Wethouder: Waterfront moet pand verlaten

Gemeente geeft meer subsidie en zet poppodium vervolgens op straat

Vorige week was het feest bij het Rotterdamse Waterfront. Cultuurwethouder Hulman verhoogde de subsidie structureel met ongeveer honderdduizend euro. De gemeente was zeer te spreken over de activiteiten van het popcluster. Een week later zegt een andere wethouder van diezelfde gemeente de huur op van Waterfront, wegens wanbetaling.

Gemeente geeft meer subsidie en zet poppodium vervolgens op straat

Volgens de Rotterdamse wethouder Pastors, verantwoordelijk voor o.a. de gebouwen in het bezit van de gemeente, is het allemaal heel simpel: Waterfront heeft anderhalf jaar de huur niet betaald en wordt daarom nu op straat gezet. De totale huurachterstand is volgens het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), die de gebouwen van de gemeente beheert, opgelopen tot 225.000 euro. Vorige week gaf de gemeente het poppodium nog één ton euro subsidie per jaar extra. Dit geld is echter geoormerkt en mag niet gebruikt worden voor huurkosten. Vraag je het Waterfront directeur Paul van Oort op de man af, dan geeft hij het ruiterlijk toe: “Nee, we betaalden inderdaad niet volledig onze huur. In 2002 waren we bijna failliet. Een jaar later heeft Bureau Berenschot een onderzoek gedaan en kwam Frans Vreeke als crisis manager. Dankzij die ingreep was Waterfront begin 2004 weer redelijk op orde. Ook hadden we een groot deel van de schulden toen weer afgelost. Ik ben als nieuwe directeur naar het OBR gestapt om te praten over aflossing van de achterstand. Maar dat was plotseling niet meer mogelijk.” En dat vindt Van Oort vreemd. Vooral omdat het OBR eerder wel toegeeflijk was: “Door de slechte en te late oplevering werd de huur die Waterfront moest betalen drie jaar achter elkaar verlaagd of voor een deel kwijtgescholden. Maar per 2003 telde de beheerde voor het eerst de jaarhuur van 189.000 euro.” En dat is volgens Van Oort 70.000 euro te hoog. “De jaarlijkse huur berekent OBR door de kosten voor de bouw van het pand door tien te delen, omdat in de regel een pand zichzelf in tien jaar moet terugbetalen. Maar voorafgaand aan de bouw heeft het OBR de gemeente gewaarschuwd dat een poppodium op die plek onder de brug veel te duur zou worden. De marktwaarde ligt een stuk lager.” Volgens Clementine Mulder van het OBR klopt daar niks van: “We hebben zoiets nooit geadviseerd aan de gemeente. De huur is trouwens 130.000 euro per jaar en dat is juist een lage prijs als je kijkt naar de marktwaarde. Het kan niet lager, dan zouden we verlies draaien.” Daarmee blijft de bal bij de politiek liggen. Van Oort waant zich inmiddels hoofdrolspeler in een roman van Kafka. “Cultuurwethouder Hulman was ons altijd goed gezind. Maar kennelijk legt hij het nu af tegen Pastors. Wat daar achter steekt, weet ik ook niet. Maar je gaat wel de raarste dingen denken. Hebben we een ton meer gekregen zodat als we straks niet meer bestaan er niet drie, maar vier ton vrijkomt voor andere zaken? Ik kan het niet geloven. Maar wat er nu gebeurt ook niet.” Daar is zeker geen sprake van volgens Lennart de Jong, woordvoerder van Hulman. Dat de huur te hoog is volgens Waterfront, is ook bekend bij Hulman. Een handreiking om de verhuurder nog op andere gedachten te brengen, zit er volgens De Jong echter niet meer in: “Waterfront is belangrijk voor Hulman. Daarom ook die extra subsidie. Maar het huidige conflict is er een tussen huurder en verhuurder waar hij als cultuurwethouder niets mee te maken heeft.” Donderdag vergadert de commissie cultuur over de kwestie. De hele commissie is volgens Van Oort verbijsterd. Wethouder Pastors heeft in ieder geval beloofd dat de deurwaarder nog niet op Waterfront wordt afgestuurd. Hij wil zijn eigen commissievergadering, die over drie weken plaatsvindt, eerst afwachten.