Drie bandleden Fink hebben dezelfde muzikale hartslag

Van Lowlands tot obscure Britse kroeg, maar nu eerst Rotown

Annet Brugel, ,

Dj/producer Fink schreef Pretty Little Thing, speelde het in met Guy en Tim, en bood het aan bij werkgever Ninja Tune als beginnend bandje. Abrupt was hij dj af. Drie single bracht hij uit. Begin april kwam Fink’s eerste singer/songalbum uit en voor het einde van het jaar volgt een tweede.

Van Lowlands tot obscure Britse kroeg, maar nu eerst Rotown

In april stond Fink samen met bassist Guy Whittaker en drummer Tim Thorton al in Rotterdam voor een kort optreden tijdens Motel Mozaïque. Diezelfde dag werd Fink geboekt voor Lowlands en kreeg de band te horen dat hun album Biscuits For Breakfast de hoogste nieuwe binnenkomer was in de Engelse albumcharts. Het optreden tijdens Motel Mozaïque behoort nog steeds tot één van hun favorieten. Tijd voor een snelle comeback naar deze bodem. Ondanks dat ze deze avond optreden tijdens de wedstrijd Engeland-Zweden en het in Rotown slechts gezellig druk is, hebben ze er zin in. Ze zijn immuun voor bijzaken als bezoekersaantallen. "Iedereen die we gedurende ons optreden kunnen raken is er één waarvan wij als band uit ons dak gaan", aldus Fin. Tim, Guy en Fin a.k.a. Fink zijn muziekliefhebbers. Ieder vrije moment grijpen ze aan om bands te kijken en muziek te luisteren. "We zijn altijd geïnteresseerde grootverbruikers geweest": zegt Fin. "We blijven openstaan voor nieuwe releases en alles wat we nog niet kennen. Dat zal wel zo blijven. In een band spelen is eigenlijk leuker dan dj'en. Je speelt een optreden van hooguit een uur en dan kun je weer zelf voor een podium staan, bands kijken en je mengen in de zaal. Da's wel echt anders dan een lange dj-set te draaien op de meest onmogelijke tijden." Alle drie de bandleden zitten op het podium. Op pilaren in de zaal hangen A4'tjes waarop in vetgedrukte letters STILTE A.U.B. staat. Maar de drie Fink-leden dwingen met hun amicaliteit stilte af. In een kort kletspraatje verontschuldigt Fin zich dat het optreden niet langer dan vijfendertig minuten zal duren. "Meer nummers hebben we nog niet." Ze lachen gedrieën. Zachtjes speelt Fin de zwaar versterkte gitaar. Guy heeft een fraaie blankhouten, akoestische basgitaar op zijn schoot, die (niet te geloven) nog mooier klinkt dan de bas er al uit ziet. Achter het lage drumstel gezeten, aait Tim met metalen kwasten de trommels. Een deken dempt de luidruchtigheid van de grote trom. Het nummer Biscuits openbaart zich. De kracht van Fink zit hem in veel dingen. De korte beeldende zinnen, zetten al aan het begin van een nummer de bijbehorende gemoedstoestand neer. De gelaagdheid in Fin's stem is vergelijkbaar met Tracy Chapman. Hij zingt rauw en kwetsbaar. Guy is als tweede stem een rustgevende aanvulling op Fin. Samen met Tim en Guy vertaalt Fin zijn emoties naar muziek die zo authentiek klinkt, dat wederzijdse kennismaking niet meer nodig is. Met nummers als You Gotta Choose, Kamlyn, Pills In My Pocket, Pretty Little Thing, Biscuits en bovenal Sorry I'm Late opent Fink de poort naar zijn belevingswereld. Het verdriet, de verliefdheid en de benauwdheid die Fin bezingt, en niet al te lang geleden beschreef, vertolken zijn bandleden al even autobiografisch als hijzelf. Terwijl ze met de ruggen naar elkaar toe zitten, of op elkaars ruggen uitkijken, en drummer Thorton zijn ogen regelmatig gesloten heeft, spelen ze ongelooflijk synchroon. Dat geldt vooral voor hun lievelingsnummer, waaraan de band Fink zijn bestaansrecht verleent. Pretty Little Thing zit er bij allen zo meesterlijk in, dat de drie instrumenten gedurende het gehele nummer als één ademhaling, één hartslag klinken. De cover All Cried Out, origineel van Alison Moyet, is na de eerste verschijning maanden geleden, zoveel venijniger geworden. De bassist en drummer scherpten de muzikale randjes nog eens extra aan en Fin klinkt nog pissiger. Het komt het nummer nog meer ten goede. Fink eindigt het optreden met het nummer Sorry I'm Late wat over de treurnis van een ontevreden kantoorklerk gaat. Het wordt niet tekstueel, maar muzikaal naar een enorme climax toegebracht. Drummer Tim speelt alsmaar slepender, bassist Guy zoekt zijn diepste zware tonen op en Finn's klagende stem klinkt wanhopiger naarmate het einde van zowel het lied als het optreden nadert. "I need a smoke, who doesn't need a smoke these days. So I can cope with the emails, the inbox and the wages of sin." Het lied krijgt de beladenheid van een sterfscène, een hele mooie. Als de laatste noten gespeelt zijn, ontlaadt het publiek heftig juichend. Ondanks dat het hele repertoire voorgeschoteld is klapt het publiek, tegen beter weten in, enthousiast voor het voorafgaande. Fink zal zich deze zomer (in Nederland) begeven op de podia van Paradiso en Lowlands. En hoe het met de kantoorklerk is afgelopen? Die heeft ontslag genomen en is in een bandje gaan spelen, ofzo.