Jullie zijn nog niet bekend bij het grote publiek. Leg eens uit wie jullie zijn?
Bouke: ‘Jelle en ik zijn broers van elkaar. Ik heb eerder in een band gezeten, maar dat is uiteindelijk niks geworden. Uiteindelijk besloten Jaap en ik dat we echt iets met muziek moesten gaan doen. Uiteindelijk kwam Jelle erbij en toen zijn we eigenlijk direct begonnen met liedjes schrijven. We hebben inmiddels ook een vaste bassist, Jan de Vries, die ook helpt bij het schrijven.’
Hoe zit het met jullie muzikale achtergrond?
Jelle: ‘Ik wilde altijd basgitaar spelen, maar ik hoorde van verschillende mensen dat het verstandiger was om eerst gitaar te leren spelen. Ik heb er één gekregen, maar ik verloor mijn interesse. Toen heeft dat ding een jaar of zes, zeven ongebruikt aan de muur gehangen. Uiteindelijk heeft Bouke hem in gebruik genomen toen hij ging meespelen met de band van Jaap.’
Bouke: ‘Nouja, ik speelde eerder wel wat, maar dat was vooral het naspelen van liedjes. Dat wilde ik gewoon graag kunnen. Toen ik met de band van Jaap ging meedoen had ik er één nodig en heb ik die van Jelle van zijn muur gehaald.
Jelle: ‘Ja, ondertussen begon ik steeds meer te balen van het feit dat mijn gitaar weg was. Uiteindelijk heeft Bouke gelukkig een eigen gitaar gekocht en kon ik zelf beginnen met spelen.’
Jaap: ‘Ik heb al wel eerder in bandjes gespeeld, maar ik heb met deze jongens het gevoel dat we écht ergens mee bezig zijn. Dat was bij andere bands wel eens anders.’
Lyrebird: 'Wij maken muziek om écht naar te luisteren'
Alkmaarse band blijft met beide benen op de grond staan
‘We zijn gewoon drie jongens met twee gitaren en een drumstel.’ De Alkmaarse band Lyrebird blijft met beide benen op de grond staan. Zonder sterallures, maar met een forse dosis talent baant de band zich een weg door de slopende concurrentie, stiekem hopend op iets moois.
Bouke, jij kiest voor een bijzondere zangstijl met een hoog stemgeluid. Waar komt dit vandaan?
Bouke: ‘Ik heb altijd iets gehad met hoge stemmen. Ik ben gek op Sigur Ros bijvoorbeeld, ik vind zijn stem waanzinnig. Ik kan wel laag zingen, maar ik vind dit mooier. Ik kan me best voorstellen dat mensen mijn stem maar niks vinden. Veel mensen trekken het hoge stemgeluid van Sigur Ros ook totaal niet.’
Jullie maken geen commerciële muziek. Hoe zetten jullie jezelf op de markt?
Bouke: ‘We proberen alle kansen die we krijgen ten volle te benutten, maar het is hard werken. Gelukkig zit het ook wel eens mee; onlangs hebben we onze nieuwe EP gepresenteerd, waarna de organisator van Alkmaars Eigenste naar ons toe kwam. Dat is een festival met louter Alkmaarse bands, een concept dat ik heel erg gaaf vind. Dat is ook het leukst om te doen, wij zijn niet gemaakt voor grote bandwedstrijden.
Wij maken luistermuziek en bij zo’n competitie staat de helft van het publiek vaak door je heen te ouwehoeren. Wij maken geen muzikaal behang; onze muziek komt het best tot zijn recht als er echt naar geluisterd wordt.
Welk geheim schuilt er achter jullie bandnaam?
Bouke: ‘Haha, geen enkel geheim eigenlijk. We wilden absoluut geen ‘the’ in onze naam en het moest geen meervoudsvorm worden. Lyrebird klinkt lekker ‘catchy’. Er zijn bands die zich langer met hun naam bezighouden dan met het maken van een album. Dat wilden wij niet.’
Jelle: ‘Ik heb nog wel aan ‘Skinnerbox’ gedacht. Ik studeer biologie en hoorde die term voorbij komen. Een skinnerbox is een proefopstelling om ratten te trainen in hun cognitieve vaardigheden, maar ik vond het vooral gewoon een goede bandnaam. Helaas bestond hij al.’
Wie is er verantwoordelijk voor het prachtige artwork op de cover van jullie EP?
Jaap: ‘Dat maken we allemaal zelf.’
Bouke: ‘Nee, jíj maakt het zelf.’
Jaap: ‘Het kwam voort uit een schilderij van Bouke. Hij heeft een schilderij van een liervogel gemaakt en heeft dat aan mij gegeven. Ik ben vormgever en ben aan het knutselen geslagen. Het is mooi als je dat zelf kunt doen, zo kun je gemakkelijker de stijl van de band visualiseren.’
Jelle: ‘Ik ben echt heel blij met dat artwork. De reacties zijn ook heel positief, mensen vinden het mooi.’
Bouke: ‘En dan te bedenken dat het er bijna niet had gelegen. We vonden het erg duur en speelden met het idee om onszelf alleen via het internet te promoten. Ben ik even blij dat we dat niet hebben gedaan.’
Waar hopen jullie op, voor in de toekomst?
Bouke: ‘Ik vind het het leukste om op bijzondere locaties te spelen. Het maakt me eigenlijk niet zoveel uit waar ik speel, als het publiek en de setting maar leuk is. En Paradiso, natuurlijk, maar dat wil iedere band.’
Jelle: ‘We weten ook echt wel dat dat ons naar alle waarschijnlijkheid niet zal lukken. We blijven gewoon met beide benen op de grond staan. Het leuke is dat we soms heel blij verrast worden, gewoon omdat we niet zulke hele hoge verwachtingen hebben. We zijn niet als andere bands, die zich heel graag willen profileren als ‘uniek’. We zijn gewoon drie jongens met twee gitaren en een drumstel. Je werkt toch altijd binnen een soort kader. Het grappige is dat we toch iedere keer als we ergens spelen gecomplimenteerd worden met onze originaliteit, terwijl we dat nooit als ultiem doel hebben gesteld.’
Jaap: ‘Ik krijg vaak de kritiek dat er wel wat meer standaard drumwerk in moet. Dan ben ik toch altijd wel een beetje trots.
Lyrebird is de komende weken veel te zien:
18 januari ('s middags) in The Irrational Library in Haarlem
11 januari in Skek Amsterdam
25 januari op Alkmaars Eigenste in Life072 in Alkmaar
9 februari ('s middags) in PLEKK, Amsterdam