10 jaar Tocado Records; het grote Leen Steen interview

"Doen waar je zelf zin in hebt, zonder er meteen bij na te denken of je er veel van gaat verkopen"

Peter De Koning, ,

Dit najaar bestaat het Rotterdamse platenlabel Tocado tien jaar. Platenbaas Leen Steen (41) is al meer dan tien jaar één van de 'usual suspects' in het Rotterdamse muziekwereldje. De hoogste tijd om Leen eens aan het woord laten en terug te kijken op tien jaar Tocado.

"Doen waar je zelf zin in hebt, zonder er meteen bij na te denken of je er veel van gaat verkopen"

“Tocado komt voort uit de THC Outgaanscourant, een gratis muziekmagazine dat concerten in Rotterdam aankondigde. Ik schreef recensies voor ze. Rond die tijd, eind jaren negentig, kwamen er veel jonge Rotterdamse punkbands op en het leek ons leuk om met die bands een cd uit te brengen. Dat werden de ‘Heel Erg Punk’-cd’s. Dat waren verzamelcd’s die we live opnamen. Toen we ermee begonnen hadden we geen geld, maar het lukte ons om Nighttown mee te krijgen. De technicus van de Rocktown Studio’s wilde de boel wel opnemen. We hadden een superstrak schema waardoor het lukte om bijna 20 bands te laten spelen. Op een gegeven moment liepen we zelfs een kwartier voor op het schema! Het groeide snel. De duizend exemplaren van het eerste deel van ‘Heel erg Punk’ waren binnen een half jaar weg. Kort daarop brachten we de mini-cd van Deuce uit. Dat was de eerste band. Ook deel twee verkocht heel snel uit. Het krantje was toen al ter ziele. Het meisje dat de advertenties verkocht, was vertrokken. Dat was zo’n kloteklus, niemand had zin om dat over te nemen en zo kwam er steeds minder geld binnen”. “De naam Tocado komt uit een Spaans woordenboek. Het betekent zoiets als ‘prettig gestoord’. In het begin deden we van alles. We hadden ook een politieke partij die meedeed aan de Gemeenteraadsverkiezingen van 1998. Nee, ik was geen lijsttrekker, daar was ik te radicaal voor. Wist je trouwens dat een groot deel van de opbrengst van de ‘Heel Erg Punk’-avonden in de partijkas terecht is gekomen? Maar dat ging helemaal mis. Ze hadden allemaal lollige ideeën zoals meer geld voor de uitgaanswereld, legalisering van drugs en een extra ring op De Kuip, maar het werd slecht uitgevoerd. Hadden we Jozef Kiprich, die spits van Feyenoord, als lijstduwer en die zegt in zijn gebroken Nederlands de hele tijd tegen ons ‘Goed dat jullie tegen drugs zijn’ terwijl die hele partij uit blowers bestond en de THC-krant volledig werd gesponsord door coffeeshops! Niemand die effe aan Kiprich uitlegde hoe het nou werkelijk zat. Dat we uiteindelijk met onze echte namen op de kieslijst moesten hielp ook niet echt. Iedereen in het uitgaansleven kende alleen onze bijnamen”. “Ik heb in allerlei bandjes gespeeld. Als bassist en later ook als zanger. Tussendoor heb ik ook nog vier jaar lang geacteerd in een toneelgroep. De Schreeuw heette dat, dan had je een voorstelling waar je een half jaar lang vijftig keer mee optrad, in heel het land. Acteren is best heftig. Je werkt heel intensief samen met vijftien andere mensen die je amper kent. Er zit iets heel dubbels aan acteurs: je werkt samen maar tegelijk ben je elkaars grootste concurrent. Acteurs kunnen vileine mensen zijn. Heel anders dan het bandjesgevoel. Muzikanten zijn elkaars beste maten, zolang ze met elkaar in dezelfde band zitten. Na vier jaar acteren had ik