Paolo Angeli weet de liefdesliedjes behendig te verstoppen

Met o.a.een gootsteenzeefje en een Sardinische gitaar wordt in Worm een ode aan de liefde gebracht

Leyla Overdulve, ,

De Italiaanse artiest Paolo Angeli maakt het de aanschouwer lastig de aandacht bij de muziek te houden door zijn behendige spel op de Sardinische gitaar en de trucendoos die hij daarbij gebruikt.Een greep uit de attributen: creditcards, kaartklemmetjes en tie-wraps. Zodra je je ogen sluit, doemt er plots een orkest op.

Met o.a.een gootsteenzeefje en een Sardinische gitaar wordt in Worm een ode aan de liefde gebracht

Paolo Angeli is een artiest, uit Italië welteverstaan, die een interessant instrument bespeelt. Met globaal deze informatie als uitkomst van mijn vooronderzoek, dat al vrij vroeg stagneerde door mijn gebrekkige Italiaans, kwam ik vol verwachting in Worm aan. Daar bevond ik mij tussen een klein publiek wat ik grotendeels dacht te herkennen van de klassieke concerten waar je op zondagmiddag wel eens langs zapt op tv. Toen ik stiekem de zaal in gluurde zag ik daar de artiest al klaar zitten op het podium, rustig sms-end en ondertussen uit zijn neus etend. Dat Paolo Angeli goed is in meerdere dingen tegelijk doen, bleek des te meer tijdens zijn optreden van ruim een uur. Hoewel hij in deze relatief lange tijd maar vijf nummers ten gehore heeft gebracht, met behulp van slechts één instrument, was dit verre van saai en zelfs een waar schouwspel te noemen. Het eerste nummer begon met een tokkelstuk met onnavolgbare ritmes en melodieën en klonk in mijn oren een beetje krakkemikkig. Later begreep ik waarom; hij had de stemming van de gitaar voor dit nummer gewijzigd door onderaan bij de kam een plastic tie-wrap te plaatsen. Op het moment dat hij deze verwijderde en zijn strijkstok pakte, viel alles op zijn plaats en werd terstonds de hele zaal gevuld met immense klanken. Door de combinatie van strijkstok en met de voeten bediende pedalen (linkervoet metalen ‘hamer’ op hout en rechtervoet ‘hamer’ op wisselende snaren) die voor ritmische impulsen zorgden, waande je jezelf ineens bij eerder genoemd klassiek concert met een compleet orkest voor je. In plaats van bij een ietwat a-ritmisch bewegende man, die in zijn eentje alle trucs uit de kast trekt om zo een heel scala aan geluiden en tempi te produceren. Dit doet hij zeer pasioneel en bedreven en hij schuwt het daarbij niet om compleet los te gaan op zijn instrument. Doordat op zijn sardinische gitaar de snaren zowel vertikaal van boven naar beneden (zoals bij de gangbare gitaar gebruikelijk is) als horizontaal (van links naar rechts dus) zijn gespannen, ontstaat de mogelijkheid om met een behendig ingebouwd apparaatje die snaren aan te laten slaan tijdens bepaalde fragmenten uit zijn repertoire. Het tonenpalet bepaalt hij door er een wig op de gewenste positie tussen te schuiven. Verder werkt hij met klemmetjes, creditcards die dienstdoen als strijkstok en zelfs een gootsteenzeefje (dat na lange tijd in de mond geklemd te hebben gezeten tussen de snaren en de hamertjes wordt gezet) en een aantal effectpedalen, waaronder een RAT distortionpedaal om zo het gewenste resultaat te behalen. Pas na het laatste nummer valt het stil en kunnen we applaudiseren. Hij vertelt het publiek welke nummers hij heeft gespeeld en op welke albums ze te vinden zijn. Als iemand vraagt waarover het vierde nummer gaat, antwoord hij: “Ah, it’s about love, ofcourse!” Uiteindelijk geeft hij na zijn eerste toegift op verzoek nog een toegift, maar dan op de meer klassiek wijze. Hij haalt alle extra attributen inclusief de hamertjes van de gitaar en speelt en zingt zo nog wat verder.