Eind maart ligt de derde studioplaat van The Apers Skies Are Turning Blue in de winkel. Zanger en bassist Kevin Aper: “We zijn erg trots, hij klinkt geweldig. Voor het eerst heeft onze gitarist Jerry Hormone wat nummers geschreven en dat heeft een sterke impact op de sound. Het zijn veertien nummers met een frisse sound. Niet echt nieuw, maar wel een verbreding van wat we deden.” De derde studioplaat heet Skies Are Turning Blue, The Apers lijken klaar voor de lente. “Ja, het is wel een lenteplaat. We zijn van nature vrolijke jongens. Het is allemaal niet zo slecht als dat mensen denken.” Het album is opgenomen in Alkmaar in de AG studio’s met Shavers-drummer Theo de Jong. “We sliepen met zijn allen bij een vriend in Heerhugowaard. Net vakantie. Daar moet je ook mee uitkijken, want voor je het weet zit je tot vijf uur ’s ochtends in een kroeg in Heerhugowaard. Dan is zingen om tien uur ’s ochtends wel erg vroeg. Je moet er rekening mee houden dat je de komende jaren op die plaat beoordeeld gaat worden. De Rotterdamse punkband The Apers bestaat negen jaar. “We zijn begonnen als een funband, zonder enig idee wat we wilden. Een beetje bier drinken en optreden, dat doen we nog steeds. Alleen hebben we er wat platen bij gemaakt, in veel landen opgetreden en met veel toffe bands gespeeld. Daar zijn we heel trots op. De dieptepunten zijn minimaal. Bij een show in België is laatst een jas met mobiel en paspoort gejat. Maar als je je daar al druk over gaat maken kan je net zo goed meteen stoppen.” België is in ieder geval niet op de zwarte lijst gekomen. “België staat juist op onze a-lijst. De laatste drie á vier jaar hebben we veel in Nederland opgetreden, daar moet je mee uitkijken. Mensen moeten niet denken: ‘kijk daar heb je The Apers weer’.” Het is misschien niet punkeigen maar er is sprake van professionalisering bij The Apers. “Toen ik begon zat ik op de havo, woonde ik bij mijn ouders. Nu moet je zelf dingen betalen en ben je er veel tijd aan kwijt. Maar als je ziet hoe mensen van Peter Pan Speedrock en De Heideroosjes het aanpakken, dan steek je daar wel wat van op. Als je het goed regelt, houd je er misschien zelfs een centje aan over. Dat is natuurlijk het ultieme, iets verdienen met dingen die je tof vindt. Dan moet je het wel professioneel aanpakken. Als alles goed geregeld is loopt het makkelijker. We zijn nu negen jaar bezig met dat geëikel en dan ken je dat wel.” Het Rotterdamse undergroundlabel Stardumb inruilen voor een grote maatschappij is voor de punkers dan ook geen taboe. “Bij Stardumb zitten goede vrienden van ons. Die hebben altijd vertrouwen in ons gehad, ook toen nog niemand iets van ons moest weten. Er moet wel een heel goed aanbod komen, willen we hier weggaan. Maar het is een klein label, en je hebt in Nederland veel geld nodig om je plaat gepromoot en geplugd te krijgen. Je komt niet zomaar op de radio en in de bladen. Dat geld heeft Stardumb natuurlijk niet. Wij zouden een grote platenmaatschappij niet afslaan als er goede afspraken gemaakt worden. Het is natuurlijk heel erg punk om meteen sellout te roepen en op majors te zeiken. Maar als je als band je integriteit kan bewaren, en er groei blijft in de creatieve processen en denkbeelden, zie ik niet in waarom je niet met een grote maatschappij in zee zou kunnen gaan.”