behoefte aan dat bandjesgevoel en begon ik een nieuwe band, de Rotterdam Pig Fuckers. We speelden een soort trashmetal. We hadden de pech dat net rond die tijd de deathmetal opkwam”. “Met mijn volgende band Into The Void ging het een stuk beter. Op een gegeven moment kwam ik via-via in contact met Arthur Conley, een Amerikaanse muzikant die wel met ons wilde samen werken. Ik wist niet wie het was, maar toen ik ‘m opzocht in de Achterhoek vertelde hij dat hij de zanger was van ‘Sweet Soul Music’ en dat-ie had gespeeld met Otis Redding en al die soulgiganten. Wist ik veel, toen ik ‘m aan de telefoon had wist ik geen eens dat-ie zwart was. Conley zag het in ons zitten en hij nodigde me uit voor zijn verjaardag. Daar zaten allemaal langharige jongens en Conley liep ze een beetje te aaien en te strelen. Toen begreep ik het. Ik heb verder niks meer verteld aan de rest de band. Ik bedoel, onze gitarist zat bij de brandweer! Da’s pas een homofoob clubje”. “Mijn eerste LP kreeg ik van mijn ouders toen ik een jaar of tien was. Het was een country-verzamelaar. Het eerste nummer, van Johnny Cash, vind ik nog steeds geweldig. Ik was al fan van Johnny Cash voordat-ie hip werd! Later werd het Queen en daarna kwamen Black Sabbath, Uriah Heep en AC/DC en ‘Rocket To Russia’ van de Ramones. Punk leerde ik kennen toen ik een jaar of zestien was. Dat heette toen nog rock ‘n’ roll. Later hadden ze het in de Panorama over The Tubes en dat noemden ze ‘punk’, dat vonden we interessant klinken. Rond 1980 zat ik er middenin. Ik woonde in een kraakpand aan de Van Vollenhovenstraat. Ik weet nog dat ik bij me ouders langs ging op Koninginnedag en na de krakersrellen een onoverwinnelijk gevoel had, zo van: ‘We hebben ze een poepie laten ruiken’. Mijn vader zei meteen: ‘Vandaag hebben jullie verloren’. Hij kreeg gelijk, want vanaf dat moment keerde de publieke opinie zich tegen de krakers”. “Mijn vader was beeldend kunstenaar. Een anti-Vietnam activist. Hij had het Rode Boekje van Mao in huis, maar ik denk dat-ie daar nu niet meer aan herinnerd wil worden. Voor de rest zitten er veel kleine zelfstandigen, ondernemers, in mijn familie. Ik had zelfs een aangetrouwde neef die werkte voor die platenmaatschappij Polygram”. “Tocado is langzaam maar zeker gegroeid. Of het nog een punklabel is? Ik dacht het wel! Harry Merry is hartstikke punk, al zal-ie dat zelf waarschijnlijk heel snel ontkennen, want Harry ziet ‘punk’ puur als een muziekbegrip. Punk betekent voor mij doen waar je zelf zin in hebt, zonder er meteen bij na te denken of je er veel van gaat verkopen. Harry Merry was voor mij het omslagpunt. Ik had ‘m zien optreden en na afloop vertelde ik dat ik het heel jammer vond dat ik een punklabel had en hem daarom niet kon tekenen. ‘Ach, wat let je?’ antwoordde hij. ‘Ja, wat let me?’ dacht ik later. Daarna hebben we die deal rond gemaakt”. Tocado viert haar jubileum op vier verschillende dagen in vier verschillende zalen. Het complete overzicht: 3 november, Paard van Troje Den Haag: met Can_Of_Be, Harry Merry, Suicidal Birds, The Stilletos, Bruno & Robin. 8 november, Waterfront Rotterdam: met The Stinksisters, Lushus, Harry Merry & The Must, Suicidal Birds. 9 november, dB's Utrecht: met Lushus, Stöma, Elle Bandita, The Stilletos, Harry Merry & The Must. 10 november, Worm Rotterdam: Stöma, Mindscan, The Stilletos, Harry Merry & The Must.