zaterdagavond is het nagenoeg leeg in het café van Watt. Achterin speelt een onbeduidend bandje onbeduidende rockmuziek. Volgens het affiche gaat het om The Disciplines. Een paar stamgasten hangen aan de bar en zie een paar meter verderop het kronkelende lichaam van een vreemde snuiter die op een gegeven ook naar hen toe komt snellen. De mannen kijken angstvallig op van hun glas en zien dat het niemand minder is dan Ken Stringfellow.

Twisten, touwtjespringen en jumpen met Ken Stringfellow

Ken Stringfellow kennen wij nog wel van The Posies, ooit een vermaarde rockband met aanstekelijke popsongs en nu voorgoed diep opgeborgen in de gedachten van een hele generatie dertigers. In de zaal probeert een van hen Stringfellow nog te herinneren aan het verleden door de naam van zijn muzikale wederhelft Jon Auer te roepen. Hij lacht ietwat verlegen en speelt verder met zijn huidige bandje. De gasten met wie hij nu speelt, heeft hij ergens in Noorwegen opgedoken en maken een soort van nostalgische en weinig urgente oermensenrock-'n-roll. Je kunt je voorstellen dat die Scandinavische jonge honden maar wat blij zijn om met een semilegendarische rockheld het podium te mogen delen. Dat Stringfellow in dit dertien-in-een-dozijn-bandje nog heilig gelooft, bewijst hij door een aantal nieuwe nummers te spelen die allemaal – net als de oude nummers – allemaal hetzelfde klinken.

Je zou kunnen denken dat de band The Disciplines, die eerder ook op Metropolis stond, een spontane rock-'n-rollshow opvoert. Toch is dat niet helemaal of – beter gezegd – helemaal niet zo. De setlist is keurig netjes uitgeschreven en als je de band vaker ziet, geloof je dat acrobatische toeren van de zanger ook wel. Stringfellow loopt meer door de zaal dan hij op het podium staat, hangt bij concertbezoekers in de nek en zit continue in de knoop met zijn microfoonsnoer. Misschien moet hij eens overwegen om aan Madonna te vragen waar ze die draadloze microfoontjes vandaan haalt. Beter zou zijn als deze slungel met een overdosis aan energie zichzelf zou afvragen of dit standaardbandje wel enige toekomst heeft.

Het dieptepunt van het optreden in Watt is toch wel als Ken Stringfellow vraagt aan het overwegend oudere publiek om te gaan jumpen. De kleine zaal is nog niet voor de helft gevuld en bovendien lijkt het publiek niet erg onder de indruk van de inwisselbare songs. Alles lijkt nogal stroef te verlopen op dit laatste tijdstip. Het siert Stringfellow dat hij zo zijn best doet, maar zonder ook maar één goed nummer is dit concert een onbegonnen zaak. Je moet tot de pijnlijke conclusie komen dat Stringfellow met dit talent beter een baantje in het circus kan gaan zoeken. Als dit zo doorgaat, ligt onze jeugdvriend over een jaar smekend op de deurmat van Jon Auer, om de zoveelste reünie van een of ander popbandje aan te kondigen.