Long Conversations and the Closet Orchestra wint finale GPZH singer songwriter

Gevarieerde avond met muziek van hoog niveau

Tekst: Merie Foto's: KeesJan Kolb, ,

Het genre singer-songwriter is lastig te omschrijven. Je kunt je zelfs afvragen of het wel een genre is. Toch is het handig om bij een competitie als deze een lat te hebben waarlangs je de deelnemers kunt leggen. Daarom heb ik ik dit keer met mezelf afgesproken deze keer te letten op de persoonlijke en eigen stijl van de zanger/zangeres Want daar gaat het in dit genre wat mij betreft om. De competitie, zoals altijd georganiseerd door de Popunie en als vanouds gepresenteerd door PP, had weer een hoog niveau.

Gevarieerde avond met muziek van hoog niveau

Iets na achten stroom de het ophokgedeelte van Rotown - waar een groot deel van de bezoekers zich tegen de ijzige regen had verschanst - leeg en de zaal vol, waardoor de eerste act meteen voor een gezellig gevulde zaal kon beginnen. Monokay-zangeres Jurith Schols heeft een stem met een aangenaam snikje erin wat prima aansluit bij haar rustige, melodieuze liedjes. In het eerste nummer kwam ze (zenuwen?) nog wat bleekjes over, maar dat herstelde snel. De zichtbaar met plezier spelende band, bestaand uit een gitarist, drummer en bassiste, vulde soepel de muzikale belegeleiding in. Met name het open, twinkelende geluid van Sebastian van Zuylen’s Gretsch gitaar – wat mij een beetje aan de band Turin Brakes deed denken – kon mij zeer bekoren. Inhoudelijk echter gleden de liedjes een beetje langs mij heen. Misschien door de dromerige sfeer? Tijdens het ombouwen voor de volgende act stapte een mooi fragiele jongen met een hint van zilveren glitter om zijn ogen het podium op om te soundchecken. Mijn eerste gedachte was: “Marc Bolan is alive”. Dat dat geen rare gedachte was bleek uit zijn optreden. Glitters for Billy leek ondanks zijn blonde haar niet alleen een beetje op Bolan, ook zijn composities, zijn thematiek, maar vooral zijn stem, compleet met trillertje deden vermoeden dat hij je met twee klikken met de hakken van zijn witte lakschoentjes kon verplaatsen naar de ‘Ballrooms of Mars’. Ik kreeg er een beetje de kriebels van en het leidde me enorm af van de liedjes... Ik ben hierdoor benieuwd of ‘Billy’ in staat is in zijn werk nog te incarneren tot zichzelf. De kwaliteit van de composities doet dit wel vemoeden, ware het niet dat ik er niet doorheen kon kijken en luisteren. Gelukkig bracht J.K. Knijft me weer met twee voeten terug op aarde. Hier stond gewoon een kerel in smoking met een gitaar die het podium vulde met slechts de zeggingskracht van zijn sterk naar Johnny Cash geurende liedjes. Zijn krachtige, warme stem deed af en toe een klein beetje denken aan zijn voorbeeld Glenn Danzig, maar verviel nooit in imitatie. J.K. speelde donker gerande songs, zichzelf belegeleidend op gitaar, waarbij opviel dat hij de gitaar niet alleen bespeelde als achtergrond, maar hem ook werkelijk gebruikte als instrument. Hij veroorloofde zichzelf zelfs een enkele rockpose. Op deze eerste Paasdag was niet de heer zijn herder, maar ‘King Wrong his sheperd’. Het leverde J.K. knijft deze avond in ieder geval de tweede prijs op en de tip van de jury mee te doen aan de Grote Prijs van Nederland. Naast de eerste prijs van de jury mag wat mij betreft de prijs voor de langste bandnaam naar ‘Long Conversations and the Closet Orchestra’. Deze band rond zanger/gitarist Olaf Caarls wist de jury te overtuigen met zijn eenvoudig en ongepolijst klinkende, sterk tekstgerichte liedjes. Of het publiek ook zo overtuigd was durf ik te betwijfelen. Er werd (net als bij de andere acts overigens) stevig doorgekletst. Maar dat deerde Olaf niet. Hij vond er wel “iets troostends van uitgaan”. Zijn stem deed mij een klein beetje denken aan die van Darren Hayman (voormalig zanger van de band Hefner). Soms nét een beetje ernaast, een beetje langs de muziek schurend. Iets van Olaf wat mij betreft meer mag uitbuiten om nog meer tot een eigen stijl te komen. Nu klonk het af en toe onbedoeld onbeholpen. Jammer ook dat de cello in de mix wat wegviel. Juist dit instrument had de muziek de warme, melodieuze onderlaag kunnen geven die ik een beetje miste. Hierna was het de beurt aan Mark Lotterman om Rotown te overtuigen. Als je het hebt over persoonlijk als definitie van het genre singer-songwriter, dan was hij vanavond voor mij toch wel degene die daar het meest aan voldeed. Mark slingert ongegeneerd al zijn gekte, al zijn gevoel en rauwe chaos ongegeneerd van het podium. Het lijkt allemaal uit de losse pols. Bijna alsof je naar een repetitie zit te kijken, maar dat is het niet. Mark Lotterman is gewoon zichzelf. Zijn zwartgallige intense liedjes zijn niet al te makkelijk te doorgronden maar getuigen wel van een hele zure zelfspot. Zweetduppels druipen als tranen langs zijn gezicht en hals. Als zijn gitaar hem niet bevalt (“wat een kut-gitaar”) zegt hij dat ook tegen het publiek. En als het optreden is afgelopen, loopt hij gewoon, al spelend, het podium af zonder ons nog een blik te gunnen. De jury gaf aan in hun commentaar te vinden dat Mark niet aardig genoeg was tegen het publiek. Ik spreek dat tegen. Hij praatte tenminste niet tegen ons alsof we gek waren, maar betrok ons in zijn gedachten van dat moment. Geslijm is wat mij betreft nergens voor nodig. Zeker niet als je zo oprecht van het podium spat. De afsluiters van de avond waren Ming’s Pretty Heroes. Van alle bands had deze de meest coherente, bijna gladde sound. Goed op elkaar ingespeeld en bij elkaar gehouden door - afwisselend achter de microfoon en de piano - het stemgeluid van Ming. Haar liedjes hebben persoonlijke thema’s als liefde en angst, maar zij toont zich ook maatschappelijk betrokken zoals bijvoorbeeld in de song ‘Dying and Hungry’. Met name het afsluitende nummer ‘Masked Ball’ maakte indruk. Door steeds een gezongen zin op te nemen en af te spelen zong Ming als het ware in canon met zichzelf. Versterkt door de band die een soundscape neerzetten van zacht brommende ondertonen zwelde het nummer aan naar een apotheose die in alle eenvoud veel indruk maakte. Het publiek in Rotown beloonde Ming’s Pretty Heroes dan ook met de Norma Publieksprijs en van de jury mochten ze met het zilver naar huis. Het was weer een gezellige avond waarop veel te genieten viel. We hebben mooie markante persoonlijkheden gezien. Gezwijmeld maar ook gerockt. Zo zie je maar weer: singer-songwriter is misschien geen genre, het is wel een gevoel. En wanneer singer songwriters erin slagen het publiek deelgenoot te maken van hun gedachten en gevoel zoals deze avond het geval was, kan je de finale singer-songwriter van de Grote Prijs van Zuid Holland weer bijzonder geslaagd noemen. De volgende GPZH finales zijn 27 maart (Urban) en 4 april (Bands en Dance) in Waterfront.