Baby Salad, Llama Lands en Kinoo 'rocken' de boot

Tiny Clap labelgenoten overtuigen aan boord van een bomvolle Nicolaas Mulerius

Tekst: Sven Piekstra en Foto's: Jan Westerhof ,

Wat krijg je als je een concert geeft op een schip? Het jaarlijks terugkerende festival WinterWelVaart biedt antwoord op deze vraag. Het hele weekend worden liveoptredens gehouden op de verlichte zeilschepen die aan de Hoge en Lage der A liggen. Deze vrijdag is het aan drie protegés van Tiny Clap om zichzelf te bewijzen.

Tiny Clap is een online muzieklabel dat een aantal verschillende Groningse bands onder zijn hoede heeft. Onder andere EP’s van de vanavond geprogrammeerde Baby Salad en Kinoo zijn door dit label uitgebracht. Ook Llama Lands maakt onderdeel uit van het collectief. De drie bands lijken in veel opzichten op elkaar. Zo blijkt vanavond dat muzikanten uit de ene band ook optreden bij de andere. Ook qua stijl liggen ze in elkaars verlengde. Ze zijn allemaal geïnspireerd door de indierock. Wel  geeft elke band net een eigen twist aan het genre. 

Door technische problemen opent Baby Salad de avond een uur later dan gepland. Het is een band die in een zeer korte tijd niet alleen veel verschillende namen heeft gehad, maar ook hard aan de weg timmert. Hoe, dat wordt duidelijk tijdens het korte optreden dat Baby Salad geeft op de Nicolaas Mulerius. De heren spelen strak en verfijnd. Iets wat je mag verwachten van een band gevormd door ‘lui van en rondom Kinoo en Sprokkelhout’.

Als de vier met hun set beginnen is het al aardig vol aan boord. Er heerst een gezellige drukte. De muziek van Baby Salad kenmerkt zich door het veelvuldig gebruik van effecten, een rustige sfeer en de rauwe zang van Matthijs Snijders. Hoewel er weinig interactie plaatsvindt tussen band en publiek, reageren de aanwezigen goed op de muziek. Toch is het geheel af en toe wat te kabbelend, ondanks de ruige rand die de zang biedt. Als de bandleden de remmen loslaten zijn ze op hun best. Dit valt bijvoorbeeld te horen in de sublieme cover van Rock & Roll van The Velvet Underground. 

Na een korte ombouw en soundcheck is het de beurt aan Llama Lands. In principe een soloproject, maar live bijgestaan door een band. Waar Baby Salad bestaat uit twee gitaristen, een drummer en een bassist, is er bij Llama Lands meer variatie in instrumentatie. Zo speelt de synthesizer een belangrijke rol. Daarnaast valt op dat Tjesse Riemersma, die bij Baby Salad gitaar speelt, de rol van bassist vervult bij Llama Lands.

Door de vele instrumenten die door het viertal bespeeld worden, ontstaat er een voller geluid. Waar Baby Salad af en toe met een versnelling hoger had mogen spelen, gaan de leden van Llama Lands zelf helemaal los op hun muziek. Dit zorgt ervoor dat het publiek meegetrokken wordt in hun enthousiasme. De Nicolaas Mulerius stroomt  snel vol.

Zelfs de mensen die boven bij de bar zitten, luisteren af en toe aandachtig mee, ondanks dat het geluid daar amper te horen is. Iets wat trouwens niet aan de band ligt, maar aan de inrichting van het schip. De band speelt namelijk op een lager gelegen stuk, terwijl de groep achterin hoger zit. Wel jammer dat daardoor de zang daar amper te verstaan is. 

Als laatste is het de beurt aan Kinoo. Ook nu speelt Riemersma mee, een constante factor over de hele avond genomen. De soundcheck en opbouw duren lang, waardoor de aandacht van het publiek weggezakt is op het moment dat Kinoo begint te spelen. Hoe hard de band het ook probeert, het lukt niet om die aandacht terug te pakken. Desondanks speelt Kinoo heel goed.

Net als bij Llama Lands speelt de synthesizer een belangrijke rol, al heeft  de band een wat minder vol geluid. De nummers zitten goed in elkaar, maar lijken soms willekeurig te eindigen. Een single van de nieuwe EP trekt de bezoekers mee, maar even snel is de band hen weer kwijt. Al laten alle drie bands zien dat ze technisch goed zijn, ze onderscheiden zich te weinig van elkaar om de hele avond te blijven boeien. En dat is eigenlijk eeuwig zonde.