The Dears zowel episch als bedwelmend

Brits aandoende groep overstijgt zichzelf

Dries van Oosterhout, ,

Het Canadese The Dears werd in haar thuisland al genomineerd voor een Juno award voor de beste nieuwe groep. Die mochten ze niet mee naar huis nemen, maar het lijkt wel een voorbode van internationaal succes. Live laten ze de Blur- en Smiths vergelijkingen goeddeels achter zich en konden zo wel eens naam voor zichzelf gaan maken.

Brits aandoende groep overstijgt zichzelf

Het Rotterdamse Cellophane opent de avond met een akoestische set. Ongetwijfeld een van de meest veelbelovende acts in de maasstad, maar bij een dergelijke opzet dreigt de eenvormigheid. De songs liggen overwegend op hetzelfde tempo, en de kenmerkende melancholie lijkt vaak op inwisselbare wijze te worden gebracht. Je ziet mensen als het ware de schouders al ophalen, onderwijl “Coldplay” verzuchtend, en dat is niet helemaal terecht. Al tijdens het laatste nummer verlaten de bassist en de drummer het podium, maar ze hebben dan ook haast. Later die avond spelen ze nog in Waterfront en daar moeten ze met elektrische gitaren beter tot hun recht zijn gekomen. Wanneer The Dears hun plaats innemen is er haast geen ruimte. Het zestal heeft een batterij aan instrumenten meegenomen, en wanneer je het kleine, volgepakte theaterzaaltje binnenkomt stoot je je neus bijna aan een rek met gitaren. Dat het ergens goed voor is blijkt al snel: tien minuten lang bedwelmende laag op laag; het is niet de meest toegankelijke manier om een concert te beginnen. Postcard From Purgatory, want daar gaat het hier om, klinkt live heftiger dan op plaat, en dat blijkt voor meer nummers op te gaan. Men vervolgt met Lost in the Plot, de huidige single, dat een fantastische hook heeft, waarmee het direct duidelijk is dat The Dears een breed uitwaaierend spectrum beslaan. De andere single, We Can Have It, zorgt vervolgens voor een rustmoment in de set, waarin de veelbesproken stem van Murray Lightburn voor het eerst goed hoorbaar is. Tot dan toe wilde de krankzinnige, bij vlagen briljante drummer hem nog wel eens overstemmen. Ook dit lied kent een sterke ontwikkeling, met een up-tempo middenstuk, terwijl de twee dames van de elektronica en de fijne koortjes het geheel omlijsten met een etherisch klankenpalet. Wanneer de stemmen langzaam wegebben in plots sterk toenemende galm hebben The Dears al vroeg in de set hun indruk achtergelaten. De warme stem van zanger, gitarist en drijvende kracht Murray Lightburn heeft veel weg van die van Morrisey, zoals al vaak is geschreven. Maar net als Morrisey, klinkt hij nergens echt larmoyant. Hij heeft een sterk ontwikkeld gevoel voor pathos en tracht te laveren tussen hoop en wanhoop. Achter de titel We Can Have It schuilt het besluit “…but it won’t ever be what we want.” Evenwel zingt hij “it’s not an impossible situation,” en biedt de helpende hand. Uiteindelijk lijkt Murray een berustend mens die, wellicht tegen beter weten in, troost put uit zijn medemens.