Jimi Hendrix herleeft in V!P's

Expositie ‘Can you see me? A life through the lens’ nog te zien tot 31 december

Peter De Koning, ,

In Galerie V!P’S in het Westelijk Handelsterrein is tot aan het einde van dit jaar een expositie te zien over Jimi Hendrix. De expositie ‘Can you see me? A life through the lens’ toont een aantal foto’s waar de legendarische gitarist poseert voor de camera, terwijl andere beelden zijn geschoten tijdens één van zijn optredens. Er is werk van negentien verschillende fotografen te zien. Verslaggever Peter De Koning sprak tijdens de openeningmet enkele van hen.

Expositie ‘Can you see me? A life through the lens’ nog te zien tot 31 december

Jimi’s enige publieke optreden in Nederland was in 1967 op een feest met de intrigerende naam ‘The Happy Hippy Beurs’. Locatie was het Heliport-terrein in Rotterdam. Fotograaf Rob Bosboom was aanwezig bij het evenement en nam ook Jimi op de korrel. Borsboom is één van de weinige Nederlandse fotografen in de tentoonstelling, want ‘Can you see me’ toont de fine fleur van de internationale popmuziekfotografie. Jim Marshall en David Redfern zijn gerenommeerde fotografen van de jazzwereld en Gered Mankowitz en Dominique Tarlé werkten beiden lange tijd met de Rolling Stones. Een aantal van de fotografen was aanwezig bij de opening om één en ander feestelijk toe te lichten. Wat was de reden van Jimi’s succes? Dominique Tarlé: “Hij klonk als iets wat we nog nooit eerder hadden gehoord. Hij stond op het podium en maakte geluiden die we nooit eerder hoorden. Ik keek mijn vrienden aan, we wisten niet waar het geluid vandaan kwam. Het leek wel uit het binnenste van de aarde te komen”. Gered Mankowitz: “In zag hem voor het eerst in de ‘Bag Of Nails’ club. Hij zag er zo goed uit met zijn afro en die zigeunerachtige kleding. En hij klonk ook fantastisch. Alle muzikanten in het publiek stonden met open mond te kijken. Jimi was de eerste zwarte Amerikaanse muzikant die naar Engeland kwam. Al die Britse beatbandjes zoals de Stones, Yardbirds, Pretty Things en Cream leefden op een muzikaal dieet van Afro-Amerikaanse muziek: blues, rhythm & blues en soul. Ze keken heel erg op naar zwarte muzikanten. En opeens was daar een zwarte artiest die met twee Britten speelden en dus één van hun was”. Wat voor persoon was Jimi? Dominique Tarlé: “Ik heb Jimi alleen bij optredens voor mijn lens gehad. Ik heb hem nooit ontmoet. Ik heb hem wel één keer aan de telefoon gehad om te vragen of hij anderhalve maand later op een festival in Parijs wilde spelen. Hij antwoordde toen: “Don’t know if I’m still on this planet in a month and a half”. Gered Mankowitz: “Het was een rustige jongen. Hij was bijzonder gedisciplineerd en werkte hard aan zijn muziek. En hij was een magneet voor vrouwen. Maar ik heb Jimi maar een paar keer ontmoet. Je kan die vraag beter aan Eddie stellen”. Eddie is Eddie Kramer. Kramer werkte eind jaren zestig als technicus in de Olympic Studio in Londen. Daarnaast fotografeerde hij ook graag. Waarom? Kramer: “In de Olympic Studio was het een komen en gaan van de meest uiteenlopende artiesten. Complete orkesten namen er opera’s en klassieke stukken op, er werden commercials en jingles geproduceerd en veel popmuzikanten kozen voor Olympic omdat het een privéstudio was, geen enkele platenmaatschappij had er iets te zeggen. Ik heb daar met Jimi aan zijn platen gewerkt”. Kon je lachen met Jimi Hendrix? “Wist je dat hij een geweldig gevoel voor humor had? Zijn humor was… in het Engels zeggen we ‘acerbic’: sarcastisch en spottend naar anderen toe, maar ook vol zelfspot. Hij hield ook van woordgrapjes. Er hangt hier één foto van Jimi die lacht, maar hij verbergt die lach achter zijn hand. Hij was ook een verlegen jongen. Een voorbeeld? In Olympic liepen veel muzikanten bij elkaar naar binnen tijdens opnamen. Zo liep ook Brian Jones van de Stones een keer naar binnen tijdens één van Jimi’s sessies. Hij wilde wel piano spelen op ‘All along the watchtower’. Hij was alleen zo dronken als een aap. Hij speelde de verkeerde noten en ook nog eens uit de maat. Jimi wilde vragen of Brian weg wilde gaan maar dat durfde hij niet, dat moest ik maar doen. Jimi liet zijn moeilijke gesprekken graag via mij verlopen, maar toen ik Brian wilde vragen weg te gaan, was hij al in slaap gevallen”. Hoe was Hendrix in de studio? “Gedisciplineerd. Hij had ook een team van mensen om zich heen, dat daar streng toezicht op hield. Jimi had in Amerika getoerd met mensen als Little Richard en Jerry Lee Lewis langs clubs in het zuiden van de VS. De discipline daar deed denken aan het Amerikaanse leger. Als je te laat was of op het podium een fout maakte, dan kreeg je een boete. Hij was dat strenge regime ook wel een beetje zat en verhuisde naar New York. Daar werd hij door Chas Chandler, de bassist van The Animals, ontdekt en die nam hem mee naar Engeland”. De samenwerking in de Olympic Studio beviel zo goed, dat Hendrix en Kramer samen in New York een eigen studio opzetten. Kramer: “Jimi wilde een nachtclub overnemen, maar dat leek me een slecht idee, dus haalde ik ‘m over om die ruimte te kopen en er dan een studio in te bouwen. Dat beviel hem erg goed. He loved the place!”. De Electric Lady Studio, is er nog steeds en het overleefde dus één van de mannen die haar had opgericht. Waar was je toen je hoorde dat Jimi was overleden? Kramer: “Ik liep Electric Lady in en alle aanwezigen huilden. Ik vroeg wat er was en toen ze vertelden dat Jimi dood was, heb ik wel even staan vloeken. De tapes van ‘Cry of love’, het album waar we samen aan werkten, kon ik twee maanden niet aanraken. Ik heb die tijd erna keihard gewerkt, eerst aan die plaat, later vooral met Led Zeppelin. Zo ging ik er mee om”. Was hij de grootste artiest waar je mee hebt gewerkt? “Zeker. Jimi was één van de belangrijkste artiesten van de vorige eeuw. Miles Davis, Charlie Parker… in die categorie valt Jimi Hendrix”. V!P’s International Art Gallery, Van Vollenhovenstraat 15, Rotterdam. ‘Can you see me? A life through the lens’ is nog te zien tot 31 december 2006.