#ESNS17 Grunnsonic in De Walrus is gewoon weer een goede Rock 'N Roll Nite

Met Kinoo, HoppaH! en Kin

Tekst: Ennio Wolsink Foto's: Harold Zijp ,

Ook dit jaar doet Café De Walrus in het centrum van Stad Groningen mee met Grunnsonic; het gratis randprogramma met lokale bands van het Eurosonic Noorderslag festival. Sociëteit De Walrus is in 1977 opgericht en al vier decennia lang niet alleen belangrijk voor het verenigingswezen in Groningen, maar ook als podium voor livemuziek. Tegenwoordig wordt er maandelijks de live bandjesavond Another Rock ’n Roll Nite gehouden. Vanavond tijdens Grunnsonic op de vrijdag maken de volgende bands hun opwachting: Kinoo, HoppaH! en Kin.

Het pand van De Walrus is vooral langgerekt en niet erg breed. Dat betekent dat je om vooraan te komen wanneer Kinoo, de eerste band van de avond, gaat spelen, je de ervaring krijgt alsof je je moet manoeuvreren door een propvolle voetgangerstunnel. Twee meter voor het podium is het echter helemaal leeg. Typisch voor het begin van een bandjesavond, later stroomt het wel helemaal vol. 

Kinoo maakt grotendeels instrumentale krautpop. Wanneer de frontman en gitarist Tjesse Riemersma zingt, past het uitstekend bij de psychedelische geluidsmuur die de twee gitaristen, de bassist en de drummer neerzetten. De zangstijl doet Brits aan, maar het ligt er niet te dik bovenop. Riemersma zet met behulp van de effectpedalen van zijn gitaar de grote golven van de soundscapes neer. De rest van de band speelt dan vrij uptempo eroverheen. Het geheel klinkt als een lekkere jamsessie, maar dan wel met structuur en intentie. De melodieën van de band hebben ook iets minimalistisch, met om de zoveel maten subtiele verschuivingen. Al met al speelt Kinoo een lekkere set en zorgt voor een erg goed begin van de avond. Het enige minpunt van het hele optreden is dat het veel te kort is. Toen het laatste nummer werd aangekondigd was het publiek hoorbaar teleurgesteld.

De zevenkoppige powerfolkband HoppaH! (drums, klarinet, viool, trombone, basgitaar, accordeon en zang), neemt de soundcheck serieus en maakt het echt boeiend om naar te luisteren. De band gaat namelijk een paar keer lekker spelen voor een klein half minuutje puur om het geluid te testen, om daarna kalm en zelfverzekerd de geluidsman aanwijzingen te geven.

Zodra HoppaH! eindelijk echt gaat spelen is het publiek er helemaal klaar voor. Letterlijk vanaf de eerst gespeelde maat is de muziek van HoppaH! onweerstaanbaar dansbaar. De Nederlandstalige ska-achtige folk van de band, die afgelopen maand zijn nieuwste album presenteerde in Vera, lijkt qua sfeer wel uit een ander tijdperk te komen. Een waarin er nog geen internet of tv was en kermisartiesten door het land trokken om de mensen te vermaken. De frontman Serge van Laar, strak in pak gestoken en met opvallende Wolverine-bakkebaarden, is wat dat betreft een echte showman met dramatische mimiek en ronduit poëtische teksten.

HoppaH! bezorgt ons wel een groot probleem: er is veel te weinig ruimte om te dansen. Het is maar te hopen dat er geen mensen met lange tenen in de zaal zitten. Het is echt hossen en springen geblazen. De instrumenten klinken heel helder - leve pro soundchecks - en zo hoor je goed de kunde van de muzikanten, waarvan een deel conservatorium geschoold is en/of in een orkest heeft gespeeld.

Ergens is de sound van HoppaH! ook erg clean, je kan alle individuele instrumenten duidelijk horen. De afwezigheid van gitaren doet dat misschien. Toch maakt het ergens het geluid ook niet helemaal vol, alsof iets mist om de muziek net wat meer energie te geven. Ja, het is wel opzwepend en vrolijk. Maar in de gehele set zit op zich niet erg veel variatie. Waardoor ondanks het uitstekende spel en de vrolijke hoempapa er een rauw randje en pure emotie mist. Niet dat de meesten hier dat ook in de gaten schijnen te hebben. De mensen gaan los en daar gaat het om.

Kin, de laatste band van de avond, bezit absoluut een verfijnde rauwheid. Net zoals Kinoo zetten ze pyschedelische soundscapes neer. Kin is echter de eerste band die ook af en toe boos klinkt, of verdrietig. Maar niet ingehouden of schuchter. De vierkoppige postrockband, met twee dames en twee heren in de bezetting, heeft echt pit. Daarnaast is de muziek die Kin maakt soms zo fragiel dat het uitnodigt om je ogen te sluiten om het echt helemaal te ervaren. En toch is het vooral harde muziek waarop je kan headbangen of een moshpit kan bouwen.

Vergeleken met HoppaH! en Kinoo, maakt Kin het programma deze avond eigenlijk heel divers. Bij Kin is het ook wat minder vol in de zaal, doch vol genoeg. De mensen die er nu staan zijn niet aan het hossen of springen. Maar helemaal vervoerd zijn ze wel. Het verschil in ervaring tussen de drie bands vanavond maakt de ene band niet beter dan de ander. Het zorgt wel voor wederom een uitstekende rock-'n-rollavond in De Walrus.